Het geheim achter zwakke smartphonebatterijen
Klinkt het bovenstaande bekend? Veel smartphone-eigenaars tolereren al lange tijd de snel afnemende capaciteit van hun toestellen – voornamelijk omdat ze weinig keuze hebben.
De betere toestellen halen in het begin meestal de gewenste resultaten: zonder al te veel moeite een hele dag doorkomen zonder te moeten opladen. Daarna gaat die capaciteit echter al snel achteruit, en uiteindelijk moet je ergens doorheen je dag een stopcontact opzoeken.
[related_article id=”161563″]
Nochtans is de batterijduur al vanaf het begin één van de grote focuspunten van alle vormen van mobiele technologie. De eerste mobiele en draagbare toestellen konden niet al te lang functioneren zonder stroom, wat hun nut drastisch beperkte. Fabrikanten zochten dan ook naar oplossingen om de batterijen langer te doen meegaan.
Dat is de reden waarom de meeste mobiele toestellen van vandaag, zoals laptops en tablets, een heel degelijke tijd voortkunnen op een oplaadbeurt. Veel exemplaren, zeker in de iets hogere prijsklassen, halen de kaap van de acht uur die je nodig hebt om een volledige dag door te kunnen. De grote uitzondering: zelfs de high-end smartphones.
Maar waarom blijft de batterijduur zo"n probleem bij smartphones? Doen fabrikanten dan geen moeite om hierin te investeren? Wel, nee, en het lijkt mij vrij duidelijk waarom: ze hebben geen enkel voordeel om dit wel te doen. Erger nog: ze hebben een goede reden om het net niet te doen.
Het is geen nieuw verhaal. Je hoort regelmatig al dan niet geverifieerde verhalen over fabrikanten van wagens en huishoudtoestellen die expres foutjes inbouwen of met onderdelen van een lagere kwaliteit werken dan vroeger, omdat ze niet meer verkopen als hun klanten te lang vasthouden aan hun oude toestel. Vorige week kwam Apple voor gelijkaardige reden in de pers: zij zouden er bewust voor zorgen dat hun oudere modellen trager worden door het installeren van OS-updates – hoewel zoals wel vaker het bewijs wankel is.
Je ziet het zakelijk dilemma: innoveren en de beste oplossingen bedenken voor bestaande problemen is fijn en kan je helpen om toestellen te verkopen, maar als diezelfde vernieuwingen ervoor zorgen dat mensen jarenlang tevreden zijn met hetzelfde toestel, dan is dat problematisch. Een voorbeeld: de tabletmarkt zakt de laatste maanden steeds meer in, gedeeltelijk omdat klanten nog perfect tevreden zijn met het toestel dat ze al bezitten.
Met andere woorden: je hoeft het niet te zien als een bewuste strategie of een groot complot van de fabrikanten. Naar alle waarschijnlijkheid zit er geen trigger in je batterij die de capaciteit van het ding expres halveert als je telefoon een jaar oud is. Het is eenvoudiger: fabrikanten hebben geen reden om te investeren in onderzoek naar betere batterijen, want die slechte batterijen sporen mensen aan om sneller een nieuw toestel aan te schaffen.
In onze contreien zou dat al voldoende stimulans kunnen zijn – mensen die hun toestel als versleten beschouwen, kopen sneller een nieuw exemplaar aan. Het houdt echter ook een risico in: als klanten steeds de volle pot betalen voor het nieuwste toestel, dan schakelen ze misschien over naar een andere fabrikant als ze het gevoel krijgen geen kwaliteit aan te kopen.
Heel anders is de situatie in Amerika, en dat is nog steeds de grootste afzetmarkt voor vele smartphonemerken. Daar koopt zowat iedereen zijn smartphone aan met een bijhorend abonnement, waardoor zowat elke telecomprovider een systeem heeft waarbij je je oude smartphone na één of twee jaar mag inleveren voor een nieuwer model. Providers en smartphonefabrikanten hebben immers onderlinge deals; bepaalde toestellen zijn alleen verkrijgbaar bij een specifieke provider.
Dat maakt de situatie nog extremer: omdat de klant telkens voor relatief kleine meerkosten upgradet naar een nieuw model, niet alleen om het laatste nieuwe te bezitten maar ook voor die tip-top functionerende batterij, verkopen de fabrikanten meer toestellen en kunnen de providers hen steeds een nieuw abonnement aansmeren. Iedereen gelukkig dus, behalve de portefeuille van de eindklant.
Pasklare oplossingen voor dit probleem zijn er niet. Het beperkt zich immers niet tot één of zelfs maar een paar merken, en collectief geen nieuwe smartphones meer aanschaffen is ook weer geen oplossing. Maar op dit moment komen de fabrikanten weg met hun strategie omdat de consument die gebrekkige batterij gewoon accepteert als een fact of life.
Zolang hun strategie blijft werken en er niet genoeg protest komt, hebben ze uiteindelijk geen enkele reden om koers te wijzigen. Nochtans is er maar één bedrijf nodig dat slim inspeelt op de ontevredenheid van de koper om alle concurrenten overstag te laten gaan.
