Waarom Steve Jobs zich (niet) omdraait in zijn graf
“If you need a stylus, you’ve already failed”, of “Who wants a stylus? You have to get ‘em, put ‘em away, you lose ‘em, yuck.” Het zijn enkele befaamde uitspraken wan wijlen Steve Jobs, de man die van Apple weer een innovator en wereldmacht wist te maken. Jobs was, zoals zijn uitspraken onmiskenbaar aangeven, een fervent tegenstander van alles dat zelfs maar leek op een stylus. Op zijn Keynote presenteerde Apple gisteren de iPad Pro, mét ‘Apple Pencil’. De lacherige reacties konden uiteraard niet uitblijven.
Touchscreens
Wat bezielt een bedrijf om een product uit te brengen waar één van de geestelijke vaders zo’n befaamde afkeer van had? De vraag die we ons echter moeten stellen, luidt: “zou Steve Jobs iets anders gedaan hebben?” Het antwoord volgens The Verge: nee. En ze hebben een goed punt. Toen Jobs de allereerste iPhone voorstelde, nu al acht jaar geleden, was hij er echt van overtuigd dat een stylus geen nut kan hebben in een wereld die geregeerd wordt door capacitieve touchscreens.
Natuurlijk was het evenzeer een verkooppraatje om capacitieve touchscreens aan te prijzen en de ‘resistive’ tegenhanger. Maar hij geloofde het echt. De wereld verandert echter, en de technologie is vaak nog veel sneller. Vandaag bestaan resisiteve touchscreens haast niet meer op toestellen die draagbaar zijn. Een printer of een kopieermachine heeft er misschien nog eentje, maar zelfs daar zijn ze aan het wegdeemsteren.
Onzinnig klein
Voor die schermen was een stylus vaak wel een handige toevoeging: je kon alle precisie gebruiken op een scherm dat soms nogal onbetrouwbaar was. Vandaag blijkt de nood aan een stylus uit een heel andere richting te komen: schermen worden almaar groter, en bediening met enkel de vingers kan dan soms onhandig zijn. Op een iPhone met een schermgrootte van 3,5 inch was dat natuurlijk onzinnig, en daar had Jobs meer dan gelijk in.
Ook professionals – denk aan tekenaars, ontwerpers, architecten en dergelijke meer – willen kunnen werken op een draagbaar toestel. Acht jaar na de befaamde uitspraken van Jobs blijkt er toch een (ander) publiek te bestaan. En het nieuwe Pencil catert daar ook perfect naar: iPad en potlood werken samen om te registreren wat je wilt doen. Wil je licht tekenen, bijvoorbeeld schaduwen aanbrengen, dan gebruik je lichte, schuinere bewegingen, wil je duidelijke lijnen uittekenen, dan gebruik je het rechter en met meer druk.
Voor Jobs was de iPhone, en zelfs een kleine iPad, niet geschikt voor echt grafisch werk te verzetten. Voor een iPad Pro worden de kaarten echter opnieuw geschud. Voor gewone gebruikers blijft het argument natuurlijk gelden, maar gewone gebruikers zullen ook niet snel de iPad Pro kopen.
“If you need a stylus, you’ve already failed”, of “Who wants a stylus? You have to get ‘em, put ‘em away, you lose ‘em, yuck.” Het zijn enkele befaamde uitspraken wan wijlen Steve Jobs, de man die van Apple weer een innovator en wereldmacht wist te maken. Jobs was, zoals zijn uitspraken onmiskenbaar aangeven, een fervent tegenstander van alles dat zelfs maar leek op een stylus. Op zijn Keynote presenteerde Apple gisteren de iPad Pro, mét ‘Apple Pencil’. De lacherige reacties konden uiteraard niet uitblijven.
Touchscreens
Wat bezielt een bedrijf om een product uit te brengen waar één van de geestelijke vaders zo’n befaamde afkeer van had? De vraag die we ons echter moeten stellen, luidt: “zou Steve Jobs iets anders gedaan hebben?” Het antwoord volgens The Verge: nee. En ze hebben een goed punt. Toen Jobs de allereerste iPhone voorstelde, nu al acht jaar geleden, was hij er echt van overtuigd dat een stylus geen nut kan hebben in een wereld die geregeerd wordt door capacitieve touchscreens.
Natuurlijk was het evenzeer een verkooppraatje om capacitieve touchscreens aan te prijzen en de ‘resistive’ tegenhanger. Maar hij geloofde het echt. De wereld verandert echter, en de technologie is vaak nog veel sneller. Vandaag bestaan resisiteve touchscreens haast niet meer op toestellen die draagbaar zijn. Een printer of een kopieermachine heeft er misschien nog eentje, maar zelfs daar zijn ze aan het wegdeemsteren.
Onzinnig klein
Voor die schermen was een stylus vaak wel een handige toevoeging: je kon alle precisie gebruiken op een scherm dat soms nogal onbetrouwbaar was. Vandaag blijkt de nood aan een stylus uit een heel andere richting te komen: schermen worden almaar groter, en bediening met enkel de vingers kan dan soms onhandig zijn. Op een iPhone met een schermgrootte van 3,5 inch was dat natuurlijk onzinnig, en daar had Jobs meer dan gelijk in.
Ook professionals – denk aan tekenaars, ontwerpers, architecten en dergelijke meer – willen kunnen werken op een draagbaar toestel. Acht jaar na de befaamde uitspraken van Jobs blijkt er toch een (ander) publiek te bestaan. En het nieuwe Pencil catert daar ook perfect naar: iPad en potlood werken samen om te registreren wat je wilt doen. Wil je licht tekenen, bijvoorbeeld schaduwen aanbrengen, dan gebruik je lichte, schuinere bewegingen, wil je duidelijke lijnen uittekenen, dan gebruik je het rechter en met meer druk.
Voor Jobs was de iPhone, en zelfs een kleine iPad, niet geschikt voor echt grafisch werk te verzetten. Voor een iPad Pro worden de kaarten echter opnieuw geschud. Voor gewone gebruikers blijft het argument natuurlijk gelden, maar gewone gebruikers zullen ook niet snel de iPad Pro kopen.