Draadloos internet via radiogolven haalt recordsnelheid van 6 Gbps
Een wetenschappelijk project in Duitsland heeft met succes radiogolven gebruikt om data te verplaatsen aan een gemiddelde snelheid van 6 gigabit per seconde, over een afstand van 36,7 kilometer. Het onderzoek kijkt specifiek naar de bruikbaarheid van de zogenaamde “E Band”-frequentie om gegevens draadloos te versturen.
E Band verwijst naar de 71-76 GHz-band in het radiospectrum, een golflengte die normaal door satellieten en televisiestations gebruikt wordt. Bij de demonstratie maakten de wetenschappers dan ook gebruik van zenders die doen denken aan de schotelantenne’s waarmee je satelliettelevisie opvangt. En net zoals die schotels is een van de belangrijkste problemen bij die frequentie dat het signaal niet altijd helder aankomt. De ontvanger in de opstelling maakt gebruik van een versterker voor zwakke signalen om data toch efficiënt binnen te halen.
Academici en telecomproviders experimenteren de laatste jaren sterk met diverse methodes om data te versturen. Een andere draadloze optie die veel potentieel toont is Li-Fi, dat gebruik maakt van licht om een netwerk te bewerkstelligen. Li-Fi haalt echter in tests nog niet de snelheden die ze in Duitsland met de E Band hebben gerealiseerd. Het E band-project ziet de satellietfrequentie als een kostenbesparend alternatief voor een snelle glasvezel-verbinding, die de noodzaak voor het leggen van kabels vermijd.
Een wetenschappelijk project in Duitsland heeft met succes radiogolven gebruikt om data te verplaatsen aan een gemiddelde snelheid van 6 gigabit per seconde, over een afstand van 36,7 kilometer. Het onderzoek kijkt specifiek naar de bruikbaarheid van de zogenaamde “E Band”-frequentie om gegevens draadloos te versturen.
E Band verwijst naar de 71-76 GHz-band in het radiospectrum, een golflengte die normaal door satellieten en televisiestations gebruikt wordt. Bij de demonstratie maakten de wetenschappers dan ook gebruik van zenders die doen denken aan de schotelantenne’s waarmee je satelliettelevisie opvangt. En net zoals die schotels is een van de belangrijkste problemen bij die frequentie dat het signaal niet altijd helder aankomt. De ontvanger in de opstelling maakt gebruik van een versterker voor zwakke signalen om data toch efficiënt binnen te halen.
Academici en telecomproviders experimenteren de laatste jaren sterk met diverse methodes om data te versturen. Een andere draadloze optie die veel potentieel toont is Li-Fi, dat gebruik maakt van licht om een netwerk te bewerkstelligen. Li-Fi haalt echter in tests nog niet de snelheden die ze in Duitsland met de E Band hebben gerealiseerd. Het E band-project ziet de satellietfrequentie als een kostenbesparend alternatief voor een snelle glasvezel-verbinding, die de noodzaak voor het leggen van kabels vermijd.