De Lijn start met proefproject zelfrijdende bus
Vlaanderen wil een pioniersrol op zich nemen in de ontwikkeling van autonome voertuigen, maar de regio moet daarbij enkele hordes overwinnen. Twee voorname beperkingen steken de kop op: eerst en vooral heeft België geen eigen automerk dat zijn schouders onder een dergelijk project kan zetten, en ten tweede ondertekende ons land een kleine 50 jaar geleden het verdag van Wenen over het wegverkeer. Daar staat in dat ieder voortuig een bestuurder moet hebben, en tussen de lijnen door lezen we dat robots niet tellen.
Bus zonder chauffeur
Dat mag de opkomst van de autonome bus niet tegenhouden. Met de ondertekening van een overeenkomst tussen Brussels Airport en de vervoersmaatschappij De Lijn, onder goedkeurend toezicht van Vlaams Minister voor Mobiliteit Ben Weyts (N-VA), gaat er vanaf vandaag een proefproject van start met als uiteindelijk doel een functionele zelfrijdende bus die haltes aandoet, passagiers meeneemt en zich tussen het verkeer waagt, net zoals een klassiek exemplaar.
De luchthaven: geschikt proefterrein
De keuze voor de nationale luchthaven als toneel voor het project is er één zowel uit noodzaak als opportuniteit. De luchthaven trekt iedere dag ongeveer 60.000 passagiers en 20.000 werknemers. Die parkeren zich vaak met de wagen in de buurt van de terminal of de bedrijven, waarna ze rekenen op het openbaar vervoer om hun eindbestemming te bereiken. In het geval van de werknemers is een busbediening zelfs 24 uur per dag noodzakelijk. Een zelfrijdende bus kan een dergelijke bediening eenvoudig en relatief goedkoop voorzien, terwijl het voor De Lijn financieel onhaalbaar is om chauffeurs ’s nachts te laten rijden.
Langs de andere kant is het domein rond de luchthaven waar de parkings en bedrijven zich bevinden in privéhanden. De wegen hebben een openbaar karakter maar het verkeer valt niet onder het verdrag van Wenen. Zo kan een proefproject met een autonome bus tussen echt verkeer van start gaan nog voor de wetgeving is aangepast. “Ik wil niet wachten totdat een project op de openbare weg mogelijk is”, aldus Weyts.
Aanvulling op gewone bus
Op termijn wil De Lijn zelfrijdende bussen inzetten als aanvulling op het huidige aanbod. Roger Kesteloot, directeur-generaal van De Lijn, benadrukt dat de robotbus niet als vervanging van de bus met bestuurder moet dienen. Hij ziet eerder een rol voor de vervoersmiddelen op bedrijventerreinen. De Lijn kan onmogelijk industrieparken bedienen en ritten terwijl snel en betaalbaar houden. Een overstap naar een zelfrijdende bus aan de ingang van een bedrijvenpark kan soelaas bieden.
Een ritje met een (gewone) bus toont aan wat het zelfrijdende exemplaar allemaal moet kunnen. Navigeren door personen- en vrachtverkeer wordt een must, net als anticiperen op veranderende omstandigheden, zoals afgesloten wegen ten gevolge van een Europese top.
Als het project vlot werkelijkheid wordt, zal Vlaanderen aan de top staan in een niche van geautonomiseerd vervoer. “We hebben geen autoconstructeurs noch grote budgetten voor R&D”, verduidelijkt Weyts, “en dus moeten we het voortouw nemen in specifieke niches."
Nog even geduld
Met de handtekening gaat het plan officieel van start maar op een functionele bus is het vermoedelijk wachten tot 2018. Na de zomer wordt een bestek gelanceerd en in 2016 duiden De Lijn en Brussels Airport Company een constructeur aan. De bus moet op termijn 250 passagiers per uur per richting vervoeren aan een gemiddelde snelheid van ongeveer 20 km/u.
Met het project hoopt Brussels Airport een betere bediening van zijn faciliteiten te verkrijgen, terwijl De Lijn verwacht om veel bij te leren in verband met de mogelijkheden van automatisering in veiligheid. Denk daarbij aan het automatisch aanpassen van de snelheid en automatisch remmen. De Lijn krijgt te maken met zo’n 6.000 incidenten per jaar dus daar is ruimte voor verbetering. Weyts vindt het dan weer belangrijk dat Vlaanderen het voortouw neemt waar mogelijk, en hoopt dat de autonome bussen op de luchthaven ook toeristen zullen aanspreken.
Het prijskaartje van het ambitieuze project bedraagt zo"n 360.000 euro. De helft daarvan is voor rekening van De Lijn, de andere helft neemt de luchthaven voor haar rekening.
