Test

Dit is een popup

Digital signage: Hoe werken digitale informatieborden?

Digitale informatieborden zijn niet meer weg te denken uit onze wereld. Digital signage is de technologie die toelaat om deze informatie gecentraliseerd te beheren en dynamisch te sturen.

Het begrip digital signage is nog niet echt ingeburgerd. Veel mensen denken spontaan dat het iets met digitale handtekeningen te maken heeft (digital signatures), maar dat is het dus niet. Digital Signage gaat vooral over hoe je digitale informatie kunt tonen aan mensen, via informatieborden die je op strategische plaatsen opstelt. Andere termen zijn narrowcasting, dynamic signage, digital out-of-home (DOOH) en screen media.

Met digital signage is het perfect mogelijk om op gezette tijdstippen aangepaste informatie te tonen voor dat moment. Vanuit één centrale beheermodule kun je zelfs volautomatisch op verschillende schermen verschillende informatie tonen. Zo’n dynamisch en gecentraliseerd systeem biedt duidelijk voordelen, zeker omdat de meeste oplossingen met zowat alle belangrijke contenttypes overweg kunnen. Ze kunnen dus niet alleen tekst tonen, maar bijvoorbeeld ook afbeeldingen, Flash-animaties, video, rss-feeds, webpagina’s, datasets, embedded html (widgets) enzovoort.

Hoe werkt het?

Een digital signage-systeem bestaat altijd uit een combinatie van hard- en software. Ook de software heeft over het algemeen twee componenten: een authoringmodule en een servergedeelte. Voor de hardware heb je uiteraard een display nodig, in combinatie met een al dan niet ingebouwde player. Daarnaast moet je ook over een of andere distributie-infrastructuur beschikken. We bekijken deze onderdelen van naderbij.

Software
Een digital signage-systeem bestaat altijd uit een combinatie van hard- en software. Ook de software heeft over het algemeen twee componenten: een authoringmodule en een servergedeelte. Voor de hardware heb je uiteraard een display nodig, in combinatie met een al dan niet ingebouwde player. Daarnaast moet je ook over een of andere distributie-infrastructuur beschikken. We bekijken deze onderdelen van naderbij.

Players
Wat de players betreft onderscheiden we zowel interne als externe modellen. De interne modellen kunnen in specifieke displays worden ingebouwd. Er zijn echter ook externe (en fanless) modellen die compact genoeg zijn om onopvallend achter een scherm te plaatsen. Wie het graag goedkoop houdt en het experiment niet schuwt, kan zelfs overwegen om een singleboardcomputer als de Raspberry Pi of een Android Mini-PC in te zetten, bijvoorbeeld in combinatie met de software van Concerto of Xibo. Aan de andere kant van het spectrum zijn er ook players die een of meer videostromen in HD naar verschillende outputs kunnen sturen, ideaal voor het aansturen van een videowall.

Let er op dat de players ook over interne opslagcapaciteit beschikken: immers, als de internet- of netwerkverbinding wegvalt, kan de content alleen maar worden getoond als die lokaal ter beschikking is.

Displays
Ook op het vlak van displays lopen de mogelijkheden (en de bijhorende prijzen) zeer uiteen. In principe kom je al weg met een tv met een vga-, DVI- of HDMI-aansluiting, al zijn zulke toestellen vaak niet geschikt voor langdurig of intensief gebruik. Een grote LCD- of led-monitor is doorgaans handiger voor dit soort toepassingen. Zeker industriële monitoren hebben meestal een lange levensduur (bijvoorbeeld 40.000 branduren) en zijn erop voorzien om 24/7 te branden; sommige modellen zijn ook bestand tegen vandalisme. 

Met name de led-modellen verbruiken weinig energie en produceren minder warmte. Niet onbelangrijk is ook de helderheid (luminantie) van zo’n scherm. Die wordt uitgedrukt in Nit, waarbij 1 Nit staat voor 1 candela per m². Bij standaard LCD-schermen gaat de Nit-waarde vaak niet hoger dan 300, wat in feller verlichte omgevingen wellicht onvoldoende is. In dat geval kijk je beter uit naar displays met een Nit-waarde van minstens 500. Er zijn echter ook modellen die zo ontworpen zijn dat fel licht automatisch wordt gereflecteerd, weg van het scherm. LG heeft bijvoorbeeld een systeem dat Shine-Out heet.

