Google trekt streep door eigen zelfrijdende wagen
Google zal niet langer verder werken aan de Google Car. In plaats daarvan zal het bedrijf samenwerken met autofabrikanten om traditionele wagens te voorzien van zelfrijdende mogelijkheden. Volgens een verslag van The Information zal Google samenwerken met Fiat Chrysler om autonome wagens aan te bieden die traditionele rijfuncties voor mensen hebben. Tegen het einde van 2017 hoopt Google op deze manier een autonome taxidienst aan te kunnen bieden.
Concurrentie
Google was ooit pionier op het vlak van autonome wagens, maar de voorbije jaren zijn meerdere bedrijven op de kar van zelfrijdende auto’s gesprongen. Tesla biedt bijvoorbeeld al enige tijd zijn Autopilot aan, welke weliswaar niet volledig autonoom is, maar een mooie basis biedt. Uber wil dan weer de kosten van zijn taxidienst drukken door de nood aan chauffeurs weg te nemen.
Vooralsnog bleef Google koppig verder werken aan zijn autootjes die vanaf nul zijn opgebouwd om autonoom te kunnen rijden. Deze tactiek vereist echter een hoop tijd: Google werkt al sinds 2009 aan zelfrijdende auto’s. Hierdoor zijn concurrenten van het bedrijf erin geslaagd autonome rijfuncties sneller commercieel aan te bieden. Google lijkt te willen voorkomen dat het de race volledig verliest door samen te werken met een autofabrikant, wat een stuk gemakkelijker is.
Rijke geschiedenis
De basis voor de Google Car werd al in 2005 gelegd. Sebastian Thrun leidde toen een team van Stanford dat werkte aan de Stanley Robot Car. De wagen won de DARPA Grand Challenge in 2005, wat het team twee miljoen dollar opbracht. Thrun werd in 2009 door Google aangeworven om het Google Car-project te leiden.
Google begon zijn project in 2009 met zes Toyota Priussen en een Audi TT, die het voorzag van de nodige sensoren en software. Chauffeurs die een perfecte rijgeschiedenis hadden, werden betaald om achter het stuur van de wagens te zitten. Het aantal sensoren aan de auto’s werd stilletjes aan uitgebreid, waardoor er momenteel een gps, sensoren, camera’s, radar en lasers op de autonome auto’s terug te vinden is. Dankzij deze technologische snufjes kunnen de wagens maar liefst twee voetbalvelden ver ‘kijken’.
Google Car
In 2011 ruilde Google de wagens van Toyota om voor 23 Lexus RX450H SUV’s. Toen het bedrijf begon met het testen van de Lexussen hadden de wagens van Google al meer dan 225.000 kilometer afgelegd.
Google onthulde een prototype van zijn Google Car in 2014. Het autootje had geen stuur, gaspedalen, of remmen. Slechts een knop waarmee je de auto kon inschakelen, was terug te vinden op het dashboard. Aan de hand van het prototype bouwde Google tientallen wagens, welke een maximum snelheid konden rijden van 40 kilometer per uur. Tijdens de zomer van 2015 begon Google met het uittesten van de Google Car op de wegen van Mountain View.
Sindsdien is de Google Car in verschillende ongelukken terechtgekomen. Meestal waren de ongevallen te wijten aan andere chauffeurs of een slechte beslissing van de testbestuurder die voor de veiligheid in alle auto’s van Google aanwezig is. In februari bleek de software van Google voor het eerst niet onfeilbaar te zijn. Een Google Car botste met een snelheid van vijf kilometer per uur tegen een bus, toen de auto een uitwijkmanoeuvre uitvoerde. Gelukkig waren er geen gewonden te betreuren.
Fiat Chrysler
Eerder dit jaar liet Google al doorschemeren dat het van tactiek zou veranderen. Het bedrijf liet in mei weten dat het een overeenkomst had gesloten met Fiat Chrysler. De autofabrikant zal honderd Pacifica-minivans bouwen, waaraan Google zijn eigen software en hardware zal toevoegen. Doordat er plaats is voor acht personen in de wagens zijn de minivans ideaal om een autonome taxidienst mee op te zetten.
