Hoe maak je betere foto’s voor eBay of Marktplaats?
Met de opkomst van onlineveilingsites heeft het grote publiek de wereld van de productfotografie ontdekt. Om goede productshots te maken heb je geen duur materiaal nodig. Wij tonen hoe je geslaagde productfoto’s maakt met een minimum aan uitrusting.
Wil je iets verkopen op een tweedehands- of veilingsite, dan heb je aantrekkelijke foto’s nodig. Dus gingen amateurfotografen over heel de wereld aan de slag, vaak met de keukentafel als werkblad. Wie de smaak te pakken kreeg, bouwde een zolderkamer om tot productstudio. Die werd meestal gevuld met allerlei gadgets en oplossingen die betere productshots beloofden – meestal gevonden en gekocht op diezelfde websites. Het is heel verleidelijk om een hoop geld uit te geven aan een studio-opstelling. Maar krijg je meer geld voor een tweedehands koffiezetapparaat als je die in een dure lichttent fotografeert?
[related_article id=”160734″]
Desktopfotografie
Dit artikel wordt geen praktijkgids voor perfecte productshots. Ik ga geen opstelling onthullen waarmee je gegarandeerd een geslaagde foto kan maken. Ik wil je aanmoedigen om dingen uit te proberen. Zoek niet naar een zuiver technische oplossing maar experimenteer, en durf met goedkope spullen te werken en durf fouten te maken. Ik maak zelf packshots voor mijn klanten met belachelijk duur materiaal, maar soms moet je een stap achteruit zetten en jezelf afvragen of het niet veel eenvoudiger en goedkoper kan. Meestal wel.
Productfotografie verschilt niet wezenlijk van andere vormen van fotografie. We hebben licht nodig, we moeten het licht controleren, en we hebben een plaats nodig om de foto te maken. We beperken ons hier tot voorwerpen die op een tafel of werkblad passen – noem het desktopfotografie.
Niet alleen de studio kan eenvoudig, ook de camera. De forexplaat met daglicht en een iPhone als camera.
Werkbladen
Waarop bouw je je desktopstudio? Als je in de open lucht wilt werken, kan je een tuintafel gebruiken, of een houten plaat uit een doe-het-zelfzaak die je op twee opklapbare schragen plaatst. Een plaat uit osb of mdf is ideaal.
Mag het wat duurder zijn, dan kan je een kant-en-klaar tafelblad en schragen bij Ikea kopen. De Finnvard-schragen van Ikea zijn heel stabiel en in de hoogte verstelbaar. We willen niet klinken als een advertentie voor die Zweden, maar in hun winkels vind je een boel spulletjes die bij productfotografie van pas kunnen komen. De Samla-dozen bijvoorbeeld, om de andere spulletjes in op te bergen.
Als iemand die je kent net een nieuwe vloer heeft gelegd, dan heeft die vast en zeker vloertegels of laminaatplanken over. Dat zijn ideale ondergronden om kleine voorwerpen op te fotograferen. Met een lage camerahoek en licht uit de juiste richting merkt niemand dat je product op een simpele tegel of vloerplank staat.
Wat ik zelf vaak gebruik is een forexpaneel: een plaat uit 3 mm dikke pvc-kunststof die ik in een hoek van 90 graden heb gebogen om een naadloze ondergrond en achterwand te krijgen. Forex wordt veel gebruikt voor reclameborden; het is licht, heeft een oppervlaktetextuur en kan door warmte vervormd worden.
Ik haalde een paneel bij een lokale bordenmaker. Om het in de gewenste vorm te plooien, legde ik het op een werkblad met de helft op het blad. Ik ging met een verfstripper over het middendeel tot dat week werd en het deel dat over de tafel uitstak onder zijn eigen gewicht omplooide. Toen het in een hoek van 90 graden hing, liet ik het afkoelen. Ik kan deze losstaande basis overal gebruiken, zonder dat ik achtergrondsystemen nodig heb. Deze is al vaak van pas gekomen voor packshots die snel klaar moesten zijn.
