2,5 miljard mensen kunnen zich geen smartphone veroorloven
Voor ons is een smartphone al lang geen luxe meer. Zo goed als iedereen heeft tegenwoordig wel een smartphone of een ander apparaat op zak waarmee hij of zij altijd verbonden is. Je zou zo ver kunnen gaan om te zeggen dat het hebben van een smartphone bijna noodzakelijk is geworden in de hedendaagse maatschappij. Zelfs voor wie niet al te veel geld over heeft om uit te geven aan elektronica, zijn er meer dan genoeg betaalbare opties op de markt.
Maar er zijn nog meer dan genoeg regio’s in de wereld waar een smartphone nog wel een luxe is. Dat blijkt uit een onderzoeksrapport van de Alliance for Affordable Internet, een non-profitorganisatie die zich inzet voor het uitrollen van internetnetwerken in derdewereldlanden. Het rapport onderzocht voor 70 middel- en lageloonlanden hoe de kostprijs van smartphones zich verhoudt tegenover het gemiddelde maandloon van een inwoner van dat land.
Grote verschillen in smartphoneprijzen
Als een grens werd genomen dat de aankoopprijs van de goedkoopste smartphone niet meer dan een kwart van een netto-maandloon mag kosten (premium smartphones van meer dan 1000 euro zijn hier dus even buiten beschouwing gelaten). Maar uit het onderzoek blijkt dat dat in heel veel derdewereldlanden wel het geval is. Zo zouden meer dan 2,5 miljard mensen zich volgens die parameter geen smartphone kunnen veroorloven zonder te moeten inleveren in basisbehoeften om te overleven.
Wat ook sterk opvalt, zijn de enorme verschillen in smartphoneprijzen. In Sierra Leone, een land in West-Afrika, kost de goedkoopste smartphone al zo’n 216 euro. Voor een gemiddelde arbeider in het land is dat 6 keer het maandsalaris. Maar ook in India, nochtans een belangrijke afzetmarkt omwille van de grote populatie, zijn de smartphoneprijzen torenhoog. Het goedkoopste model kost daar 292 euro, ook meer dan het dubbele van wat de gemiddelde Indiër per maand verdient. Maar ook waar smartphoneprijzen lager zijn, vallen ze voor veel mensen buiten het beschikbare budget. In Burundi kost een goedkope smartphone maar 48 euro, maar toch is dat meer dan het dubbele van wat de gemiddelde arbeider op een maand verdient.
Langs de andere kant zijn er ook landen waar de smartphoneprijzen veel beter zijn afgestemd op het maandelijkse inkomen. In Botswana en Jamaica bijvoorbeeld zijn smartphones van nog geen 20 euro te vinden die dan ook maar 5% uit het maandelijkse inkomen nemen.
Afgesneden van informatie
De organisatie wil door dit rapport te publiceren aan de alarmbel trekken. De resultaten tonen aan dat de kloof tussen arm en rijk in deze wereld alleen maar groter aan het worden is. Bovendien bleek ook dat vrouwen hierdoor zwaarder getroffen worden dan mannen. Vrouwen in armere landen hebben 25% minder kans om een smartphone te bezitten, en vaak zijn het verouderde toestellen.
Tijdens de coronapandemie is nog maar eens gebleken hoe belangrijk is dat alle burgers onmiddellijke toegang hebben tot informatie. Daarvoor is niet enkel netwerkinfrastructuur nodig, maar ook hardware. Technologiebedrijven als SpaceX, Microsoft en Google zetten grootschalige projecten op om stabiel internet naar ontwikkelingsgebieden te brengen, maar die zullen vruchteloos zijn als burgers niet over de nodige apparatuur beschikken om met netwerken te verbinden.
In het rapport worden daarom enkele maatregelen geopperd die overheden kunnen nemen om smartphones toegankelijker te maken. Dat zijn het verminderen van invoertaksen op budgettoestellen, het toekennen van subsidies voor de aankoop van toestellen en versoepelde kredieten en afbetalingsplannen zodat mensen de kosten over een langere periode kunnen spreiden.
