VS geeft internet uit handen: een groot gevaar?
De Verenigde Staten controleren sinds het ontstaan van het internet een van de belangrijkste en essentiële functies van het web. Die controle wil het land nu uit handen geven.
Uitleggen wat de VS precies controleren, en wat ze bijgevolg uit handen geven, gaat niet in één zinnetje. Het internet is een technisch hoogstandje, dus een iets langere uitleg is vereist.
Om te weten wat er precies gaande is, moet je weten wat er gebeurt wanneer je een internetadres in je browser intypt. Uiteraard verschijnt de gevraagde webpagina, maar heb je je ooit al eens afgevraagd hoe die op je scherm terechtkomt?
Telefoonboek
Als voorbeeld nemen we ZDNet.be. Wanneer je dat adres in je browser ingeeft, gaat die een beetje op dezelfde wijze te werk als wanneer jij, in de tijd dat telefoonboeken nog bestonden, op zoek zou gaan naar het telefoonnummer van Jef Peters. Om het nummer van Jef te vinden moet je eerst weten waar hij ongeveer woont.
Stel dat Jef woont in Antwerpen, dan kan je binnen de bladzijden gewijd aan Antwerpen op zoek gaan naar Peters J. Achter zijn naam staat dan een nummer. Typ dat nummer in je telefoontoestel in, en je komt bij de heer Peters terecht. Om de analogie te laten kloppen moeten we er wel van uitgaan dat er geen twee mensen met dezelfde naam in dezelfde regio wonen.
Topleveldomein
De regio wordt in het geval van een internetadres vertegenwoordigd door de .be in de naam. Die .be, of natuurlijk ook een .com, een .nl en zo verder, noemen we een topleveldomein. Je browser gaat aan de hand van dat topleveldomein op zoek in de server met de adressen van .be, en vraagt daar na wie ZDNet bezit. Zo’n server heet een domain name server, of DNS.
De .be-dns (of een van de identieke .be-servers, één server kan al het internetverkeer uiteraard niet aan) geeft aan de browser een nummer en een plaats, zodat die bij de server terechtkomt waar ZDNet op staat. Als er eenmaal contact is gemaakt, verschijnt je favoriete technologiewebsite proper op je scherm.
Logisch, maar je merkt misschien al een gaatje in het verhaal op. Je browser moet immers ook weten waar de juiste dns-server zich bevindt. Een ultieme domeinnaamserver zeg maar, die de weg naar alle .com-, .be-, .nl- en .org-domeinnaamservers kan wijzen.
Die ultieme dns bestaat sinds het begin van het internet en is, indirect, onder de controle van de Verenigde Staten.
God
Dat komt doordat het internet ontstaan is in de VS, met name bij Darpa en aan de universiteit van Californië. In de vroege dagen was de controle over de koning van alle domeinnaamservers in handen van één man: Jon Postel. Zijn functie was zo belangrijk dat hij de bijnaam ‘god’ kreeg. Dat geeft je een idee van het belang van de root-dns.
Intussen ligt de controle van de ultieme domain name resolver bij Icann, een non-profitorganisatie, die via een bureaucratische ladder omhoog nog steeds onder toezicht van het ministerie van Handel van de VS staat. Icann is de instantie die topleveldomeinen kan aanmaken, zoals .info, .xxx, .museum enzovoort.
Al in 1998 besliste toenmalig president Bill Clinton dat het internet te groot was om alleen door de VS gecontroleerd de worden. Hij initieerde een plan dat de controle tegen het jaar 2000 uit de handen van de regering moest halen. Een plan dat duidelijk wat vertraging heeft opgelopen.
De aankondiging van de VS om de controle alsnog uit handen te geven blaast Clintons idee nieuw leven in. Icann zal nu, in samenwerking met de internationale gemeenschap, kijken wie de controle over de root-dns zal overnemen. Hoogstwaarschijnlijk zal het om een samenwerking tussen verschillende regeringen en private instanties gaan.
Grote firewall
Hoe belangrijk is dit nieuws nu voor de modale internetgebruiker? Wel, de overdracht van de controle zal in ieder geval niets afdoen aan de spionage van de NSA. De twee staan totaal los van elkaar. Technisch gezien bezitten de VS momenteel de macht om het internet uit de schakelen. Als de root-domeinnaamserver beslist om alle aanvragen voor locaties van .nl en .com niet langer door te verwijzen naar hun juiste bestemming, werkt het wereldwijde web immers niet meer.
In de praktijk stelt de macht van de VS echter niet zoveel voor. Zij hebben nog nooit misbruik gemaakt van hun controle over het internet, en zijn dat ook niet onmiddellijk van plan. Verwar deze controle wederom niet met de NSA-acties. Die praktijken zijn uiteraard een misbruik van macht maar stammen niet uit de controle van de root-dns.
Het ideale internet
Toch is het gemakkelijk om als eerste reflex positief te reageren op het nieuws uit de VS. Het is inderdaad hun taak niet om het net te beheren, ook al leverden ze tot op vandaag goed werk.
De vraag is nu wie de controle over het internet zal overnemen. Een gezamenlijk bestuur, uitgeoefend door de landen in de wereld, klinkt mooi, maar de waarheid is mogelijk niet zo idyllisch. Ook China en Rusland zijn immers landen in de wereld, en dan nog niet van de minste. En hun ideale internet ziet er niet zo uit als het onze. Denk maar aan de grote firewall van China.
Of er daadwerkelijk veel zal veranderen zonder de VS achter het stuur is de vraag. Feit is wel dat met de machtsoverdracht een nieuw gevaar voor internetcensuur ontstaat waarvoor Icann en de democratische landen van de wereld op hun hoede moeten zijn.
