Ford maakt auto-onderdelen van koffie
In een maatschappij waar het bewustzijn rond de klimaatverandering groter wordt, komen bijgevolg heel wat industrieën binnen de transportsectoren onder druk te staan. Een kwart van de volledige jaarlijkse CO2-uitstoot kan aan deze sector toegewezen worden. Ook de auto-industrie is daar geen uitzondering op. We zien daarom meer en meer autobouwers overschakelen op elektrische mobiliteit of zelfs waterstof. Maar dat neemt niet weg dat hun productieprocessen erg vervuilend blijven.
Ford zal zich de komende jaren engageren om groener en milieuvriendelijker te worden. In 2020 zal met de Mustang Mach-E een eerste volledig elektrische SUV van de band van Ford rollen. Maar Ford wil ook de manier waarop het wagens assembleert aanpakken. Het sloot onlangs een deal met de staat Californië om tegen 2026 de uitstoot en het brandstofverbruik van zijn autovloot aanzienlijk te verminderen.
Kopje koffie
Om de ecologische voetafdruk te verlagen, is het een opmerkelijke samenwerking aangegaan met McDonald’s. Ford onderzoekt technieken om wagenonderdelen te maken met… koffie. De autobouwer gaat het afval van de vele liters koffie die dagelijks in de fastfoodrestaurants worden gedronken afnemen en naar hun laboratorium vervoeren. Daar kunnen ze het koffiedik, het zinksel dat niemand wil hebben, transformeren tot biologisch plastiek dart kan gebruikt om auto-onderdelen van te maken.
Dat zinksel wordt verwarm onder hoge temperaturen en onder een lage zuurstofgraad. Door het te mengen met plastic en andere additieven tot korrels, kan het materiaal in verschillende vormen worden gevormd. Onderzoek wees uit dat het biologische materiaal de juiste kwaliteitsvereisten bezit om te gebruiken in de productie van koplampbehuizingen en andere interieur- en onderkapelementen. Dat heeft nog als voordeel dat de onderdelen daardoor lichter zijn, wat kan resulteren in een lager petroleumgebruik en bijgevolg lagere CO2-uitstoot door de wagens.
Hoewel er door beide bedrijven nog heel wat andere maatregelen noodzakelijk zullen zijn om hun impact op het klimaat meetbaar te verkleinen, is het alvast een stap in de goede richting. De vele tonnen afval belanden in ieder geval al niet meer op de stortplaats.
In een maatschappij waar het bewustzijn rond de klimaatverandering groter wordt, komen bijgevolg heel wat industrieën binnen de transportsectoren onder druk te staan. Een kwart van de volledige jaarlijkse CO2-uitstoot kan aan deze sector toegewezen worden. Ook de auto-industrie is daar geen uitzondering op. We zien daarom meer en meer autobouwers overschakelen op elektrische mobiliteit of zelfs waterstof. Maar dat neemt niet weg dat hun productieprocessen erg vervuilend blijven.
Ford zal zich de komende jaren engageren om groener en milieuvriendelijker te worden. In 2020 zal met de Mustang Mach-E een eerste volledig elektrische SUV van de band van Ford rollen. Maar Ford wil ook de manier waarop het wagens assembleert aanpakken. Het sloot onlangs een deal met de staat Californië om tegen 2026 de uitstoot en het brandstofverbruik van zijn autovloot aanzienlijk te verminderen.
Kopje koffie
Om de ecologische voetafdruk te verlagen, is het een opmerkelijke samenwerking aangegaan met McDonald’s. Ford onderzoekt technieken om wagenonderdelen te maken met… koffie. De autobouwer gaat het afval van de vele liters koffie die dagelijks in de fastfoodrestaurants worden gedronken afnemen en naar hun laboratorium vervoeren. Daar kunnen ze het koffiedik, het zinksel dat niemand wil hebben, transformeren tot biologisch plastiek dart kan gebruikt om auto-onderdelen van te maken.
Dat zinksel wordt verwarm onder hoge temperaturen en onder een lage zuurstofgraad. Door het te mengen met plastic en andere additieven tot korrels, kan het materiaal in verschillende vormen worden gevormd. Onderzoek wees uit dat het biologische materiaal de juiste kwaliteitsvereisten bezit om te gebruiken in de productie van koplampbehuizingen en andere interieur- en onderkapelementen. Dat heeft nog als voordeel dat de onderdelen daardoor lichter zijn, wat kan resulteren in een lager petroleumgebruik en bijgevolg lagere CO2-uitstoot door de wagens.
Hoewel er door beide bedrijven nog heel wat andere maatregelen noodzakelijk zullen zijn om hun impact op het klimaat meetbaar te verkleinen, is het alvast een stap in de goede richting. De vele tonnen afval belanden in ieder geval al niet meer op de stortplaats.