Klinkt het bovenstaande bekend? Veel smartphone-eigenaars tolereren al lange tijd de snel afnemende capaciteit van hun toestellen – voornamelijk omdat ze weinig keuze hebben.
De betere toestellen halen in het begin meestal de gewenste resultaten: zonder al te veel moeite een hele dag doorkomen zonder te moeten opladen. Daarna gaat die capaciteit echter al snel achteruit, en uiteindelijk moet je ergens doorheen je dag een stopcontact opzoeken.
[related_article id=”161563″]
Nochtans is de batterijduur al vanaf het begin één van de grote focuspunten van alle vormen van mobiele technologie. De eerste mobiele en draagbare toestellen konden niet al te lang functioneren zonder stroom, wat hun nut drastisch beperkte. Fabrikanten zochten dan ook naar oplossingen om de batterijen langer te doen meegaan.
Dat is de reden waarom de meeste mobiele toestellen van vandaag, zoals laptops en tablets, een heel degelijke tijd voortkunnen op een oplaadbeurt. Veel exemplaren, zeker in de iets hogere prijsklassen, halen de kaap van de acht uur die je nodig hebt om een volledige dag door te kunnen. De grote uitzondering: zelfs de high-end smartphones.
Maar waarom blijft de batterijduur zo"n probleem bij smartphones? Doen fabrikanten dan geen moeite om hierin te investeren? Wel, nee, en het lijkt mij vrij duidelijk waarom: ze hebben geen enkel voordeel om dit wel te doen. Erger nog: ze hebben een goede reden om het net niet te doen.
Het is geen nieuw verhaal. Je hoort regelmatig al dan niet geverifieerde verhalen over fabrikanten van wagens en huishoudtoestellen die expres foutjes inbouwen of met onderdelen van een lagere kwaliteit werken dan vroeger, omdat ze niet meer verkopen als hun klanten te lang vasthouden aan hun oude toestel. Vorige week kwam Apple voor gelijkaardige reden in de pers: zij zouden er bewust voor zorgen dat hun oudere modellen trager worden door het installeren van OS-updates – hoewel zoals wel vaker het bewijs wankel is.
Je ziet het zakelijk dilemma: innoveren en de beste oplossingen bedenken voor bestaande problemen is fijn en kan je helpen om toestellen te verkopen, maar als diezelfde vernieuwingen ervoor zorgen dat mensen jarenlang tevreden zijn met hetzelfde toestel, dan is dat problematisch. Een voorbeeld: de tabletmarkt zakt de laatste maanden steeds meer in, gedeeltelijk omdat klanten nog perfect tevreden zijn met het toestel dat ze al bezitten.
Met andere woorden: je hoeft het niet te zien als een bewuste strategie of een groot complot van de fabrikanten. Naar alle waarschijnlijkheid zit er geen trigger in je batterij die de capaciteit van het ding expres halveert als je telefoon een jaar oud is. Het is eenvoudiger: fabrikanten hebben geen reden om te investeren in onderzoek naar betere batterijen, want die slechte batterijen sporen mensen aan om sneller een nieuw toestel aan te schaffen.
In onze contreien zou dat al voldoende stimulans kunnen zijn – mensen die hun toestel als versleten beschouwen, kopen sneller een nieuw exemplaar aan. Het houdt echter ook een risico in: als klanten steeds de volle pot betalen voor het nieuwste toestel, dan schakelen ze misschien over naar een andere fabrikant als ze het gevoel krijgen geen kwaliteit aan te kopen.
Heel anders is de situatie in Amerika, en dat is nog steeds de grootste afzetmarkt voor vele smartphonemerken. Daar koopt zowat iedereen zijn smartphone aan met een bijhorend abonnement, waardoor zowat elke telecomprovider een systeem heeft waarbij je je oude smartphone na één of twee jaar mag inleveren voor een nieuwer model. Providers en smartphonefabrikanten hebben immers onderlinge deals; bepaalde toestellen zijn alleen verkrijgbaar bij een specifieke provider.
Dat maakt de situatie nog extremer: omdat de klant telkens voor relatief kleine meerkosten upgradet naar een nieuw model, niet alleen om het laatste nieuwe te bezitten maar ook voor die tip-top functionerende batterij, verkopen de fabrikanten meer toestellen en kunnen de providers hen steeds een nieuw abonnement aansmeren. Iedereen gelukkig dus, behalve de portefeuille van de eindklant.
Pasklare oplossingen voor dit probleem zijn er niet. Het beperkt zich immers niet tot één of zelfs maar een paar merken, en collectief geen nieuwe smartphones meer aanschaffen is ook weer geen oplossing. Maar op dit moment komen de fabrikanten weg met hun strategie omdat de consument die gebrekkige batterij gewoon accepteert als een fact of life.
Zolang hun strategie blijft werken en er niet genoeg protest komt, hebben ze uiteindelijk geen enkele reden om koers te wijzigen. Nochtans is er maar één bedrijf nodig dat slim inspeelt op de ontevredenheid van de koper om alle concurrenten overstag te laten gaan.