Test

Dit is een popup

Vlaamse jongeren sturen soms haatberichten naar zichzelf op sociale media

Uit een studie van de Universiteit Antwerpen blijkt dat haatreacties en -berichten die jongeren ontvangen op sociale media niet altijd van anderen komen.

Dat het er op sociale media wel eens hard aan kan toegaan, is helaas een gegeven dat al enkele jaren bekend is. De problematiek van cyberpesten onder jongeren bezorgt scholen grote kopzorgen, en het fenomeen lijkt zeer moeilijk te bestrijden. Ook de academische wereld buigt zich er al lang over om verklaringen voor dat pestgedrag te zoeken.

Een studie uitgevoerd door een onderzoeksteam van de Universiteit Antwerpen werpt een nieuw licht op de zaak. Uit een bevraging van 800 Vlaamse jongeren tussen 12 en 20 jaar blijkt dat jongeren soms wel eens haatberichten naar zichzelf sturen of beledigende reacties posten op hun eigen foto’s. 15% van de ondervraagde jongeren antwoordde in ieder geval positief op de vraag of ze dit ooit wel eens deden. Dat doen ze dan via een vals account of het account van een vriend(in).

Het probleem van digitale beschadiging – in de academische wereld ook wel eens digitaal Münchhausen genoemd naar het syndroom – komt zeker niet enkel in België voor. Uit een gelijkaardige ondervraging in de Verenigde Staten bleek ook 1 op de 10 jongeren te doen. Het percentage in Vlaanderen ligt dan wel hoger, maar dat kan volgens professor Heidi Vandebosch, die de studie leidt, ook een gevolg zijn van hoe de survey gekaderd werd.

Psychisch kwetsbaar

Het gaat hier voorlopig wel uit gegevens van een eerste ondervraging, en de studie is nog niet gepubliceerd. Toch doen de conclusies onze mond openvallen. Want waarom zou iemand zichzelf nu beginnen pesten op sociale media? Volgens Vandebosch moet dit gedrag in een ruimer kader gezien worden. De adolescentie is voor veel jongeren een moeilijke periode, omdat ze zowel emotioneel als fysiek grote veranderingen ondergaan. Daarbovenop worden velen geconfronteerd met pestgedrag online en offline. Jongeren zijn tijdens deze fase van hun leven soms psychisch zeer kwetsbaar.

Maar digitale beschadiging moet niet per sé gezien worden als een manier om die negatieve emoties te ventileren. Er kunnen andere motieven achter de haatberichten schuilen. Soms doen jongeren dit juist omdat ze op zoek zijn naar bondgenoten. Ze hopen dat iemand voor hen zal opkomen, zodat ze weten dat ze niet alleen staan in de wereld. Anderen jongeren antwoorden dan weer op de vraag waarom ze dit deden dat ze er ‘plezier uithalen’ of zich ‘populair’ willen voelen. Soms denken ze dat wanneer ze zelf al negatieve reacties op hun foto’s en posts plaatsen, anderen dat niet meer zullen doen.

Wanneer problemen echt diep zitten, kan het zichzelf beledigen een uiting van zelfhaat zijn. Meestal worden deze jongeren vaak in het echte leven met pesten geconfronteerd. Volgens Vandebosch zijn ze in dat geval gaan geloven dat ze het pesten ook effectief verdienen. Het heeft in andere landen al tot tragische situaties geleid waar tieners zichzelf op sociale media tot zelfdoding hebben aangespoord.

Onzekere gevolgen

Wat nu de gevolgen zijn van digitale zelfbeschadiging, dat kan uit de studie niet blijken. Voorgaande studies toonden wel aan dat jongeren meestal niet bereikten waar ze op hoopten. De steun die ze zoeken komt er niet altijd, en soms kan het ervoor zorgen dat pestgedrag door anderen alleen maar toeneemt. Gelukkig lijkt het er wel naar dat de meesten er na verloop van tijd wel mee stoppen als ze het gewenste effect niet bereiken.

Onderzoeken zoals deze moeten vooral de aandacht blijven vestigen op de ruimere problematiek. Volgens professor René Veenstra van de Rijksuniversiteit Groningen moet de focus niet liggen op verklaren wat er gebeurt en wie er verantwoordelijk is, maar hoe jongeren moeten geholpen worden. Ook volgens Gie Deboutte van Kies Kleur Tegen Pesten zijn zulke haatreacties een duidelijke schreeuw om aandacht die niet genegeerd mag worden. Vandebosch benadrukt het belang van vertrouwen in deze situatie, en jongeren een luisterend oor bieden. Daar hebben ouders, maar evengoed de schoolomgeving, een cruciale rol in te spelen.