Intussen bestaan er ook al digital signage-systemen met 3D-schermen. De eerste 3D-flatscreens met autostereoscopie, waarbij de kijker niet langer een 3D-bril hoeft op te zetten, werden overigens al in 2010 geïntroduceerd. Daarnaast experimenteren fabrikanten met holografische beelden op een scherm bedoeld voor doorzichtprojectie. Op dit moment hangt aan zulke geavanceerde oplossingen uiteraard nog een erg stevig prijskaartje.

Infrastructuur
Bevinden de player en het display zich op dezelfde locatie, dan kunnen de beelden via een klassieke verbinding worden verstuurd (vga, DVI en HDMI). De content van de server kan via een bestaand netwerk (LAN en/of internet) naar de players worden verdeeld, die de mediabestanden dan lokaal kunnen opslaan.

Staan player(s) en display(s) op verschillende locaties, dan biedt een CAT 5-videodistributiesysteem een mogelijke uitweg. Deze technologie vereist alleen een zender en een ontvanger en laat multimediatransfers in real-time toe. Houd er wel rekening mee dat de afstand tussen zender en ontvanger beperkt is: van circa 100 meter tot 500 meter, afhankelijk van de gebruikte hardware.

Is de afstand merkelijk langer, tot enkele tientallen kilometers bijvoorbeeld, en wil je hoge resoluties halen, dan kun je natuurlijk ook een glasvezelverbinding overwegen. Zo’n oplossing is wel een heel stuk duurder dan CAT 5 en is vooral ook een point-to-point technologie. Wil je een videobron naar verschillende displays sturen, dan moet je dus een optische splitter inzetten. Een combinatie van CAT 5 (voor de laatste 100 meter bijvoorbeeld) en glasvezel (voor de lange afstand tussen de server en de CAT 5 videobroadcaster) kan dan een zinvol en betaalbaar alternatief zijn.

Toepassingen
Digital signage kent tal van toepassingen. Winkelcentra bijvoorbeeld zetten de technologie in voor brand building of voor de promotie van specifieke producten op bepaalde tijdstippen of voor bepaalde types klanten. In wachtruimtes van restaurants of banken lijkt de wachttijd korter als de bezoeker terwijl live streaming video te zien krijgt. Congrescentra publiceren via digital signage up-to-date zaalinformatie of de precieze tijdstippen van  evenementen. Scholen gebruiken de technologie om uurregelingen en actuele informatie over allerlei projecten te tonen, terwijl gemeenten specifieke toeristische informatie in de kijker zetten, allerlei nieuwtjes of de lokale weersverwachtingen tonen. In horecazaken ten slotte krijgen klanten de juiste menu’s te zien, aangepast aan het moment van de dag.

Het begrip digital signage is nog niet echt ingeburgerd. Veel mensen denken spontaan dat het iets met digitale handtekeningen te maken heeft (digital signatures), maar dat is het dus niet. Digital Signage gaat vooral over hoe je digitale informatie kunt tonen aan mensen, via informatieborden die je op strategische plaatsen opstelt. Andere termen zijn narrowcasting, dynamic signage, digital out-of-home (DOOH) en screen media.

Met digital signage is het perfect mogelijk om op gezette tijdstippen aangepaste informatie te tonen voor dat moment. Vanuit één centrale beheermodule kun je zelfs volautomatisch op verschillende schermen verschillende informatie tonen. Zo’n dynamisch en gecentraliseerd systeem biedt duidelijk voordelen, zeker omdat de meeste oplossingen met zowat alle belangrijke contenttypes overweg kunnen. Ze kunnen dus niet alleen tekst tonen, maar bijvoorbeeld ook afbeeldingen, Flash-animaties, video, rss-feeds, webpagina’s, datasets, embedded html (widgets) enzovoort.

Hoe werkt het?

Een digital signage-systeem bestaat altijd uit een combinatie van hard- en software. Ook de software heeft over het algemeen twee componenten: een authoringmodule en een servergedeelte. Voor de hardware heb je uiteraard een display nodig, in combinatie met een al dan niet ingebouwde player. Daarnaast moet je ook over een of andere distributie-infrastructuur beschikken. We bekijken deze onderdelen van naderbij.

