Formule E onthult “meest efficiënte racewagen ooit”
De Gen3-wagen voor Formula E werd officieel voorgesteld naar aanleiding van de Monaco E-Prix, die dit weekend plaatsvindt. Zo heeft de performance een stevige upgrade gekregen, maar ook het chassis is stevig onder handen genomen.
Om te beginnen zijn de platte (lelijke) wieldeksels verdwenen en hebben de wielen een open design, zoals we dat van traditionele racewagens kennen. Daarnaast zijn de vleugels over de achterwielen verdwenen. Ze hebben plaatsgemaakt voor twee straaljager-achtige vinnen aan de achterzijde. De aerodynamische vorm is dan ook gebaseerd op dat van een gevechtsvliegtuig, een F-18 op wielen, zo je wil.
Formule E hoopt met de derde generatie meer entertainment te brengen. Dat zou op papier alvast het geval moeten zijn, want de nieuwe wagens zijn lichter en kleiner dan hun voorgangers. Net als de grote broertjes van de Formule 1 zijn de nieuwe elektrische bolides gebouwd voor snelheid en vinnigere duels. De wagens zouden twee tot vier seconden per ronde sneller zijn dan de Gen2-auto’s.
Formule E: nieuwe elektromotor
Uiteraard gaat het herontwerp verder dan alleen maar styling en aerodynamica. De nieuwe elektromotor op de achterwielen van de Gen3-wagens hebben een vermogen van 359kW (470 pk), voor een topsnelheid van 320 km/uur. Bij de vorige generatie was dat nog 250 kW. Bovendien is de Gen3-wagen de eerste Formule-bolide die op beide assen aangedreven wordt. De 350 kW achteraan wordt aangevuld met 250 kW op de vooras. Dat levert dus een totaal vermogen op van 600 kW of ruim 800 pk!
Wat maakt de nieuwe wagen zo speciaal? Dankzij het specifieke vermogen (tegenover het gewicht) zijn de nieuwe Formule E-auto’s twee keer zo efficiënt als een vergelijkbare wagen met een verbrandingsmotor. Maar liefst 90 procent van de opgewekte energie wordt omgezet in mechanische kracht. Bij een verbrandingsmotor zou dat maar 40 procent zijn.
Regeneratieve energie
De nieuwe auto’s moeten voor hun energie niet alleen maar terugvallen op hun batterijen. Een indrukwekkende 40 procent van de energie wordt opgewekt met regeneratief remmen. Ook daarin scoort de nieuwe auto meer dan dubbel zo goed als zijn voorganger. En dat brengt nog een laatste primeur met zich mee: het maakt hydraulische remmen aan de achteras overbodig.
De Gen3-wagen voor Formula E werd officieel voorgesteld naar aanleiding van de Monaco E-Prix, die dit weekend plaatsvindt. Zo heeft de performance een stevige upgrade gekregen, maar ook het chassis is stevig onder handen genomen.
Om te beginnen zijn de platte (lelijke) wieldeksels verdwenen en hebben de wielen een open design, zoals we dat van traditionele racewagens kennen. Daarnaast zijn de vleugels over de achterwielen verdwenen. Ze hebben plaatsgemaakt voor twee straaljager-achtige vinnen aan de achterzijde. De aerodynamische vorm is dan ook gebaseerd op dat van een gevechtsvliegtuig, een F-18 op wielen, zo je wil.
Formule E hoopt met de derde generatie meer entertainment te brengen. Dat zou op papier alvast het geval moeten zijn, want de nieuwe wagens zijn lichter en kleiner dan hun voorgangers. Net als de grote broertjes van de Formule 1 zijn de nieuwe elektrische bolides gebouwd voor snelheid en vinnigere duels. De wagens zouden twee tot vier seconden per ronde sneller zijn dan de Gen2-auto’s.
Formule E: nieuwe elektromotor
Uiteraard gaat het herontwerp verder dan alleen maar styling en aerodynamica. De nieuwe elektromotor op de achterwielen van de Gen3-wagens hebben een vermogen van 359kW (470 pk), voor een topsnelheid van 320 km/uur. Bij de vorige generatie was dat nog 250 kW. Bovendien is de Gen3-wagen de eerste Formule-bolide die op beide assen aangedreven wordt. De 350 kW achteraan wordt aangevuld met 250 kW op de vooras. Dat levert dus een totaal vermogen op van 600 kW of ruim 800 pk!
Wat maakt de nieuwe wagen zo speciaal? Dankzij het specifieke vermogen (tegenover het gewicht) zijn de nieuwe Formule E-auto’s twee keer zo efficiënt als een vergelijkbare wagen met een verbrandingsmotor. Maar liefst 90 procent van de opgewekte energie wordt omgezet in mechanische kracht. Bij een verbrandingsmotor zou dat maar 40 procent zijn.
Regeneratieve energie
De nieuwe auto’s moeten voor hun energie niet alleen maar terugvallen op hun batterijen. Een indrukwekkende 40 procent van de energie wordt opgewekt met regeneratief remmen. Ook daarin scoort de nieuwe auto meer dan dubbel zo goed als zijn voorganger. En dat brengt nog een laatste primeur met zich mee: het maakt hydraulische remmen aan de achteras overbodig.
