AirFrance werkt aan LiFi voor high-speed internet in vliegtuigen
Internet aan boord van vliegtuigen: op internationale vluchten begint het een gewoonte te worden. Voor airlines blijkt het echter lastig te zijn om snelle internetverbindingen aan te bieden. AirFrance heeft de eerste stappen gezet om dat nu te veranderen. Het Franse bedrijft is namelijk een samenwerking gestart met Oledcomm, dat met AirFrance werkt aan het implementeren van het LiFi-systeem in de vliegtuigen. Tijdens de Paris Air Show zal het systeem voor het eerst werkend te zien zijn, aldus Oledcomm. Om het systeem, dat snelheden tot 100Mbps kan behalen, op de proef te stellen zijn de recente winnaars van de Ubisoft esports-competitie uitgenodigd door het Franse bedrijf.
Het systeem van Oledcomm, dat door het leven gaat als LiFiMAX, moet theoretische snelheden bieden van tussen de 40Mbps en 100Mbps. Vergelijk je het met een normaal wifi-netwerk in een vliegtuig van rond de 15Mbps, zie je direct het grote verschil in maximale snelheid. Met LiFiMAX zal het mogelijk zijn om 4K-video’s te streamen, evenals het spelen van games en natuurlijk browsen via het internet. Oledcomm kan niks veranderen aan het signaal dat het vliegtuig ontvangt, er is dus nog altijd een kans dat de maximale snelheid zal dalen omwille van de ontvangst-snelheid van het vliegtuig. Het systeem moet later dit jaar in de vliegtuigen van AirFrance verschijnen.
Waarom is LiFi zo snel?
Dan rest er nog maar één vraag: hoe het LiFi-systeem zoveel sneller kan zijn dan reguliere wifi-verbindingen. Het antwoord zit in de technologie. In plaats van radiogolven, maakt LiFi gebruik van lichttransmissie voor het overbrengen van data. Door deze vorm van datatransmissie is de technologie sneller in drukbevolkte gebieden én ook nog een stuk veiliger gezien licht niet door muren kan penetreren. Er zitten ook nadelen aan, zo is het systeem een stuk duurder in vergelijking met normale verbindingen, én de range is met 29 meter ook nog een stuk kleiner. Daarmee is het de vraag of we deze vorm van dataverbindingen vaker gaan zien in vliegtuigen, of dat het een technologie is voor de ‘lucky few’ die met AirFrance mogen vliegen.
Internet aan boord van vliegtuigen: op internationale vluchten begint het een gewoonte te worden. Voor airlines blijkt het echter lastig te zijn om snelle internetverbindingen aan te bieden. AirFrance heeft de eerste stappen gezet om dat nu te veranderen. Het Franse bedrijft is namelijk een samenwerking gestart met Oledcomm, dat met AirFrance werkt aan het implementeren van het LiFi-systeem in de vliegtuigen. Tijdens de Paris Air Show zal het systeem voor het eerst werkend te zien zijn, aldus Oledcomm. Om het systeem, dat snelheden tot 100Mbps kan behalen, op de proef te stellen zijn de recente winnaars van de Ubisoft esports-competitie uitgenodigd door het Franse bedrijf.
Het systeem van Oledcomm, dat door het leven gaat als LiFiMAX, moet theoretische snelheden bieden van tussen de 40Mbps en 100Mbps. Vergelijk je het met een normaal wifi-netwerk in een vliegtuig van rond de 15Mbps, zie je direct het grote verschil in maximale snelheid. Met LiFiMAX zal het mogelijk zijn om 4K-video’s te streamen, evenals het spelen van games en natuurlijk browsen via het internet. Oledcomm kan niks veranderen aan het signaal dat het vliegtuig ontvangt, er is dus nog altijd een kans dat de maximale snelheid zal dalen omwille van de ontvangst-snelheid van het vliegtuig. Het systeem moet later dit jaar in de vliegtuigen van AirFrance verschijnen.
Waarom is LiFi zo snel?
Dan rest er nog maar één vraag: hoe het LiFi-systeem zoveel sneller kan zijn dan reguliere wifi-verbindingen. Het antwoord zit in de technologie. In plaats van radiogolven, maakt LiFi gebruik van lichttransmissie voor het overbrengen van data. Door deze vorm van datatransmissie is de technologie sneller in drukbevolkte gebieden én ook nog een stuk veiliger gezien licht niet door muren kan penetreren. Er zitten ook nadelen aan, zo is het systeem een stuk duurder in vergelijking met normale verbindingen, én de range is met 29 meter ook nog een stuk kleiner. Daarmee is het de vraag of we deze vorm van dataverbindingen vaker gaan zien in vliegtuigen, of dat het een technologie is voor de ‘lucky few’ die met AirFrance mogen vliegen.