Dat het er op sociale media wel eens hard aan kan toegaan, is helaas een gegeven dat al enkele jaren bekend is. De problematiek van cyberpesten onder jongeren bezorgt scholen grote kopzorgen, en het fenomeen lijkt zeer moeilijk te bestrijden. Ook de academische wereld buigt zich er al lang over om verklaringen voor dat pestgedrag te zoeken.

Een studie uitgevoerd door een onderzoeksteam van de Universiteit Antwerpen werpt een nieuw licht op de zaak. Uit een bevraging van 800 Vlaamse jongeren tussen 12 en 20 jaar blijkt dat jongeren soms wel eens haatberichten naar zichzelf sturen of beledigende reacties posten op hun eigen foto’s. 15% van de ondervraagde jongeren antwoordde in ieder geval positief op de vraag of ze dit ooit wel eens deden. Dat doen ze dan via een vals account of het account van een vriend(in).

Het probleem van digitale beschadiging – in de academische wereld ook wel eens digitaal Münchhausen genoemd naar het syndroom – komt zeker niet enkel in België voor. Uit een gelijkaardige ondervraging in de Verenigde Staten bleek ook 1 op de 10 jongeren te doen. Het percentage in Vlaanderen ligt dan wel hoger, maar dat kan volgens professor Heidi Vandebosch, die de studie leidt, ook een gevolg zijn van hoe de survey gekaderd werd.

Psychisch kwetsbaar

Het gaat hier voorlopig wel uit gegevens van een eerste ondervraging, en de studie is nog niet gepubliceerd. Toch doen de conclusies onze mond openvallen. Want waarom zou iemand zichzelf nu beginnen pesten op sociale media? Volgens Vandebosch moet dit gedrag in een ruimer kader gezien worden. De adolescentie is voor veel jongeren een moeilijke periode, omdat ze zowel emotioneel als fysiek grote veranderingen ondergaan. Daarbovenop worden velen geconfronteerd met pestgedrag online en offline. Jongeren zijn tijdens deze fase van hun leven soms psychisch zeer kwetsbaar.

Maar digitale beschadiging moet niet per sé gezien worden als een manier om die negatieve emoties te ventileren. Er kunnen andere motieven achter de haatberichten schuilen. Soms doen jongeren dit juist omdat ze op zoek zijn naar bondgenoten. Ze hopen dat iemand voor hen zal opkomen, zodat ze weten dat ze niet alleen staan in de wereld. Anderen jongeren antwoorden dan weer op de vraag waarom ze dit deden dat ze er ‘plezier uithalen’ of zich ‘populair’ willen voelen. Soms denken ze dat wanneer ze zelf al negatieve reacties op hun foto’s en posts plaatsen, anderen dat niet meer zullen doen.

Wanneer problemen echt diep zitten, kan het zichzelf beledigen een uiting van zelfhaat zijn. Meestal worden deze jongeren vaak in het echte leven met pesten geconfronteerd. Volgens Vandebosch zijn ze in dat geval gaan geloven dat ze het pesten ook effectief verdienen. Het heeft in andere landen al tot tragische situaties geleid waar tieners zichzelf op sociale media tot zelfdoding hebben aangespoord.

Onzekere gevolgen

Wat nu de gevolgen zijn van digitale zelfbeschadiging, dat kan uit de studie niet blijken. Voorgaande studies toonden wel aan dat jongeren meestal niet bereikten waar ze op hoopten. De steun die ze zoeken komt er niet altijd, en soms kan het ervoor zorgen dat pestgedrag door anderen alleen maar toeneemt. Gelukkig lijkt het er wel naar dat de meesten er na verloop van tijd wel mee stoppen als ze het gewenste effect niet bereiken.

Onderzoeken zoals deze moeten vooral de aandacht blijven vestigen op de ruimere problematiek. Volgens professor René Veenstra van de Rijksuniversiteit Groningen moet de focus niet liggen op verklaren wat er gebeurt en wie er verantwoordelijk is, maar hoe jongeren moeten geholpen worden. Ook volgens Gie Deboutte van Kies Kleur Tegen Pesten zijn zulke haatreacties een duidelijke schreeuw om aandacht die niet genegeerd mag worden. Vandebosch benadrukt het belang van vertrouwen in deze situatie, en jongeren een luisterend oor bieden. Daar hebben ouders, maar evengoed de schoolomgeving, een cruciale rol in te spelen.

cyberpestenmaatschappijzelfbeschadiging

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!