Het volledige rapport kan je hier vinden.
Voor ons is een smartphone al lang geen luxe meer. Zo goed als iedereen heeft tegenwoordig wel een smartphone of een ander apparaat op zak waarmee hij of zij altijd verbonden is. Je zou zo ver kunnen gaan om te zeggen dat het hebben van een smartphone bijna noodzakelijk is geworden in de hedendaagse maatschappij. Zelfs voor wie niet al te veel geld over heeft om uit te geven aan elektronica, zijn er meer dan genoeg betaalbare opties op de markt.
Maar er zijn nog meer dan genoeg regio’s in de wereld waar een smartphone nog wel een luxe is. Dat blijkt uit een onderzoeksrapport van de Alliance for Affordable Internet, een non-profitorganisatie die zich inzet voor het uitrollen van internetnetwerken in derdewereldlanden. Het rapport onderzocht voor 70 middel- en lageloonlanden hoe de kostprijs van smartphones zich verhoudt tegenover het gemiddelde maandloon van een inwoner van dat land.
Grote verschillen in smartphoneprijzen
Als een grens werd genomen dat de aankoopprijs van de goedkoopste smartphone niet meer dan een kwart van een netto-maandloon mag kosten (premium smartphones van meer dan 1000 euro zijn hier dus even buiten beschouwing gelaten). Maar uit het onderzoek blijkt dat dat in heel veel derdewereldlanden wel het geval is. Zo zouden meer dan 2,5 miljard mensen zich volgens die parameter geen smartphone kunnen veroorloven zonder te moeten inleveren in basisbehoeften om te overleven.
Wat ook sterk opvalt, zijn de enorme verschillen in smartphoneprijzen. In Sierra Leone, een land in West-Afrika, kost de goedkoopste smartphone al zo’n 216 euro. Voor een gemiddelde arbeider in het land is dat 6 keer het maandsalaris. Maar ook in India, nochtans een belangrijke afzetmarkt omwille van de grote populatie, zijn de smartphoneprijzen torenhoog. Het goedkoopste model kost daar 292 euro, ook meer dan het dubbele van wat de gemiddelde Indiër per maand verdient. Maar ook waar smartphoneprijzen lager zijn, vallen ze voor veel mensen buiten het beschikbare budget. In Burundi kost een goedkope smartphone maar 48 euro, maar toch is dat meer dan het dubbele van wat de gemiddelde arbeider op een maand verdient.
Langs de andere kant zijn er ook landen waar de smartphoneprijzen veel beter zijn afgestemd op het maandelijkse inkomen. In Botswana en Jamaica bijvoorbeeld zijn smartphones van nog geen 20 euro te vinden die dan ook maar 5% uit het maandelijkse inkomen nemen.
Afgesneden van informatie
De organisatie wil door dit rapport te publiceren aan de alarmbel trekken. De resultaten tonen aan dat de kloof tussen arm en rijk in deze wereld alleen maar groter aan het worden is. Bovendien bleek ook dat vrouwen hierdoor zwaarder getroffen worden dan mannen. Vrouwen in armere landen hebben 25% minder kans om een smartphone te bezitten, en vaak zijn het verouderde toestellen.
Tijdens de coronapandemie is nog maar eens gebleken hoe belangrijk is dat alle burgers onmiddellijke toegang hebben tot informatie. Daarvoor is niet enkel netwerkinfrastructuur nodig, maar ook hardware. Technologiebedrijven als SpaceX, Microsoft en Google zetten grootschalige projecten op om stabiel internet naar ontwikkelingsgebieden te brengen, maar die zullen vruchteloos zijn als burgers niet over de nodige apparatuur beschikken om met netwerken te verbinden.
In het rapport worden daarom enkele maatregelen geopperd die overheden kunnen nemen om smartphones toegankelijker te maken. Dat zijn het verminderen van invoertaksen op budgettoestellen, het toekennen van subsidies voor de aankoop van toestellen en versoepelde kredieten en afbetalingsplannen zodat mensen de kosten over een langere periode kunnen spreiden.
Het volledige rapport kan je hier vinden.