Google zal niet langer verder werken aan de Google Car. In plaats daarvan zal het bedrijf samenwerken met autofabrikanten om traditionele wagens te voorzien van zelfrijdende mogelijkheden. Volgens een verslag van The Information zal Google samenwerken met Fiat Chrysler om autonome wagens aan te bieden die traditionele rijfuncties voor mensen hebben. Tegen het einde van 2017 hoopt Google op deze manier een autonome taxidienst aan te kunnen bieden.
Concurrentie
Google was ooit pionier op het vlak van autonome wagens, maar de voorbije jaren zijn meerdere bedrijven op de kar van zelfrijdende auto’s gesprongen. Tesla biedt bijvoorbeeld al enige tijd zijn Autopilot aan, welke weliswaar niet volledig autonoom is, maar een mooie basis biedt. Uber wil dan weer de kosten van zijn taxidienst drukken door de nood aan chauffeurs weg te nemen.
Vooralsnog bleef Google koppig verder werken aan zijn autootjes die vanaf nul zijn opgebouwd om autonoom te kunnen rijden. Deze tactiek vereist echter een hoop tijd: Google werkt al sinds 2009 aan zelfrijdende auto’s. Hierdoor zijn concurrenten van het bedrijf erin geslaagd autonome rijfuncties sneller commercieel aan te bieden. Google lijkt te willen voorkomen dat het de race volledig verliest door samen te werken met een autofabrikant, wat een stuk gemakkelijker is.
Rijke geschiedenis
De basis voor de Google Car werd al in 2005 gelegd. Sebastian Thrun leidde toen een team van Stanford dat werkte aan de Stanley Robot Car. De wagen won de DARPA Grand Challenge in 2005, wat het team twee miljoen dollar opbracht. Thrun werd in 2009 door Google aangeworven om het Google Car-project te leiden.
Google begon zijn project in 2009 met zes Toyota Priussen en een Audi TT, die het voorzag van de nodige sensoren en software. Chauffeurs die een perfecte rijgeschiedenis hadden, werden betaald om achter het stuur van de wagens te zitten. Het aantal sensoren aan de auto’s werd stilletjes aan uitgebreid, waardoor er momenteel een gps, sensoren, camera’s, radar en lasers op de autonome auto’s terug te vinden is. Dankzij deze technologische snufjes kunnen de wagens maar liefst twee voetbalvelden ver ‘kijken’.
Google Car
In 2011 ruilde Google de wagens van Toyota om voor 23 Lexus RX450H SUV’s. Toen het bedrijf begon met het testen van de Lexussen hadden de wagens van Google al meer dan 225.000 kilometer afgelegd.
Google onthulde een prototype van zijn Google Car in 2014. Het autootje had geen stuur, gaspedalen, of remmen. Slechts een knop waarmee je de auto kon inschakelen, was terug te vinden op het dashboard. Aan de hand van het prototype bouwde Google tientallen wagens, welke een maximum snelheid konden rijden van 40 kilometer per uur. Tijdens de zomer van 2015 begon Google met het uittesten van de Google Car op de wegen van Mountain View.
Sindsdien is de Google Car in verschillende ongelukken terechtgekomen. Meestal waren de ongevallen te wijten aan andere chauffeurs of een slechte beslissing van de testbestuurder die voor de veiligheid in alle auto’s van Google aanwezig is. In februari bleek de software van Google voor het eerst niet onfeilbaar te zijn. Een Google Car botste met een snelheid van vijf kilometer per uur tegen een bus, toen de auto een uitwijkmanoeuvre uitvoerde. Gelukkig waren er geen gewonden te betreuren.
Fiat Chrysler
Eerder dit jaar liet Google al doorschemeren dat het van tactiek zou veranderen. Het bedrijf liet in mei weten dat het een overeenkomst had gesloten met Fiat Chrysler. De autofabrikant zal honderd Pacifica-minivans bouwen, waaraan Google zijn eigen software en hardware zal toevoegen. Doordat er plaats is voor acht personen in de wagens zijn de minivans ideaal om een autonome taxidienst mee op te zetten.