Achtergronden, reflectoren en vlaggen
Begin met een eenvoudige lichtopstelling. Met één lichtbron en een paar reflectoren kan je al veel doen. Je hoeft echt geen reflectieschermen aan te schaffen. Als je een taart haalt bij de bakker, is de kans groot dat die op een rond stuk karton met goudkleurige folie staat. Niet weggooien – het is een gratis reflector.
Ik heb een paar kleine rondreflectoren en een set goud- en zilverkleurige kaartjes. Je kan ook zelf een reflector maken met een stuk karton waarop je aluminiumfolie kleeft. Of maak er meteen twee: een met de glanzende kant van de folie, en een met de matte kant. Voor shots van producten die op een tafel passen, hoeven ze niet groter dan een A4 te zijn. Kleinere formaten komen altijd van pas.
Ga ook eens kijken in een winkel met kunstbenodigdheden. Heb je je ooit afgevraagd wat een inlijster doet met het middenstuk dat hij uit een passe-partout snijdt? De winkel bij mij in de buurt verkoopt die per tien stuks voor twee euro. Neem ook eens kijkje bij de afdeling papier en karton. Glanzend wit of zwart karton vormt een prima achtergrond; wit of zwart levert een ondergrond, en je kan het gebruiken als reflector om licht te weerkaatsen (wit) of als ‘vlag’ om licht te blokkeren (zwart).
Neem meteen ook wat Pritt-tabs mee, een soort zelfklevende rubbergom die je kan gebruiken om posters aan de muur te hangen, maar ook om kleine reflectoren of stukken karton in je tafelstudio vast te zetten. Het kleeft goed en laat geen sporen na wanneer je het weer verwijdert. Bewaar het in een afsluitbare zak of een goed gesloten doosje. Neem nog een paar kwasten mee om stof te verwijderen, een breekmes en wat kleefband en je bent klaar.
De volgende halte is de doe-het-zelfzaak. Hier vind je de beste en goedkoopste reflectieschermen: isolatiepanelen uit wit polystyreen. Plak er een paar aan elkaar met ducttape en je hebt een vrijstaand reflectiescherm voor packshots. Onmisbare wapens in het arsenaal van elke fotograaf zijn stevige ducttape en gaffertape (tape waarmee je zowat alles stevig kan fixeren, en die je zo weer kan verwijderen). Ik verkies het merk Nichiban, omdat die het minste lijm achterlaat als je hem verwijdert.
Neem ook wat pcv-buisjes en verbindingsstukken mee om je achtergrond tegen te zetten. In de rommelbakken aan de kassa’s vind je gegarandeerd klemmen in verschillende maten. Neem die mee om de achtergrond vast te klemmen en om allerlei dingen aan tafels te bevestigen.
Ook de kostprijs waard zijn dunne doorschijnende of heldere plexiglaspanelen. De doorschijnende kan je gebruiken om een onderwerp van beneden te verlichten, en bij de heldere variant krijg je mooie reflecties van het voorwerp dat erop staat. Koop geen te dik plexiglas, want dan krijg je dubbele reflecties: het voorwerp reflecteert dan zowel in de bovenkant als de onderkant van het paneel. Om voorwerpen met reflecties te fotograferen kan je ook de dunne (2 mm) glasplaat van een fotolijst uit de Ikea gebruiken.
Belichting
De voor de hand liggende optie voor productfotografie is flitslicht: hetzij opzetflitsers, hetzij studioflitsers. Veel licht en veel diffusers om de schaduwen zacht te maken: een veilige en trefzekere keuze. Maar je bent gauw 600 euro of meer kwijt aan twee flitsers.
Heb je echt flitslicht nodig? Een product gaat niet lopen, dus je sluitertijd mag wat langer zijn. Continulicht is daardoor een prima alternatief. Een paar jaar geleden waren zogenaamde ‘bouwlampen’ in de mode: goedkope en krachtige halogeenlampen. Je moest de witbalans wel goed instellen om realistische kleuren te krijgen, maar dat is zo moeilijk niet. Het grootste nadeel was de warmteontwikkeling.