Vlaanderen wil een pioniersrol op zich nemen in de ontwikkeling van autonome voertuigen, maar de regio moet daarbij enkele hordes overwinnen. Twee voorname beperkingen steken de kop op: eerst en vooral heeft België geen eigen automerk dat zijn schouders onder een dergelijk project kan zetten, en ten tweede ondertekende ons land een kleine 50 jaar geleden het verdag van Wenen over het wegverkeer. Daar staat in dat ieder voortuig een bestuurder moet hebben, en tussen de lijnen door lezen we dat robots niet tellen.
Bus zonder chauffeur
Dat mag de opkomst van de autonome bus niet tegenhouden. Met de ondertekening van een overeenkomst tussen Brussels Airport en de vervoersmaatschappij De Lijn, onder goedkeurend toezicht van Vlaams Minister voor Mobiliteit Ben Weyts (N-VA), gaat er vanaf vandaag een proefproject van start met als uiteindelijk doel een functionele zelfrijdende bus die haltes aandoet, passagiers meeneemt en zich tussen het verkeer waagt, net zoals een klassiek exemplaar.
De luchthaven: geschikt proefterrein
De keuze voor de nationale luchthaven als toneel voor het project is er één zowel uit noodzaak als opportuniteit. De luchthaven trekt iedere dag ongeveer 60.000 passagiers en 20.000 werknemers. Die parkeren zich vaak met de wagen in de buurt van de terminal of de bedrijven, waarna ze rekenen op het openbaar vervoer om hun eindbestemming te bereiken. In het geval van de werknemers is een busbediening zelfs 24 uur per dag noodzakelijk. Een zelfrijdende bus kan een dergelijke bediening eenvoudig en relatief goedkoop voorzien, terwijl het voor De Lijn financieel onhaalbaar is om chauffeurs ’s nachts te laten rijden.
Langs de andere kant is het domein rond de luchthaven waar de parkings en bedrijven zich bevinden in privéhanden. De wegen hebben een openbaar karakter maar het verkeer valt niet onder het verdrag van Wenen. Zo kan een proefproject met een autonome bus tussen echt verkeer van start gaan nog voor de wetgeving is aangepast. “Ik wil niet wachten totdat een project op de openbare weg mogelijk is”, aldus Weyts.
Aanvulling op gewone bus
Op termijn wil De Lijn zelfrijdende bussen inzetten als aanvulling op het huidige aanbod. Roger Kesteloot, directeur-generaal van De Lijn, benadrukt dat de robotbus niet als vervanging van de bus met bestuurder moet dienen. Hij ziet eerder een rol voor de vervoersmiddelen op bedrijventerreinen. De Lijn kan onmogelijk industrieparken bedienen en ritten terwijl snel en betaalbaar houden. Een overstap naar een zelfrijdende bus aan de ingang van een bedrijvenpark kan soelaas bieden.
Een ritje met een (gewone) bus toont aan wat het zelfrijdende exemplaar allemaal moet kunnen. Navigeren door personen- en vrachtverkeer wordt een must, net als anticiperen op veranderende omstandigheden, zoals afgesloten wegen ten gevolge van een Europese top.
Als het project vlot werkelijkheid wordt, zal Vlaanderen aan de top staan in een niche van geautonomiseerd vervoer. “We hebben geen autoconstructeurs noch grote budgetten voor R&D”, verduidelijkt Weyts, “en dus moeten we het voortouw nemen in specifieke niches."
Nog even geduld
Met de handtekening gaat het plan officieel van start maar op een functionele bus is het vermoedelijk wachten tot 2018. Na de zomer wordt een bestek gelanceerd en in 2016 duiden De Lijn en Brussels Airport Company een constructeur aan. De bus moet op termijn 250 passagiers per uur per richting vervoeren aan een gemiddelde snelheid van ongeveer 20 km/u.
Met het project hoopt Brussels Airport een betere bediening van zijn faciliteiten te verkrijgen, terwijl De Lijn verwacht om veel bij te leren in verband met de mogelijkheden van automatisering in veiligheid. Denk daarbij aan het automatisch aanpassen van de snelheid en automatisch remmen. De Lijn krijgt te maken met zo’n 6.000 incidenten per jaar dus daar is ruimte voor verbetering. Weyts vindt het dan weer belangrijk dat Vlaanderen het voortouw neemt waar mogelijk, en hoopt dat de autonome bussen op de luchthaven ook toeristen zullen aanspreken.
Het prijskaartje van het ambitieuze project bedraagt zo"n 360.000 euro. De helft daarvan is voor rekening van De Lijn, de andere helft neemt de luchthaven voor haar rekening.