De Sutter: ‘Het moet gedaan zijn met traag internet’
Petra de Sutter wil dat telecomoperatoren werk maken van het wegwerken van ‘witte zones’. Onder die zones vallen 138.000 huishoudens met zeer traag vast internet. De zones werden vastgesteld nadat minister De Sutter verleden jaar het breedbandplan introduceerde. Onderdeel van dat plan is een begroting van 41 miljoen euro om de tekortkomingen in de datasnelheden op te lossen. Nu een lijst met gebieden vastgesteld is waar dit budget voor beschikbaar komt, kunnen operatoren ervoor opteren hun netwerk daar te versterken of uit te breiden.
Snelheidsboost in witte gebieden
Operatoren ontvangen een deel van hun kosten vergoed in de vorm van subsidies. Dat geldt voor operatoren die worden uitgeloot voor de projecten. Operatoren hebben tot 29 januari de tijd om projecten in te dienen. Vervolgens moet het netwerk uiterlijk in het tweede kwartaal van 2024 uitgerold zijn, is het idee.
Daarmee worden huishoudens uit de brand geholpen die tegen netwerksnelheden van slechts 30 Mbps aanlopen. Het is de bedoeling dat de partijen die zich inschrijven fiber- of coaxnetwerken bij de 35.567 huishoudens gaan aanleggen, waarbij de voorkeur uitgaat naar glasvezel. Ongeweten is of providers een minimumsnelheid moeten garanderen via de aan te leggen netwerken.
Met de verglazing van witte zones hoopt De Sutter te kunnen voldoen aan de connectiviteitsdoelen in de Europese Unie. Volgens die doelstellingen moeten huishoudens tegen 2025 toegang hebben tot een internetsnelheid van 100 Mbps (download). De EU wil dat deze snelheid in 2030 oploopt tot 1 Gbps.
Achterstand beperkt ingelopen
Minister De Sutter loopt met deze plannen in op de doelstelling, maar moet nog altijd op zoek naar een oplossing voor een groot deel van de huishoudens in ‘witte zones’. Onduidelijk is of dat voor de deadline van 2025 gaat lukken.
Het gaat voor de goede orde wel om doelstellingen. De EU heeft zijn lidstaten geen ultimatum opgelegd voor het versnellen van hun vaste internetverbindingen. Toch is het, zeker gezien het formaat van de Belgische economie, markant dat we zo ver achter de doelen aan hinken.
Petra de Sutter wil dat telecomoperatoren werk maken van het wegwerken van ‘witte zones’. Onder die zones vallen 138.000 huishoudens met zeer traag vast internet. De zones werden vastgesteld nadat minister De Sutter verleden jaar het breedbandplan introduceerde. Onderdeel van dat plan is een begroting van 41 miljoen euro om de tekortkomingen in de datasnelheden op te lossen. Nu een lijst met gebieden vastgesteld is waar dit budget voor beschikbaar komt, kunnen operatoren ervoor opteren hun netwerk daar te versterken of uit te breiden.
Snelheidsboost in witte gebieden
Operatoren ontvangen een deel van hun kosten vergoed in de vorm van subsidies. Dat geldt voor operatoren die worden uitgeloot voor de projecten. Operatoren hebben tot 29 januari de tijd om projecten in te dienen. Vervolgens moet het netwerk uiterlijk in het tweede kwartaal van 2024 uitgerold zijn, is het idee.
Daarmee worden huishoudens uit de brand geholpen die tegen netwerksnelheden van slechts 30 Mbps aanlopen. Het is de bedoeling dat de partijen die zich inschrijven fiber- of coaxnetwerken bij de 35.567 huishoudens gaan aanleggen, waarbij de voorkeur uitgaat naar glasvezel. Ongeweten is of providers een minimumsnelheid moeten garanderen via de aan te leggen netwerken.
Met de verglazing van witte zones hoopt De Sutter te kunnen voldoen aan de connectiviteitsdoelen in de Europese Unie. Volgens die doelstellingen moeten huishoudens tegen 2025 toegang hebben tot een internetsnelheid van 100 Mbps (download). De EU wil dat deze snelheid in 2030 oploopt tot 1 Gbps.
Achterstand beperkt ingelopen
Minister De Sutter loopt met deze plannen in op de doelstelling, maar moet nog altijd op zoek naar een oplossing voor een groot deel van de huishoudens in ‘witte zones’. Onduidelijk is of dat voor de deadline van 2025 gaat lukken.
Het gaat voor de goede orde wel om doelstellingen. De EU heeft zijn lidstaten geen ultimatum opgelegd voor het versnellen van hun vaste internetverbindingen. Toch is het, zeker gezien het formaat van de Belgische economie, markant dat we zo ver achter de doelen aan hinken.