Computer herkent bingedrinkende tieners
Het is al meerdere malen uit onderzoek gebleken: wie te jong te veel alcohol begint te drinken, loopt een groter risico op een verslaving.
Hoewel het in België en Nederland nogal meevalt (het alcohol- en drugsgebruik bij onze minderjarige jongeren neemt al een paar jaar lichtjes af) is bingedrinken bij tieners in vele landen een groot probleem, met serieuze gevolgen. En uit onderzoek en ervaring blijkt dat bij overmatig drankgebruik, zeker bij jongeren, maar beter zo snel mogelijk wordt ingegrepen.
Daar schuilt natuurlijk ook meteen een probleem: hoe weet je of een jonge tiener zich zal ontwikkelen tot een bingedrinker? Om die vraag te beantwoorden, concentreerde veel wetenschappelijk onderzoek zich de laatste jaren op risicofactoren die uiteindelijk kunnen leiden tot bingedrinken en alcoholisme, en met resultaat.
Een recente studie wil het proces van vroege herkenning ondersteunen door een computer zo "af te richten" dat hij die risicofactoren kan herkennen in een grote hoeveelheid informatie over veertienjarige kinderen.
Robert Whelan, een onderzoeker in cognitieve neurologie, en zijn team gebruikten data zoals hersenfuncties, persoonlijkheid, levensloop, en genetische markers van honderden veertienjarigen, gekoppeld aan hun alcoholgebruik op zestienjarige leeftijd, om de computer bepaalde verbanden aan te leren.
Het computermodel bepaalt dus uit de data welke factoren de belangrijkste indicatoren van later drankmisbruik zijn. Toen de wetenschappers dat model toepasten op een nieuwe groep veertienjarigen, was de computer in 70 procent van de gevallen in staat om correct in te schatten of de tiener in kwestie bingedrinking had ontwikkeld op zestien.
Vroege interventies
Whelan noemt dit een belangrijke evolutie in het onderzoek naar en de preventie van alcoholmisbruik: "Binge-drinken bij tieners voorspellen is mogelijk. En als we nieuwere data kunnen gebruiken – zaken zoals de invloed van sociale media waren niet opgenomen in deze gegevens – geloof ik dat we nog beter kunnen dan 70 procent."
Daarnaast hoopt hij op doorbraken uit verder gevorderd genetisch onderzoek. Er is immers gebleken dat er een sterke genetische component is aan alcohol- en drugmisbruik, maar er is weinig geweten over de specifieke factoren die dit veroorzaken. Binnen een aantal jaren, als genetisch onderzoek verder staat, kunnen dan ook die gegevens bijdragen aan vroege interventies, hoopt hij.
Het is al meerdere malen uit onderzoek gebleken: wie te jong te veel alcohol begint te drinken, loopt een groter risico op een verslaving.
Hoewel het in België en Nederland nogal meevalt (het alcohol- en drugsgebruik bij onze minderjarige jongeren neemt al een paar jaar lichtjes af) is bingedrinken bij tieners in vele landen een groot probleem, met serieuze gevolgen. En uit onderzoek en ervaring blijkt dat bij overmatig drankgebruik, zeker bij jongeren, maar beter zo snel mogelijk wordt ingegrepen.
Daar schuilt natuurlijk ook meteen een probleem: hoe weet je of een jonge tiener zich zal ontwikkelen tot een bingedrinker? Om die vraag te beantwoorden, concentreerde veel wetenschappelijk onderzoek zich de laatste jaren op risicofactoren die uiteindelijk kunnen leiden tot bingedrinken en alcoholisme, en met resultaat.
Een recente studie wil het proces van vroege herkenning ondersteunen door een computer zo "af te richten" dat hij die risicofactoren kan herkennen in een grote hoeveelheid informatie over veertienjarige kinderen.
Robert Whelan, een onderzoeker in cognitieve neurologie, en zijn team gebruikten data zoals hersenfuncties, persoonlijkheid, levensloop, en genetische markers van honderden veertienjarigen, gekoppeld aan hun alcoholgebruik op zestienjarige leeftijd, om de computer bepaalde verbanden aan te leren.
Het computermodel bepaalt dus uit de data welke factoren de belangrijkste indicatoren van later drankmisbruik zijn. Toen de wetenschappers dat model toepasten op een nieuwe groep veertienjarigen, was de computer in 70 procent van de gevallen in staat om correct in te schatten of de tiener in kwestie bingedrinking had ontwikkeld op zestien.
Vroege interventies
Whelan noemt dit een belangrijke evolutie in het onderzoek naar en de preventie van alcoholmisbruik: "Binge-drinken bij tieners voorspellen is mogelijk. En als we nieuwere data kunnen gebruiken – zaken zoals de invloed van sociale media waren niet opgenomen in deze gegevens – geloof ik dat we nog beter kunnen dan 70 procent."
Daarnaast hoopt hij op doorbraken uit verder gevorderd genetisch onderzoek. Er is immers gebleken dat er een sterke genetische component is aan alcohol- en drugmisbruik, maar er is weinig geweten over de specifieke factoren die dit veroorzaken. Binnen een aantal jaren, als genetisch onderzoek verder staat, kunnen dan ook die gegevens bijdragen aan vroege interventies, hoopt hij.