Vandaag zijn fluorescerende ‘daglichtlampen’ erg in trek. Ze hebben een goed kleurenspectrum dat daglicht benadert, en passen in een standaard schroeffitting. Verwar ze niet met gewone spaarlampen, die de kleurtemperatuur van tungstenlampen hebben.
Terug naar Ikea. Daar vind je heel wat bruikbare bureaulampen. Voor productfotografie zijn lampen met verstelbare armen ideaal; je hebt geen lichtstatief nodig maar klemt ze gewoon vast aan het tafelblad of plaatst ze op hun eigen voet. De meeste hebben een standaard schroeffitting. Tertial is een bureaulamp met klem, en voor 9,99 euro is het een absoluut koopje.
Ook ledverlichting komt steeds meer opzetten. De lampen zijn klein, krachtig en worden niet warm. Maar kijk uit met led: het licht dat ze produceren, wijkt behoorlijk af van daglicht en kan kleurzwemen veroorzaken. Vooral de kleuren rood en groen worden daardoor beïnvloed. Bovendien lijkt het van je camera af te hangen hoe hij ledlicht registreert. Vooral goedkope ledlampen zijn vaak problematisch.
Door de tent zo te draaien dat de zon er vlak achter staan en het binnendeel te verwijderen krijgen we een dramatisch backlighteffect. Er blijft voldoende omgevingslicht om het etiket goed te belichten. De zon straalt mooi door het flesje.
Zonlicht
De goedkoopste lichtbron is vaak ook de beste: de zon. Zonlicht is niet altijd even makkelijk te controleren, maar de mooiste lichtbron die we kunnen gebruiken. Je kan zowel binnen als buiten met zonlicht werken. Ons gebogen forexpaneel kunnen we op een keukentafel belichten met omgevingslicht, of buiten op een tuintafel in de volle zon. In beide gevallen zullen we de zon moeten temmen.
Op een bewolkte dag is het licht vanzelf al zacht, maar als je op een heldere dag buiten werkt, moet je het zonlicht zachter maken met een diffusor. Hier wil ik wel afwijken van het plan om alles zelf te bouwen: er gaat niets boven een goedkope lichttent die je in een camerawinkel kan aanschaffen. Je kan zelf met doeken een eigen diffusor maken, maar een kant-en-klare lichttent is sneller opgesteld.
Bij felle zon zal de lichttent niet volstaan om het licht zacht genoeg te maken. Leg dan een zwarte doek op de tent om het zonlicht te blokkeren. Met de eenvoudige hulpstukken die we al eerder beschreven, kan je in de lichttent het gewenste effect verkrijgen.
Patronen en lichtvlekken
Om het licht van een bureaulamp zachter te maken, volstaat een vel tekenpapier, of het dunne papier waarin nieuwe schoenen verpakt zijn. Het geeft niet dat dat verfrommeld is: daardoor krijg je interessante patronen in het licht.
Mijn geliefkoosde jachtterrein voor diffusiemateriaal is een textielgroothandel. Bij mij in de buurt is er een die snijresten en het einde van rollen per kilo van de hand doet. Ik kocht er een stuk doorschijnende witte stof van 3 bij 5 meter. Dat neem ik altijd mee voor shoots op locatie. Ik kan het voor een raam of op een achtergrond hangen om het zonlicht zachter te maken. Na afloop prop ik de stof in een tas.
Als je stof netjes opplooit, krijg je duidelijke plooien die afgetekende schaduwlijnen veroorzaken. Door ze op te proppen krijg je een natuurlijk patroon van kreuken. In de tas zitten ook een groot stuk zwarte stof dat ik gebruik om licht te blokkeren, en verschillende soorten doorschijnende stoffen. Als je geen stoffenwinkel vindt, koop dan een vitragegordijn bij Ikea. Dat verzacht ook het licht, en omdat het een gordijn is, kan je het makkelijk aan een achtergrondsysteem hangen.
