Nieuw voorstel weigert censurerende regeringen nieuwe IP-adressen
In een nieuw voorstel verliezen overheden die censuur toepassen mogelijk het recht om nieuwe websites te lanceren. AFRINIC, het bestuursorgaan dat de toekenning van IP-adressen regelt voor Afrika, lanceerde het voorstel en zal er in juni over stemmen. Het is van mening dat paal en perk moet worden gesteld aan regeringen die hun bevolking de toegang tot het internet weigeren wanneer ze zich bedreigd voelen.
Het internet is in vele landen de enige mogelijkheid om protesten te organiseren en dissidenten een stem te geven. Wanneer er onrust uitbreekt in een land, is het voor de desbetreffende overheid dan ook de makkelijkste optie om het internet af te sluiten. AFRINIC meent echter dat dat onmenselijk is en denkt daar iets aan te kunnen veranderen.
Zware straffen
Een overheid die de nieuwe regels zou schenden, kan een jaar lang geen nieuw IP-adres aanvragen, wat betekent dat een nieuwe website onbereikbaar zou blijven. Als eenzelfde regering drie overtredingen begaat in een periode van tien jaar, zal er vijf jaar lang geen IP-adres worden toegekend. Organisaties (zoals NGO’s) waarvan bewijs bestaat dat ze gelinkt zijn aan die overheid worden eveneens geweerd.
Getroffen regeringen zouden nog kunnen proberen het verbod te omzeilen door IP-adressen te ruilen met andere websites, maar in dat geval zou de ruilsite ook geblokkeerd worden. Het is AFRINIC menens.
Alleenstaand
AFRINIC is een organisatie die de verdeling van IP-adressen regelt voor Afrika. Elke regio ter wereld kent zijn eigen bestuursorgaan dat dezelfde taken uitvoert. Voor Europa is dat bijvoorbeeld RIPE NCC. Voorlopig is niet bekend of een andere organisatie de nieuwe regels van AFRINIC zou overnemen. Indien dat wel gebeurt, zou dat wel eens kunnen leiden tot internationale spanningen.
Censuur
Censuur staat bij ons te boek als een praktijk die voornamelijk wordt toegepast in landen als China, Iran en Noord-Korea. Volgens cijfers van het Brookings Institute kwam censuur het voorbije jaar echter voornamelijk voor in Indië (22 gevallen), Irak (22), ‘vrij’ Syrië (8), Pakistan (6) en Turkije (3). Als die landen geen nieuwe IP-adressen zouden krijgen, zouden ze ook geen propaganda meer kunnen verspreiden; er staat voor deze regeringen dus heel wat op het spel.
In een nieuw voorstel verliezen overheden die censuur toepassen mogelijk het recht om nieuwe websites te lanceren. AFRINIC, het bestuursorgaan dat de toekenning van IP-adressen regelt voor Afrika, lanceerde het voorstel en zal er in juni over stemmen. Het is van mening dat paal en perk moet worden gesteld aan regeringen die hun bevolking de toegang tot het internet weigeren wanneer ze zich bedreigd voelen.
Het internet is in vele landen de enige mogelijkheid om protesten te organiseren en dissidenten een stem te geven. Wanneer er onrust uitbreekt in een land, is het voor de desbetreffende overheid dan ook de makkelijkste optie om het internet af te sluiten. AFRINIC meent echter dat dat onmenselijk is en denkt daar iets aan te kunnen veranderen.
Zware straffen
Een overheid die de nieuwe regels zou schenden, kan een jaar lang geen nieuw IP-adres aanvragen, wat betekent dat een nieuwe website onbereikbaar zou blijven. Als eenzelfde regering drie overtredingen begaat in een periode van tien jaar, zal er vijf jaar lang geen IP-adres worden toegekend. Organisaties (zoals NGO’s) waarvan bewijs bestaat dat ze gelinkt zijn aan die overheid worden eveneens geweerd.
Getroffen regeringen zouden nog kunnen proberen het verbod te omzeilen door IP-adressen te ruilen met andere websites, maar in dat geval zou de ruilsite ook geblokkeerd worden. Het is AFRINIC menens.
Alleenstaand
AFRINIC is een organisatie die de verdeling van IP-adressen regelt voor Afrika. Elke regio ter wereld kent zijn eigen bestuursorgaan dat dezelfde taken uitvoert. Voor Europa is dat bijvoorbeeld RIPE NCC. Voorlopig is niet bekend of een andere organisatie de nieuwe regels van AFRINIC zou overnemen. Indien dat wel gebeurt, zou dat wel eens kunnen leiden tot internationale spanningen.
Censuur
Censuur staat bij ons te boek als een praktijk die voornamelijk wordt toegepast in landen als China, Iran en Noord-Korea. Volgens cijfers van het Brookings Institute kwam censuur het voorbije jaar echter voornamelijk voor in Indië (22 gevallen), Irak (22), ‘vrij’ Syrië (8), Pakistan (6) en Turkije (3). Als die landen geen nieuwe IP-adressen zouden krijgen, zouden ze ook geen propaganda meer kunnen verspreiden; er staat voor deze regeringen dus heel wat op het spel.