Test

Dit is een popup

Microsofts experiment met onderwaterdatacenter was succes

Project Natick, Vessel retrieval Stromness, Orkney. Microsoft - Tuesday 7th to Wednesday 15th of July 2020
Na een testperiode van twee jaar werd het Northern Isles datacenter opgevist voor de kust van het Schotse Orkney. Microsoft noemde het een succes.

Onder de naam Project Natick liet Microsoft in de lente van 2018 een datacenter onder water voor de kust van het Schotse stadje Orkney. Die container werd, na 2 jaar onder water, eerder deze zomer weer opgevist. Microsoft laat nu op hun website weten dat het experiment een succes was.

Laatste fase in Project Natick

Het idee om een datacenter te bouwen onder de zeespiegel startte bij Microsoft in 2014. Sindsdien hebben ze al verschillende testfases van het project achter de rug. In 2015 werd al een eerste onderwaterkamer getest die 105 dagen in het water doorbracht.

In een tweede fase van het project werd er samengewerkt met maritieme experts in logistiek, scheepsbouw en duurzame energie om het project praktisch haalbaar te maken. De container die deze zomer werd opgevist was de laatste fase van het project. Die bestond uit 12 rekken met een totaal aan 864 servers. Het onderzoeksteam zal nu de resultaten van het project proberen te gebruiken om bestaande en toekomstige datacenters te optimaliseren. Een volgende, langere testfase ligt niet in het vooruitzicht.

De container bevatte 864 servers.

Gunstige omgevingsfactoren

Het Northern Isles datacenter werd ongeveer 35 meter diep onder water gelaten. De prestaties en betrouwbaarheid van de servers werden twee jaar lang gemonitord en getest door teamleden van Microsofts onderzoekteam. Door de afwezigheid van corrosie door zuurstof of vochtigheid, zoals wel op het land gebeurt, zouden de servers betrouwbaarder zijn. Bovendien zijn er onder water geen temperatuurschommelingen zoals boven water en zal er niemand een onderdeel beschadigen zoals in traditionele datacenters gebeurt bij het vervangen van kapotte onderdelen.

Verhoogde betrouwbaarheid

Daardoor, ontdekte Microsoft, is het uitvalpercentage onder water slechts één achtste van wat we gewoon zijn bij traditionele datacenters. Daardoor zou de container ook langer onder water kunnen blijven, aangezien er minder onderdelen vervangen moeten worden.

Milieuvriendelijk?

Datacenters worden vaker geplaatst in regio’s met een kouder klimaat om deze op een gemakkelijkere manier te kunnen afkoelen. De servers worden snel heel heet en er is nogal wat energie nodig om deze opnieuw af te koelen. Net daarom opteerde Microsoft voor de oceaan: een natuurlijke bron van verkoeling. Een datacenter onder water zal bijgevolg minder energie verbruiken. Toch roept het plaatsen van zo’n enorme warmtebron in het water wat vragen op over de invloed ervan op de natuurlijke inwoners van de oceanen.

Onder de naam Project Natick liet Microsoft in de lente van 2018 een datacenter onder water voor de kust van het Schotse stadje Orkney. Die container werd, na 2 jaar onder water, eerder deze zomer weer opgevist. Microsoft laat nu op hun website weten dat het experiment een succes was.

Laatste fase in Project Natick

Het idee om een datacenter te bouwen onder de zeespiegel startte bij Microsoft in 2014. Sindsdien hebben ze al verschillende testfases van het project achter de rug. In 2015 werd al een eerste onderwaterkamer getest die 105 dagen in het water doorbracht.

In een tweede fase van het project werd er samengewerkt met maritieme experts in logistiek, scheepsbouw en duurzame energie om het project praktisch haalbaar te maken. De container die deze zomer werd opgevist was de laatste fase van het project. Die bestond uit 12 rekken met een totaal aan 864 servers. Het onderzoeksteam zal nu de resultaten van het project proberen te gebruiken om bestaande en toekomstige datacenters te optimaliseren. Een volgende, langere testfase ligt niet in het vooruitzicht.

De container bevatte 864 servers.

Gunstige omgevingsfactoren

Het Northern Isles datacenter werd ongeveer 35 meter diep onder water gelaten. De prestaties en betrouwbaarheid van de servers werden twee jaar lang gemonitord en getest door teamleden van Microsofts onderzoekteam. Door de afwezigheid van corrosie door zuurstof of vochtigheid, zoals wel op het land gebeurt, zouden de servers betrouwbaarder zijn. Bovendien zijn er onder water geen temperatuurschommelingen zoals boven water en zal er niemand een onderdeel beschadigen zoals in traditionele datacenters gebeurt bij het vervangen van kapotte onderdelen.

Verhoogde betrouwbaarheid

Daardoor, ontdekte Microsoft, is het uitvalpercentage onder water slechts één achtste van wat we gewoon zijn bij traditionele datacenters. Daardoor zou de container ook langer onder water kunnen blijven, aangezien er minder onderdelen vervangen moeten worden.

Milieuvriendelijk?

Datacenters worden vaker geplaatst in regio’s met een kouder klimaat om deze op een gemakkelijkere manier te kunnen afkoelen. De servers worden snel heel heet en er is nogal wat energie nodig om deze opnieuw af te koelen. Net daarom opteerde Microsoft voor de oceaan: een natuurlijke bron van verkoeling. Een datacenter onder water zal bijgevolg minder energie verbruiken. Toch roept het plaatsen van zo’n enorme warmtebron in het water wat vragen op over de invloed ervan op de natuurlijke inwoners van de oceanen.

DatacentermicrosoftProject Natick

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!