De Verenigde Staten controleren sinds het ontstaan van het internet een van de belangrijkste en essentiële functies van het web. Die controle wil het land nu uit handen geven.
Uitleggen wat de VS precies controleren, en wat ze bijgevolg uit handen geven, gaat niet in één zinnetje. Het internet is een technisch hoogstandje, dus een iets langere uitleg is vereist.
Om te weten wat er precies gaande is, moet je weten wat er gebeurt wanneer je een internetadres in je browser intypt. Uiteraard verschijnt de gevraagde webpagina, maar heb je je ooit al eens afgevraagd hoe die op je scherm terechtkomt?
Telefoonboek
Als voorbeeld nemen we ZDNet.be. Wanneer je dat adres in je browser ingeeft, gaat die een beetje op dezelfde wijze te werk als wanneer jij, in de tijd dat telefoonboeken nog bestonden, op zoek zou gaan naar het telefoonnummer van Jef Peters. Om het nummer van Jef te vinden moet je eerst weten waar hij ongeveer woont.
Stel dat Jef woont in Antwerpen, dan kan je binnen de bladzijden gewijd aan Antwerpen op zoek gaan naar Peters J. Achter zijn naam staat dan een nummer. Typ dat nummer in je telefoontoestel in, en je komt bij de heer Peters terecht. Om de analogie te laten kloppen moeten we er wel van uitgaan dat er geen twee mensen met dezelfde naam in dezelfde regio wonen.
Topleveldomein
De regio wordt in het geval van een internetadres vertegenwoordigd door de .be in de naam. Die .be, of natuurlijk ook een .com, een .nl en zo verder, noemen we een topleveldomein. Je browser gaat aan de hand van dat topleveldomein op zoek in de server met de adressen van .be, en vraagt daar na wie ZDNet bezit. Zo’n server heet een domain name server, of DNS.
De .be-dns (of een van de identieke .be-servers, één server kan al het internetverkeer uiteraard niet aan) geeft aan de browser een nummer en een plaats, zodat die bij de server terechtkomt waar ZDNet op staat. Als er eenmaal contact is gemaakt, verschijnt je favoriete technologiewebsite proper op je scherm.
Logisch, maar je merkt misschien al een gaatje in het verhaal op. Je browser moet immers ook weten waar de juiste dns-server zich bevindt. Een ultieme domeinnaamserver zeg maar, die de weg naar alle .com-, .be-, .nl- en .org-domeinnaamservers kan wijzen.
Die ultieme dns bestaat sinds het begin van het internet en is, indirect, onder de controle van de Verenigde Staten.
God
Dat komt doordat het internet ontstaan is in de VS, met name bij Darpa en aan de universiteit van Californië. In de vroege dagen was de controle over de koning van alle domeinnaamservers in handen van één man: Jon Postel. Zijn functie was zo belangrijk dat hij de bijnaam ‘god’ kreeg. Dat geeft je een idee van het belang van de root-dns.
Intussen ligt de controle van de ultieme domain name resolver bij Icann, een non-profitorganisatie, die via een bureaucratische ladder omhoog nog steeds onder toezicht van het ministerie van Handel van de VS staat. Icann is de instantie die topleveldomeinen kan aanmaken, zoals .info, .xxx, .museum enzovoort.
Al in 1998 besliste toenmalig president Bill Clinton dat het internet te groot was om alleen door de VS gecontroleerd de worden. Hij initieerde een plan dat de controle tegen het jaar 2000 uit de handen van de regering moest halen. Een plan dat duidelijk wat vertraging heeft opgelopen.
De aankondiging van de VS om de controle alsnog uit handen te geven blaast Clintons idee nieuw leven in. Icann zal nu, in samenwerking met de internationale gemeenschap, kijken wie de controle over de root-dns zal overnemen. Hoogstwaarschijnlijk zal het om een samenwerking tussen verschillende regeringen en private instanties gaan.
Grote firewall
Hoe belangrijk is dit nieuws nu voor de modale internetgebruiker? Wel, de overdracht van de controle zal in ieder geval niets afdoen aan de spionage van de NSA. De twee staan totaal los van elkaar. Technisch gezien bezitten de VS momenteel de macht om het internet uit de schakelen. Als de root-domeinnaamserver beslist om alle aanvragen voor locaties van .nl en .com niet langer door te verwijzen naar hun juiste bestemming, werkt het wereldwijde web immers niet meer.
In de praktijk stelt de macht van de VS echter niet zoveel voor. Zij hebben nog nooit misbruik gemaakt van hun controle over het internet, en zijn dat ook niet onmiddellijk van plan. Verwar deze controle wederom niet met de NSA-acties. Die praktijken zijn uiteraard een misbruik van macht maar stammen niet uit de controle van de root-dns.
Het ideale internet
Toch is het gemakkelijk om als eerste reflex positief te reageren op het nieuws uit de VS. Het is inderdaad hun taak niet om het net te beheren, ook al leverden ze tot op vandaag goed werk.
De vraag is nu wie de controle over het internet zal overnemen. Een gezamenlijk bestuur, uitgeoefend door de landen in de wereld, klinkt mooi, maar de waarheid is mogelijk niet zo idyllisch. Ook China en Rusland zijn immers landen in de wereld, en dan nog niet van de minste. En hun ideale internet ziet er niet zo uit als het onze. Denk maar aan de grote firewall van China.
Of er daadwerkelijk veel zal veranderen zonder de VS achter het stuur is de vraag. Feit is wel dat met de machtsoverdracht een nieuw gevaar voor internetcensuur ontstaat waarvoor Icann en de democratische landen van de wereld op hun hoede moeten zijn.