Transistor op plasma is onverwoestbaar
Wetenschappelijk onderzoek staat niet stil. Zelfs een principe dat al zo lang bestaat als de transistor is voor verbetering vatbaar, en zulke verbeteringen plaveien de weg voor technologie die zo uit de toekomst lijkt te komen.
De transistor ligt aan de basis van de elektronica. De dingen controleren de doorstroom van energie en werken als een soort poort voor elektronische signalen. Een gewone computerchip telt er miljarden. Traditionele transistors worden uit siliconen gefabriceerd, maar exemplaren die met plasma werken zijn aan een opmars bezig.
Plasmatransistors zijn veel sterker dan hun conventionele tegenhangers. Vandaag worden ze al gebruikt in sommige medische instrumenten, maar over het algemeen zijn de toepassingen beperkt. Het grote nadeel van de technologie is de relatieve grootte van de transistors, en het feit dat ze 300 volt nodig hebben om te werken. De aandachtige lezer merkt hier op dat dat meer is dan er uit de muur komt. Er is ruimte voor verbetering dus.
Klein maar sterk
Dat vonden de Ingenieurs van de universiteit van Utah in de VS ook. Zij bouwden een revolutionaire plasmatransistor die maar liefst 500 keer kleiner is dan de kleinste plasmatransistor tot nu toe. Bovendien werken de dingen met een voltage dat zes keer lager ligt.
De toepassingen voor elektronische apparaten met zulke plasmatransistors komen recht uit de sciencefiction. Omdat de plasmatechnologie gebaseerd is op helium zijn hoge temperaturen geen probleem. De microscopische dingen trotseren met gemak temperaturen van meer dan 280 graden Celsius, meer dan een chip gebaseerd op siliconentransistors ooit zou aankunnen.
Elektronica die op de nieuwe plasmatechnologie zijn gebaseerd kunnen bijgevolg overleven in het hart van een nucleaire reactor, of vlakbij een atoombomexplosie. Dat Darpa, het researchcentrum van de Amerikaanse defensie, het onderzoek steunt is dus niet verwonderlijk.
De technologie is niet enkel nuttig voor toekomstige defensietoepassingen. Zo denken de ontwikkelaars luidop aan robots die beschadigde nucleaire reactoren kunnen repareren in omstandigheden die vandaag dodelijk zijn voor zowel mens als machine.
Als bijkomende bonus zenden de kleine dingetjes röntgenstralen uit, waardoor een smartphone met een röntgenscanner uitgerust kan worden. Nuttig voor militairen maar ook voor dokters en ambulanciers. De transistors kunnen zelfs gebruikt worden als realtime-meetinstrument voor luchtvervuiling.
Wetenschappelijk onderzoek staat niet stil. Zelfs een principe dat al zo lang bestaat als de transistor is voor verbetering vatbaar, en zulke verbeteringen plaveien de weg voor technologie die zo uit de toekomst lijkt te komen.
De transistor ligt aan de basis van de elektronica. De dingen controleren de doorstroom van energie en werken als een soort poort voor elektronische signalen. Een gewone computerchip telt er miljarden. Traditionele transistors worden uit siliconen gefabriceerd, maar exemplaren die met plasma werken zijn aan een opmars bezig.
Plasmatransistors zijn veel sterker dan hun conventionele tegenhangers. Vandaag worden ze al gebruikt in sommige medische instrumenten, maar over het algemeen zijn de toepassingen beperkt. Het grote nadeel van de technologie is de relatieve grootte van de transistors, en het feit dat ze 300 volt nodig hebben om te werken. De aandachtige lezer merkt hier op dat dat meer is dan er uit de muur komt. Er is ruimte voor verbetering dus.
Klein maar sterk
Dat vonden de Ingenieurs van de universiteit van Utah in de VS ook. Zij bouwden een revolutionaire plasmatransistor die maar liefst 500 keer kleiner is dan de kleinste plasmatransistor tot nu toe. Bovendien werken de dingen met een voltage dat zes keer lager ligt.
De toepassingen voor elektronische apparaten met zulke plasmatransistors komen recht uit de sciencefiction. Omdat de plasmatechnologie gebaseerd is op helium zijn hoge temperaturen geen probleem. De microscopische dingen trotseren met gemak temperaturen van meer dan 280 graden Celsius, meer dan een chip gebaseerd op siliconentransistors ooit zou aankunnen.
Elektronica die op de nieuwe plasmatechnologie zijn gebaseerd kunnen bijgevolg overleven in het hart van een nucleaire reactor, of vlakbij een atoombomexplosie. Dat Darpa, het researchcentrum van de Amerikaanse defensie, het onderzoek steunt is dus niet verwonderlijk.
De technologie is niet enkel nuttig voor toekomstige defensietoepassingen. Zo denken de ontwikkelaars luidop aan robots die beschadigde nucleaire reactoren kunnen repareren in omstandigheden die vandaag dodelijk zijn voor zowel mens als machine.
Als bijkomende bonus zenden de kleine dingetjes röntgenstralen uit, waardoor een smartphone met een röntgenscanner uitgerust kan worden. Nuttig voor militairen maar ook voor dokters en ambulanciers. De transistors kunnen zelfs gebruikt worden als realtime-meetinstrument voor luchtvervuiling.