Wat is fullframe?
Fullframe-beeldsensors zijn vrijwel even groot als het kleinbeeldformaat uit de analoge fotografie. Je maakt opnamen van 36 x 24 mm.
Je vindt deze sensors in de duurdere digitale spiegelreflexcamera’s, zoals de Canon EOS 5D Mark III, de Nikon D4 en de Nikon D800.
Maar ook voor de hobbyfotograaf komt fullframe stilaan binnen bereik in kleinere reflextoestellen. En zelfs in een compactcamera: de opvallende Sony Cyber-shot RX1 heeft een fullframesensor van 24 megapixel. Maar deze is erg prijzig. Sinds oktober heeft Sony nog een (beter betaalbare) primeur: de Alpha A7 en A7r zijn de eerste compacte systeemcamera"s met een fullframe beeldsensor.
[related_article id=”158262″]
Geen rekenwerk
Een voordeel van fullframe is dat je niet te maken hebt met een cropfactor, zoals bij andere beeldsensors. Je hoeft de brandpuntsafstand van je objectief dus niet om te rekenen. Een 80mm-lens maakt namelijk gewoon een 80mm-beeld.
Maar belangrijker: door de fullframesensor is je scherptediepte kleiner, zodat je je onderwerp makkelijker van de achtergrond kunt isoleren. Bovendien zijn – bij een identieke resolutie – de afzonderlijke pixels groter dan die op een camera met kleinere sensor.
Daardoor vangt elke pixel meer licht op, wat de beeldkwaliteit ten goede komt. Met name bij hoge gevoeligheden, bij weinig licht dus, presteren fullframesensors beter.
Blijft dure aangelegenheid
Waarom zit deze sensor dan niet gewoon in alle camera’s? Wel, dat komt doordat fabrikanten in de begindagen van het digitale tijdperk de sensors kleiner ontwierpen om digitale camera’s betaalbaar te maken. Je begrijpt het, fullframesensors zijn erg duur om te fabriceren.
Toch proberen de grote cameramerken fullframetoestellen sinds vorig jaar naar het grote publiek te brengen met kleinere modellen, zoals de Nikon D610, de Canon EOS 6D (review) en de Sony Alpha A99 (review). Je betaalt dan iets meer dan tweeduizend euro voor de camerabody alleen, of in het geval van de A99 zo’n 2.800 euro. De genoemde Sony A7 fullframe-systeemcamera kost 1.500 euro, of 1.800 met standaard zoomlens.
Dat blijft nog allemaal redelijk duur en alleen interessant voor serieuze fotografen. Nog een nadeel is dat er eerder lensfouten kunnen optreden aan de randen van je foto. Je moet voor de beste resultaten dus ook een duur fullframe-objectief met goed glas aanschaffen.
Fullframe-beeldsensors zijn vrijwel even groot als het kleinbeeldformaat uit de analoge fotografie. Je maakt opnamen van 36 x 24 mm.
Je vindt deze sensors in de duurdere digitale spiegelreflexcamera’s, zoals de Canon EOS 5D Mark III, de Nikon D4 en de Nikon D800.
Maar ook voor de hobbyfotograaf komt fullframe stilaan binnen bereik in kleinere reflextoestellen. En zelfs in een compactcamera: de opvallende Sony Cyber-shot RX1 heeft een fullframesensor van 24 megapixel. Maar deze is erg prijzig. Sinds oktober heeft Sony nog een (beter betaalbare) primeur: de Alpha A7 en A7r zijn de eerste compacte systeemcamera"s met een fullframe beeldsensor.
[related_article id=”158262″]
Geen rekenwerk
Een voordeel van fullframe is dat je niet te maken hebt met een cropfactor, zoals bij andere beeldsensors. Je hoeft de brandpuntsafstand van je objectief dus niet om te rekenen. Een 80mm-lens maakt namelijk gewoon een 80mm-beeld.
Maar belangrijker: door de fullframesensor is je scherptediepte kleiner, zodat je je onderwerp makkelijker van de achtergrond kunt isoleren. Bovendien zijn – bij een identieke resolutie – de afzonderlijke pixels groter dan die op een camera met kleinere sensor.
Daardoor vangt elke pixel meer licht op, wat de beeldkwaliteit ten goede komt. Met name bij hoge gevoeligheden, bij weinig licht dus, presteren fullframesensors beter.
Blijft dure aangelegenheid
Waarom zit deze sensor dan niet gewoon in alle camera’s? Wel, dat komt doordat fabrikanten in de begindagen van het digitale tijdperk de sensors kleiner ontwierpen om digitale camera’s betaalbaar te maken. Je begrijpt het, fullframesensors zijn erg duur om te fabriceren.
Toch proberen de grote cameramerken fullframetoestellen sinds vorig jaar naar het grote publiek te brengen met kleinere modellen, zoals de Nikon D610, de Canon EOS 6D (review) en de Sony Alpha A99 (review). Je betaalt dan iets meer dan tweeduizend euro voor de camerabody alleen, of in het geval van de A99 zo’n 2.800 euro. De genoemde Sony A7 fullframe-systeemcamera kost 1.500 euro, of 1.800 met standaard zoomlens.
Dat blijft nog allemaal redelijk duur en alleen interessant voor serieuze fotografen. Nog een nadeel is dat er eerder lensfouten kunnen optreden aan de randen van je foto. Je moet voor de beste resultaten dus ook een duur fullframe-objectief met goed glas aanschaffen.