Lichtvlekken
Soms willen we geen zacht licht, maar een gebroken patroon met lichtvlekken, zoals zonlicht dat door het bladerdak van een boom schijnt. Ook dat effect kan je makkelijk imiteren. Neem een stuk noppenfolie (bubblewrap) en rol het tot een bal die je voor de lichtbron plaatst. Het licht wordt daardoor gebroken en verspreid.
Een alternatief is een stuk decoratief glas, dat vaak gebruikt werd voor ramen in toiletten omdat het wel licht doorlaat maar niet doorzichtig is. Het werd vroeger met de hand gemaakt, waardoor het patroon echt willekeurig is. Moderne varianten worden machinaal gemaakt en hebben een meer regelmatig patroon. Met een klein stuk van dit soort glas kan je al veel doen. Kleef stevige tape op de randen om te voorkomen dat je je eraan snijdt.
Imitatie-ijsblokjes uit doorzichtig acryl zijn niet alleen interessant als je cocktails wilt fotograferen. Stapel ze op elkaar en je kan het licht op een opstelling doen weerkaatsen. Eenvoudig, goedkoop en veelzijdig: zoals al het materiaal dat we gebruiken voor productshots.
Experimenteren
Misschien vind je de producten en de ideeën die ik in dit artikel voorstel nogal vanzelfsprekend. Maar soms zijn zaken zo vanzelfsprekend dat we ze over het hoofd zien. Vorige week kreeg ik een mail van een vriend uit de VS. Hij wou productshots maken van bierglazen, viltjes en dergelijke. Hij had een Nikon SB800-flitser en wou weten of hij een tweede flitser en softboxen nodig had.
Hij leeft in Florida, bijgenaamd de Sunshine State. Ik hem een goedkope lichttent en de zon aangeraden. Hij was zo gefocust op de technische kant van fotografie dat hij die eenvoudige oplossing niet had gezien.
Wees creatief, durf te experimenteren en onthoud: in fotografie is de enige fout die je kan maken iets niet uitproberen omdat je bang bent dat het niet de juiste manier is.
Het volledige artikel met nog veel meer voorbeeldfoto"s vind je in Shoot 27.
Met de opkomst van onlineveilingsites heeft het grote publiek de wereld van de productfotografie ontdekt. Om goede productshots te maken heb je geen duur materiaal nodig. Wij tonen hoe je geslaagde productfoto’s maakt met een minimum aan uitrusting.
Wil je iets verkopen op een tweedehands- of veilingsite, dan heb je aantrekkelijke foto’s nodig. Dus gingen amateurfotografen over heel de wereld aan de slag, vaak met de keukentafel als werkblad. Wie de smaak te pakken kreeg, bouwde een zolderkamer om tot productstudio. Die werd meestal gevuld met allerlei gadgets en oplossingen die betere productshots beloofden – meestal gevonden en gekocht op diezelfde websites. Het is heel verleidelijk om een hoop geld uit te geven aan een studio-opstelling. Maar krijg je meer geld voor een tweedehands koffiezetapparaat als je die in een dure lichttent fotografeert?
[related_article id=”160734″]
Desktopfotografie
Dit artikel wordt geen praktijkgids voor perfecte productshots. Ik ga geen opstelling onthullen waarmee je gegarandeerd een geslaagde foto kan maken. Ik wil je aanmoedigen om dingen uit te proberen. Zoek niet naar een zuiver technische oplossing maar experimenteer, en durf met goedkope spullen te werken en durf fouten te maken. Ik maak zelf packshots voor mijn klanten met belachelijk duur materiaal, maar soms moet je een stap achteruit zetten en jezelf afvragen of het niet veel eenvoudiger en goedkoper kan. Meestal wel.
Productfotografie verschilt niet wezenlijk van andere vormen van fotografie. We hebben licht nodig, we moeten het licht controleren, en we hebben een plaats nodig om de foto te maken. We beperken ons hier tot voorwerpen die op een tafel of werkblad passen – noem het desktopfotografie.
Niet alleen de studio kan eenvoudig, ook de camera. De forexplaat met daglicht en een iPhone als camera.
