Test

Dit is een popup

Het universum dijt sneller uit dan verwacht

Ruimtevaart gaat vandaag al over grote afstanden, maar die afstanden worden volgens nieuw onderzoek sneller groter dan verwacht.

hubble

Dat het universum groter wordt, daar zijn wetenschappers het intussen over eens. Volgens de gangbare theorie dijt het uit tegen een vaste snelheid: de Hubble-constante. Wat die constante precies is, blijkt echter verre van duidelijk.

De aanvaarde waarde is afgeleid uit data van NASA’s Winkinson Microwave Anisotropy Probe (WMAP) en Planck. Beiden kijken naar het universum toen het nog in zijn kinderschoenen stond. Wetenschappers gebruikten de data om de Hubble Constante tot op 2,4 procent nauwkeurig te berekenen.

Supernova’s

Dat dachten ze toch: een team astronomen geleid door Nobelprijslaureaat Adam Weis richtte de Hubble-telescoop op 2.400 sterren en 300 supernova’s in negentien melkwegstelsels en probeerde zo de Hubble-constante te bekomen. De accurate bevindingen van het team duiden echter op een constante die vijf tot negen procent groter is, al naargelang de foutmarge.

hubble2

Zowel de werkwijze van Weis als de berekeningen met WMAP en Planck lijken op het eerste zicht te koppen. Dat impliceert dat het astronomen momenteel aan kennis ontbreekt om de Hubble-constante nauwkeurig vast te leggen. Weis en de zijnen stelde vast dat de constante 73,2 kilometer per seconde per megaparsec bedraagt. Een megaparsec is ongeveer drie miljoen lichtjaar. In mensentaal wil dat dus zeggen dat het universum per seconde 73,2 kilometer groter wordt genomen over een afstand van drie miljoen lichtjaar.

Vervelende resultaten

Met alle juiste gegevens bij de hand moet het in principe mogelijk zijn om aan de hand- van WMAP en Planck-gegevens uit te rekenen hoe snel het universum vandaag uitdijt. Het feit dat die berekening niet strookt met wat volgens het nieuwe onderzoek de werkelijkheid is, suggereert dat wetenschappers vooralsnog onvoldoende begrip hebben over wat er zich allemaal afspeelt in het universum. Vooral zogenaamde donkere energie, die een invloed zou hebben om de snelheid van de expansie, lijkt roet in het eten te gooien. Het zou ook kunnen dat er een tot nog toe ongekend subatomisch deeltje roet in het eten gooit.

Meer onderzoek

Het kan natuurlijk ook dat er iets verkeerd is gegaan met de observaties van Weis en zijn team, of dat zij foute conclusies trekken. De eerder bepaalde constante lijkt immers te passen in het standaardmodel, terwijl de nieuwe versie meer vragen dan antwoorden oproept. Zoals gewoonlijk in de wetenschap gaat het dus om een genuanceerd verhaal en is meer onderzoek aan de orde.

Daarvoor is de Hubble-telescoop natuurlijk nodig, en hoe lang die nog zal werken is onduidelijk. De Hubble krijgt momenteel geen onderhoud meer, niet in het minst omdat dat onmogelijk is sinds de pensionering van de Space Shuttle. Eind 2018 moet de James Webb-telescoop de oude Hubble vervangen.

hubble

Dat het universum groter wordt, daar zijn wetenschappers het intussen over eens. Volgens de gangbare theorie dijt het uit tegen een vaste snelheid: de Hubble-constante. Wat die constante precies is, blijkt echter verre van duidelijk.

De aanvaarde waarde is afgeleid uit data van NASA’s Winkinson Microwave Anisotropy Probe (WMAP) en Planck. Beiden kijken naar het universum toen het nog in zijn kinderschoenen stond. Wetenschappers gebruikten de data om de Hubble Constante tot op 2,4 procent nauwkeurig te berekenen.

Supernova’s

Dat dachten ze toch: een team astronomen geleid door Nobelprijslaureaat Adam Weis richtte de Hubble-telescoop op 2.400 sterren en 300 supernova’s in negentien melkwegstelsels en probeerde zo de Hubble-constante te bekomen. De accurate bevindingen van het team duiden echter op een constante die vijf tot negen procent groter is, al naargelang de foutmarge.

hubble2

Zowel de werkwijze van Weis als de berekeningen met WMAP en Planck lijken op het eerste zicht te koppen. Dat impliceert dat het astronomen momenteel aan kennis ontbreekt om de Hubble-constante nauwkeurig vast te leggen. Weis en de zijnen stelde vast dat de constante 73,2 kilometer per seconde per megaparsec bedraagt. Een megaparsec is ongeveer drie miljoen lichtjaar. In mensentaal wil dat dus zeggen dat het universum per seconde 73,2 kilometer groter wordt genomen over een afstand van drie miljoen lichtjaar.

Vervelende resultaten

Met alle juiste gegevens bij de hand moet het in principe mogelijk zijn om aan de hand- van WMAP en Planck-gegevens uit te rekenen hoe snel het universum vandaag uitdijt. Het feit dat die berekening niet strookt met wat volgens het nieuwe onderzoek de werkelijkheid is, suggereert dat wetenschappers vooralsnog onvoldoende begrip hebben over wat er zich allemaal afspeelt in het universum. Vooral zogenaamde donkere energie, die een invloed zou hebben om de snelheid van de expansie, lijkt roet in het eten te gooien. Het zou ook kunnen dat er een tot nog toe ongekend subatomisch deeltje roet in het eten gooit.

Meer onderzoek

Het kan natuurlijk ook dat er iets verkeerd is gegaan met de observaties van Weis en zijn team, of dat zij foute conclusies trekken. De eerder bepaalde constante lijkt immers te passen in het standaardmodel, terwijl de nieuwe versie meer vragen dan antwoorden oproept. Zoals gewoonlijk in de wetenschap gaat het dus om een genuanceerd verhaal en is meer onderzoek aan de orde.

Daarvoor is de Hubble-telescoop natuurlijk nodig, en hoe lang die nog zal werken is onduidelijk. De Hubble krijgt momenteel geen onderhoud meer, niet in het minst omdat dat onmogelijk is sinds de pensionering van de Space Shuttle. Eind 2018 moet de James Webb-telescoop de oude Hubble vervangen.

hubbleonderzoekruimtevaartWetenschap

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!