Tot ziens megabedrijf, welkom meganetwerk
In een recent bericht op TechCrunch vraagt Klint Finley zich af wat er geworden is van die gigantische, onheilspellende wereldwijde megabedrijven die voorspeld werden in vele fictieve werken.
Omni Consumer Products in de film Robocop is een voorbeeld, of Cyberdyne Systems Corporation in Terminator. Op televisie heb je Massive Dynamics in de serie Fringe. En wie de computerspellenreeks Assassin"s Creed kent, is ongetwijfeld op de hoogte van Abstergo.
Mondiale syndicaten
Enkele decennia geleden leek het erop dat de wereld daadwerkelijk die kant op ging: de macht zou liggen bij een select aantal mondiale syndicaten die het voor het zeggen hebben.
Een recent onderzoek suggereert dat in totaal niet meer dan 147 bedrijven – voornamelijk grote banken – de wereldeconomie beheren. Forbes-analist Brendan Coffey gaat een stap verder door te beweren dat die 147 bedrijven onderdeel zijn van slechts vier machtige holdings of moederbedrijven.
Vlindereffect
Coffey komt met de theorie dat grote spelers op de beleggingsmarkt het voor het zeggen hebben in de wereld. Zij kunnen door te speculeren het zogeheten vlindereffect creëren, waarbij een kleine actie in het begin later grote gevolgen kan hebben. Een kleine vleugelslag veroorzaakt een flinke orkaan.
Gebaseerd op deze theorie zijn de vier grootste bedrijven McGraw-Hill – eigenaar van kredietbeoordelaar Standard & Poor"s, Northwestern Mutual – eigenaar van Russell Investment, CME Group – eigenaar van 90 procent van de Dow Jones-fondsen en Barclay"s – nieuwe eigenaar van Lehman Brothers en het bijbehorende Lehman Aggregate-fonds, "s werelds meest overheersende beleggingsindex.
Samen domineren deze vier bedrijven de beleggingswereld. Dat betekent dat zij de macht hebben over de mondiale economie en wat daarmee gebeurt. Wanneer ze willen hebben ze een dermate grote invloed op de fondsen dat de hele wereld dit merkt.
Kleine gespecialiseerde bedrijven
Finley is echter van mening dat die corporaties alleen op papier bestaan. “De economie wordt niet overheerst door een handvol syndicaten”, stelt hij. “Hij bestaat uit honderdduizenden kleine, meer gespecialiseerde bedrijven.” Dus in plaats van in het tijdperk van de megabedrijven, zijn we aanbeland in het tijdperk van het meganetwerk.
John Naisbitt verwoordt het in zijn baanbrekende werk Megatrends uit 1982 als volgt: de corporatie evolueert naar een "verbond van ondernemers". Veel van de hedendaagse grote tech- en telecombedrijven zijn bijvoorbeeld afhankelijk van derden om hun diensten door te geven aan de consument.
Deze versplintering van ondernemingen naar een meganetwerk gebeurt niet alleen tussen bedrijven, maar ook intern. Op veel plekken verdwijnt de hiërarchische structuur om plaats te maken voor een holacracy – een zelfsturende organisatie zonder managers of titels. In plaats daarvan organiseert het bedrijf zichzelf rond 400 "cirkels". Een intern meganetwerk dus.
Goed voorbeeld: Valve
Een voorbeeld is Valve. Het bedrijf dat groot is geworden in de gamingindustrie en momenteel een waarde heeft van 3 miljard euro, kent geen managementfuncties. Het werk wordt uitgevoerd door ad hoc teams die zichzelf vormen rond ideeën. Er is geen enkele sturing van bovenaf.
De vraag is of een dergelijke structuur, of eigenlijk gebrek daaraan, bestaansrecht heeft. Tot nu toe is Valve hard op weg te bewijzen dat dit zo is.
Zelfs General Electric, dat toch wel gezien kan worden als een megacorporatie, is bezig zichzelf te herstructureren in een onafhankelijke lijn van ondernemingen om het innovatieproces een boost te geven.
Wat je ziet is dat veel megabedrijven hard hun best doen om een cultuur te adopteren die juist heel gangbaar is en past bij een startende onderneming. Sommige gaan zelfs zover om risicodragend kapitaal vrij te geven voor onafhankelijke projecten, naast de succesvolle en gevestigde producten en diensten.
Hoe je het ook wendt of keert, het kan niet lang duren voordat de interne meganetwerken gaan samenwerken met meganetwerken buiten de deur.
