Test

Dit is een popup

Elektrisch rijden pas na 700.000 km groener dan rijden op benzine: waarheid of mythe?

Een onderzoek van een Luikse professor wijst erop dat elektrisch rijden pas na 700.000 km groener is dan rijden met een benzinewagen. Klopt de wiskunde ook?

Het grote vraagstuk over elektrisch rijden lijkt eindelijk gekraakt te zijn. Elektrische wagens worden vaak als milieuvriendelijk afgeschilderd, hoewel dat niet altijd het geval is, zoals wij aangeven in ons achtergrondstuk over de zogenaamde ecologische bandenafdruk. Exacte getallen voor een berekening hebben we daarvoor echter niet gebruikt, maar professor Damien Ernst van de Universiteit van Luik heeft dit nu wel gedaan. Volgens zijn berekening is elektrisch rijden gemiddeld pas na 700.000 km groener dan rijden met een benzinewagen. Wij bekeken zijn wiskunde van dichterbij.

De berekening van professor Ernst ziet er als volgt uit: hij neemt de gemiddelde energiekost van een batterij (18.696 kg CO2), het Europese gemiddelde van CO2-uitstoot per kWh (11 kg CO2 per 100 km), de gemiddelde CO2-uitstoot van een benzinewagen (13,68 kg CO2 per 100km) en de energiebehoeften voor de productie van de batterij. Vooral de productie van de batterij is hier, zoals verwacht, de boosdoener. Er kruipt namelijk meer tijd en werk (en dus ook CO2) in de productie van die batterij dan in de productie van een benzinemotor en ook die productie zorgt dus voor CO2-uitstoot. Volgens deze berekening zou een elektrische wagen van 60 kWh die 20 kWh/100 km verbruikt pas na 697.612 km voor minder CO2-uitstoot zorgen dan een benzinewagen die gemiddeld 6 liter per 100 km verbruikt.

Het gat in de berekening

Het grote probleem met deze wiskunde is dat het volledig gebaseerd is op gemiddelden. Je kan dus argumenteren dat het een beetje van toepassing is op alles, maar dit leidt ook tot de conclusie dat het getal in feite nietszeggend is. Dit getal verschilt namelijk per auto én per land. In Polen wordt er bijvoorbeeld amper groene energie gebruikt terwijl Noorwegen dan weer bijna volledig draait op groene energie. Exact dezelfde elektrische wagen zou zichzelf dan al sneller “terugverdienen” in Noorwegen dan in Polen. Hetzelfde gaat op voor de landen waar de batterijen van de elektrische wagens geproduceerd worden. Een elektrische wagen die van a tot z geproduceerd wordt in Noorwegen zal beduidend ecologischer zijn dan een elektrische wagen die hetzelfde proces doorloopt in Polen.

Wel geeft Ernst aan dat elektrische auto’s maar 30.000 à 40.000 km zouden moeten rijden om ecologischer te zijn dan benzinewagens als er voor 100% gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare energie. Die 700.000 km is dus een redelijk inhoudsloos getal dat mensen zonder reden schrik aanjaagt. Gezien het enorme aantal aan variabelen in die energievraagstuk zal het ook onmogelijk blijven om een hiervoor een representatieve berekening te maken.

Het grote vraagstuk over elektrisch rijden lijkt eindelijk gekraakt te zijn. Elektrische wagens worden vaak als milieuvriendelijk afgeschilderd, hoewel dat niet altijd het geval is, zoals wij aangeven in ons achtergrondstuk over de zogenaamde ecologische bandenafdruk. Exacte getallen voor een berekening hebben we daarvoor echter niet gebruikt, maar professor Damien Ernst van de Universiteit van Luik heeft dit nu wel gedaan. Volgens zijn berekening is elektrisch rijden gemiddeld pas na 700.000 km groener dan rijden met een benzinewagen. Wij bekeken zijn wiskunde van dichterbij.

De berekening van professor Ernst ziet er als volgt uit: hij neemt de gemiddelde energiekost van een batterij (18.696 kg CO2), het Europese gemiddelde van CO2-uitstoot per kWh (11 kg CO2 per 100 km), de gemiddelde CO2-uitstoot van een benzinewagen (13,68 kg CO2 per 100km) en de energiebehoeften voor de productie van de batterij. Vooral de productie van de batterij is hier, zoals verwacht, de boosdoener. Er kruipt namelijk meer tijd en werk (en dus ook CO2) in de productie van die batterij dan in de productie van een benzinemotor en ook die productie zorgt dus voor CO2-uitstoot. Volgens deze berekening zou een elektrische wagen van 60 kWh die 20 kWh/100 km verbruikt pas na 697.612 km voor minder CO2-uitstoot zorgen dan een benzinewagen die gemiddeld 6 liter per 100 km verbruikt.

Het gat in de berekening

Het grote probleem met deze wiskunde is dat het volledig gebaseerd is op gemiddelden. Je kan dus argumenteren dat het een beetje van toepassing is op alles, maar dit leidt ook tot de conclusie dat het getal in feite nietszeggend is. Dit getal verschilt namelijk per auto én per land. In Polen wordt er bijvoorbeeld amper groene energie gebruikt terwijl Noorwegen dan weer bijna volledig draait op groene energie. Exact dezelfde elektrische wagen zou zichzelf dan al sneller “terugverdienen” in Noorwegen dan in Polen. Hetzelfde gaat op voor de landen waar de batterijen van de elektrische wagens geproduceerd worden. Een elektrische wagen die van a tot z geproduceerd wordt in Noorwegen zal beduidend ecologischer zijn dan een elektrische wagen die hetzelfde proces doorloopt in Polen.

Wel geeft Ernst aan dat elektrische auto’s maar 30.000 à 40.000 km zouden moeten rijden om ecologischer te zijn dan benzinewagens als er voor 100% gebruik wordt gemaakt van hernieuwbare energie. Die 700.000 km is dus een redelijk inhoudsloos getal dat mensen zonder reden schrik aanjaagt. Gezien het enorme aantal aan variabelen in die energievraagstuk zal het ook onmogelijk blijven om een hiervoor een representatieve berekening te maken.

co2Connected Cardamien ernstelektrisch rijdenelektrische wagenevmilieu

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!