Werkbladen
Waarop bouw je je desktopstudio? Als je in de open lucht wilt werken, kan je een tuintafel gebruiken, of een houten plaat uit een doe-het-zelfzaak die je op twee opklapbare schragen plaatst. Een plaat uit osb of mdf is ideaal.
Mag het wat duurder zijn, dan kan je een kant-en-klaar tafelblad en schragen bij Ikea kopen. De Finnvard-schragen van Ikea zijn heel stabiel en in de hoogte verstelbaar. We willen niet klinken als een advertentie voor die Zweden, maar in hun winkels vind je een boel spulletjes die bij productfotografie van pas kunnen komen. De Samla-dozen bijvoorbeeld, om de andere spulletjes in op te bergen.
Als iemand die je kent net een nieuwe vloer heeft gelegd, dan heeft die vast en zeker vloertegels of laminaatplanken over. Dat zijn ideale ondergronden om kleine voorwerpen op te fotograferen. Met een lage camerahoek en licht uit de juiste richting merkt niemand dat je product op een simpele tegel of vloerplank staat.
Wat ik zelf vaak gebruik is een forexpaneel: een plaat uit 3 mm dikke pvc-kunststof die ik in een hoek van 90 graden heb gebogen om een naadloze ondergrond en achterwand te krijgen. Forex wordt veel gebruikt voor reclameborden; het is licht, heeft een oppervlaktetextuur en kan door warmte vervormd worden.
Ik haalde een paneel bij een lokale bordenmaker. Om het in de gewenste vorm te plooien, legde ik het op een werkblad met de helft op het blad. Ik ging met een verfstripper over het middendeel tot dat week werd en het deel dat over de tafel uitstak onder zijn eigen gewicht omplooide. Toen het in een hoek van 90 graden hing, liet ik het afkoelen. Ik kan deze losstaande basis overal gebruiken, zonder dat ik achtergrondsystemen nodig heb. Deze is al vaak van pas gekomen voor packshots die snel klaar moesten zijn.
Achtergronden, reflectoren en vlaggen
Begin met een eenvoudige lichtopstelling. Met één lichtbron en een paar reflectoren kan je al veel doen. Je hoeft echt geen reflectieschermen aan te schaffen. Als je een taart haalt bij de bakker, is de kans groot dat die op een rond stuk karton met goudkleurige folie staat. Niet weggooien – het is een gratis reflector.
Ik heb een paar kleine rondreflectoren en een set goud- en zilverkleurige kaartjes. Je kan ook zelf een reflector maken met een stuk karton waarop je aluminiumfolie kleeft. Of maak er meteen twee: een met de glanzende kant van de folie, en een met de matte kant. Voor shots van producten die op een tafel passen, hoeven ze niet groter dan een A4 te zijn. Kleinere formaten komen altijd van pas.
Ga ook eens kijken in een winkel met kunstbenodigdheden. Heb je je ooit afgevraagd wat een inlijster doet met het middenstuk dat hij uit een passe-partout snijdt? De winkel bij mij in de buurt verkoopt die per tien stuks voor twee euro. Neem ook eens kijkje bij de afdeling papier en karton. Glanzend wit of zwart karton vormt een prima achtergrond; wit of zwart levert een ondergrond, en je kan het gebruiken als reflector om licht te weerkaatsen (wit) of als ‘vlag’ om licht te blokkeren (zwart).
Neem meteen ook wat Pritt-tabs mee, een soort zelfklevende rubbergom die je kan gebruiken om posters aan de muur te hangen, maar ook om kleine reflectoren of stukken karton in je tafelstudio vast te zetten. Het kleeft goed en laat geen sporen na wanneer je het weer verwijdert. Bewaar het in een afsluitbare zak of een goed gesloten doosje. Neem nog een paar kwasten mee om stof te verwijderen, een breekmes en wat kleefband en je bent klaar.