In een recent bericht op TechCrunch vraagt Klint Finley zich af wat er geworden is van die gigantische, onheilspellende wereldwijde megabedrijven die voorspeld werden in vele fictieve werken.
Omni Consumer Products in de film Robocop is een voorbeeld, of Cyberdyne Systems Corporation in Terminator. Op televisie heb je Massive Dynamics in de serie Fringe. En wie de computerspellenreeks Assassin"s Creed kent, is ongetwijfeld op de hoogte van Abstergo.
Mondiale syndicaten
Enkele decennia geleden leek het erop dat de wereld daadwerkelijk die kant op ging: de macht zou liggen bij een select aantal mondiale syndicaten die het voor het zeggen hebben.
Een recent onderzoek suggereert dat in totaal niet meer dan 147 bedrijven – voornamelijk grote banken – de wereldeconomie beheren. Forbes-analist Brendan Coffey gaat een stap verder door te beweren dat die 147 bedrijven onderdeel zijn van slechts vier machtige holdings of moederbedrijven.
Vlindereffect
Coffey komt met de theorie dat grote spelers op de beleggingsmarkt het voor het zeggen hebben in de wereld. Zij kunnen door te speculeren het zogeheten vlindereffect creëren, waarbij een kleine actie in het begin later grote gevolgen kan hebben. Een kleine vleugelslag veroorzaakt een flinke orkaan.
Gebaseerd op deze theorie zijn de vier grootste bedrijven McGraw-Hill – eigenaar van kredietbeoordelaar Standard & Poor"s, Northwestern Mutual – eigenaar van Russell Investment, CME Group – eigenaar van 90 procent van de Dow Jones-fondsen en Barclay"s – nieuwe eigenaar van Lehman Brothers en het bijbehorende Lehman Aggregate-fonds, "s werelds meest overheersende beleggingsindex.
Samen domineren deze vier bedrijven de beleggingswereld. Dat betekent dat zij de macht hebben over de mondiale economie en wat daarmee gebeurt. Wanneer ze willen hebben ze een dermate grote invloed op de fondsen dat de hele wereld dit merkt.
Kleine gespecialiseerde bedrijven
Finley is echter van mening dat die corporaties alleen op papier bestaan. “De economie wordt niet overheerst door een handvol syndicaten”, stelt hij. “Hij bestaat uit honderdduizenden kleine, meer gespecialiseerde bedrijven.” Dus in plaats van in het tijdperk van de megabedrijven, zijn we aanbeland in het tijdperk van het meganetwerk.
John Naisbitt verwoordt het in zijn baanbrekende werk Megatrends uit 1982 als volgt: de corporatie evolueert naar een "verbond van ondernemers". Veel van de hedendaagse grote tech- en telecombedrijven zijn bijvoorbeeld afhankelijk van derden om hun diensten door te geven aan de consument.
Deze versplintering van ondernemingen naar een meganetwerk gebeurt niet alleen tussen bedrijven, maar ook intern. Op veel plekken verdwijnt de hiërarchische structuur om plaats te maken voor een holacracy – een zelfsturende organisatie zonder managers of titels. In plaats daarvan organiseert het bedrijf zichzelf rond 400 "cirkels". Een intern meganetwerk dus.
Goed voorbeeld: Valve
Een voorbeeld is Valve. Het bedrijf dat groot is geworden in de gamingindustrie en momenteel een waarde heeft van 3 miljard euro, kent geen managementfuncties. Het werk wordt uitgevoerd door ad hoc teams die zichzelf vormen rond ideeën. Er is geen enkele sturing van bovenaf.
De vraag is of een dergelijke structuur, of eigenlijk gebrek daaraan, bestaansrecht heeft. Tot nu toe is Valve hard op weg te bewijzen dat dit zo is.
Zelfs General Electric, dat toch wel gezien kan worden als een megacorporatie, is bezig zichzelf te herstructureren in een onafhankelijke lijn van ondernemingen om het innovatieproces een boost te geven.
Wat je ziet is dat veel megabedrijven hard hun best doen om een cultuur te adopteren die juist heel gangbaar is en past bij een startende onderneming. Sommige gaan zelfs zover om risicodragend kapitaal vrij te geven voor onafhankelijke projecten, naast de succesvolle en gevestigde producten en diensten.
Hoe je het ook wendt of keert, het kan niet lang duren voordat de interne meganetwerken gaan samenwerken met meganetwerken buiten de deur.