De volgende halte is de doe-het-zelfzaak. Hier vind je de beste en goedkoopste reflectieschermen: isolatiepanelen uit wit polystyreen. Plak er een paar aan elkaar met ducttape en je hebt een vrijstaand reflectiescherm voor packshots. Onmisbare wapens in het arsenaal van elke fotograaf zijn stevige ducttape en gaffertape (tape waarmee je zowat alles stevig kan fixeren, en die je zo weer kan verwijderen). Ik verkies het merk Nichiban, omdat die het minste lijm achterlaat als je hem verwijdert.
Neem ook wat pcv-buisjes en verbindingsstukken mee om je achtergrond tegen te zetten. In de rommelbakken aan de kassa’s vind je gegarandeerd klemmen in verschillende maten. Neem die mee om de achtergrond vast te klemmen en om allerlei dingen aan tafels te bevestigen.
Ook de kostprijs waard zijn dunne doorschijnende of heldere plexiglaspanelen. De doorschijnende kan je gebruiken om een onderwerp van beneden te verlichten, en bij de heldere variant krijg je mooie reflecties van het voorwerp dat erop staat. Koop geen te dik plexiglas, want dan krijg je dubbele reflecties: het voorwerp reflecteert dan zowel in de bovenkant als de onderkant van het paneel. Om voorwerpen met reflecties te fotograferen kan je ook de dunne (2 mm) glasplaat van een fotolijst uit de Ikea gebruiken.
Belichting
De voor de hand liggende optie voor productfotografie is flitslicht: hetzij opzetflitsers, hetzij studioflitsers. Veel licht en veel diffusers om de schaduwen zacht te maken: een veilige en trefzekere keuze. Maar je bent gauw 600 euro of meer kwijt aan twee flitsers.
Heb je echt flitslicht nodig? Een product gaat niet lopen, dus je sluitertijd mag wat langer zijn. Continulicht is daardoor een prima alternatief. Een paar jaar geleden waren zogenaamde ‘bouwlampen’ in de mode: goedkope en krachtige halogeenlampen. Je moest de witbalans wel goed instellen om realistische kleuren te krijgen, maar dat is zo moeilijk niet. Het grootste nadeel was de warmteontwikkeling.
Vandaag zijn fluorescerende ‘daglichtlampen’ erg in trek. Ze hebben een goed kleurenspectrum dat daglicht benadert, en passen in een standaard schroeffitting. Verwar ze niet met gewone spaarlampen, die de kleurtemperatuur van tungstenlampen hebben.
Terug naar Ikea. Daar vind je heel wat bruikbare bureaulampen. Voor productfotografie zijn lampen met verstelbare armen ideaal; je hebt geen lichtstatief nodig maar klemt ze gewoon vast aan het tafelblad of plaatst ze op hun eigen voet. De meeste hebben een standaard schroeffitting. Tertial is een bureaulamp met klem, en voor 9,99 euro is het een absoluut koopje.
Ook ledverlichting komt steeds meer opzetten. De lampen zijn klein, krachtig en worden niet warm. Maar kijk uit met led: het licht dat ze produceren, wijkt behoorlijk af van daglicht en kan kleurzwemen veroorzaken. Vooral de kleuren rood en groen worden daardoor beïnvloed. Bovendien lijkt het van je camera af te hangen hoe hij ledlicht registreert. Vooral goedkope ledlampen zijn vaak problematisch.
Door de tent zo te draaien dat de zon er vlak achter staan en het binnendeel te verwijderen krijgen we een dramatisch backlighteffect. Er blijft voldoende omgevingslicht om het etiket goed te belichten. De zon straalt mooi door het flesje.
Zonlicht
De goedkoopste lichtbron is vaak ook de beste: de zon. Zonlicht is niet altijd even makkelijk te controleren, maar de mooiste lichtbron die we kunnen gebruiken. Je kan zowel binnen als buiten met zonlicht werken. Ons gebogen forexpaneel kunnen we op een keukentafel belichten met omgevingslicht, of buiten op een tuintafel in de volle zon. In beide gevallen zullen we de zon moeten temmen.
Op een bewolkte dag is het licht vanzelf al zacht, maar als je op een heldere dag buiten werkt, moet je het zonlicht zachter maken met een diffusor. Hier wil ik wel afwijken van het plan om alles zelf te bouwen: er gaat niets boven een goedkope lichttent die je in een camerawinkel kan aanschaffen. Je kan zelf met doeken een eigen diffusor maken, maar een kant-en-klare lichttent is sneller opgesteld.
Bij felle zon zal de lichttent niet volstaan om het licht zacht genoeg te maken. Leg dan een zwarte doek op de tent om het zonlicht te blokkeren. Met de eenvoudige hulpstukken die we al eerder beschreven, kan je in de lichttent het gewenste effect verkrijgen.
Patronen en lichtvlekken
Om het licht van een bureaulamp zachter te maken, volstaat een vel tekenpapier, of het dunne papier waarin nieuwe schoenen verpakt zijn. Het geeft niet dat dat verfrommeld is: daardoor krijg je interessante patronen in het licht.
Mijn geliefkoosde jachtterrein voor diffusiemateriaal is een textielgroothandel. Bij mij in de buurt is er een die snijresten en het einde van rollen per kilo van de hand doet. Ik kocht er een stuk doorschijnende witte stof van 3 bij 5 meter. Dat neem ik altijd mee voor shoots op locatie. Ik kan het voor een raam of op een achtergrond hangen om het zonlicht zachter te maken. Na afloop prop ik de stof in een tas.
Als je stof netjes opplooit, krijg je duidelijke plooien die afgetekende schaduwlijnen veroorzaken. Door ze op te proppen krijg je een natuurlijk patroon van kreuken. In de tas zitten ook een groot stuk zwarte stof dat ik gebruik om licht te blokkeren, en verschillende soorten doorschijnende stoffen. Als je geen stoffenwinkel vindt, koop dan een vitragegordijn bij Ikea. Dat verzacht ook het licht, en omdat het een gordijn is, kan je het makkelijk aan een achtergrondsysteem hangen.
Lichtvlekken
Soms willen we geen zacht licht, maar een gebroken patroon met lichtvlekken, zoals zonlicht dat door het bladerdak van een boom schijnt. Ook dat effect kan je makkelijk imiteren. Neem een stuk noppenfolie (bubblewrap) en rol het tot een bal die je voor de lichtbron plaatst. Het licht wordt daardoor gebroken en verspreid.
Een alternatief is een stuk decoratief glas, dat vaak gebruikt werd voor ramen in toiletten omdat het wel licht doorlaat maar niet doorzichtig is. Het werd vroeger met de hand gemaakt, waardoor het patroon echt willekeurig is. Moderne varianten worden machinaal gemaakt en hebben een meer regelmatig patroon. Met een klein stuk van dit soort glas kan je al veel doen. Kleef stevige tape op de randen om te voorkomen dat je je eraan snijdt.
Imitatie-ijsblokjes uit doorzichtig acryl zijn niet alleen interessant als je cocktails wilt fotograferen. Stapel ze op elkaar en je kan het licht op een opstelling doen weerkaatsen. Eenvoudig, goedkoop en veelzijdig: zoals al het materiaal dat we gebruiken voor productshots.
Experimenteren
Misschien vind je de producten en de ideeën die ik in dit artikel voorstel nogal vanzelfsprekend. Maar soms zijn zaken zo vanzelfsprekend dat we ze over het hoofd zien. Vorige week kreeg ik een mail van een vriend uit de VS. Hij wou productshots maken van bierglazen, viltjes en dergelijke. Hij had een Nikon SB800-flitser en wou weten of hij een tweede flitser en softboxen nodig had.
Hij leeft in Florida, bijgenaamd de Sunshine State. Ik hem een goedkope lichttent en de zon aangeraden. Hij was zo gefocust op de technische kant van fotografie dat hij die eenvoudige oplossing niet had gezien.
Wees creatief, durf te experimenteren en onthoud: in fotografie is de enige fout die je kan maken iets niet uitproberen omdat je bang bent dat het niet de juiste manier is.
Het volledige artikel met nog veel meer voorbeeldfoto"s vind je in Shoot 27.