Software
Een digital signage-systeem bestaat altijd uit een combinatie van hard- en software. Ook de software heeft over het algemeen twee componenten: een authoringmodule en een servergedeelte. Voor de hardware heb je uiteraard een display nodig, in combinatie met een al dan niet ingebouwde player. Daarnaast moet je ook over een of andere distributie-infrastructuur beschikken. We bekijken deze onderdelen van naderbij.

Players
Wat de players betreft onderscheiden we zowel interne als externe modellen. De interne modellen kunnen in specifieke displays worden ingebouwd. Er zijn echter ook externe (en fanless) modellen die compact genoeg zijn om onopvallend achter een scherm te plaatsen. Wie het graag goedkoop houdt en het experiment niet schuwt, kan zelfs overwegen om een singleboardcomputer als de Raspberry Pi of een Android Mini-PC in te zetten, bijvoorbeeld in combinatie met de software van Concerto of Xibo. Aan de andere kant van het spectrum zijn er ook players die een of meer videostromen in HD naar verschillende outputs kunnen sturen, ideaal voor het aansturen van een videowall.

Let er op dat de players ook over interne opslagcapaciteit beschikken: immers, als de internet- of netwerkverbinding wegvalt, kan de content alleen maar worden getoond als die lokaal ter beschikking is.

Displays
Ook op het vlak van displays lopen de mogelijkheden (en de bijhorende prijzen) zeer uiteen. In principe kom je al weg met een tv met een vga-, DVI- of HDMI-aansluiting, al zijn zulke toestellen vaak niet geschikt voor langdurig of intensief gebruik. Een grote LCD- of led-monitor is doorgaans handiger voor dit soort toepassingen. Zeker industriële monitoren hebben meestal een lange levensduur (bijvoorbeeld 40.000 branduren) en zijn erop voorzien om 24/7 te branden; sommige modellen zijn ook bestand tegen vandalisme. 

Met name de led-modellen verbruiken weinig energie en produceren minder warmte. Niet onbelangrijk is ook de helderheid (luminantie) van zo’n scherm. Die wordt uitgedrukt in Nit, waarbij 1 Nit staat voor 1 candela per m². Bij standaard LCD-schermen gaat de Nit-waarde vaak niet hoger dan 300, wat in feller verlichte omgevingen wellicht onvoldoende is. In dat geval kijk je beter uit naar displays met een Nit-waarde van minstens 500. Er zijn echter ook modellen die zo ontworpen zijn dat fel licht automatisch wordt gereflecteerd, weg van het scherm. LG heeft bijvoorbeeld een systeem dat Shine-Out heet.

Intussen bestaan er ook al digital signage-systemen met 3D-schermen. De eerste 3D-flatscreens met autostereoscopie, waarbij de kijker niet langer een 3D-bril hoeft op te zetten, werden overigens al in 2010 geïntroduceerd. Daarnaast experimenteren fabrikanten met holografische beelden op een scherm bedoeld voor doorzichtprojectie. Op dit moment hangt aan zulke geavanceerde oplossingen uiteraard nog een erg stevig prijskaartje.

Infrastructuur
Bevinden de player en het display zich op dezelfde locatie, dan kunnen de beelden via een klassieke verbinding worden verstuurd (vga, DVI en HDMI). De content van de server kan via een bestaand netwerk (LAN en/of internet) naar de players worden verdeeld, die de mediabestanden dan lokaal kunnen opslaan.

Staan player(s) en display(s) op verschillende locaties, dan biedt een CAT 5-videodistributiesysteem een mogelijke uitweg. Deze technologie vereist alleen een zender en een ontvanger en laat multimediatransfers in real-time toe. Houd er wel rekening mee dat de afstand tussen zender en ontvanger beperkt is: van circa 100 meter tot 500 meter, afhankelijk van de gebruikte hardware.

Is de afstand merkelijk langer, tot enkele tientallen kilometers bijvoorbeeld, en wil je hoge resoluties halen, dan kun je natuurlijk ook een glasvezelverbinding overwegen. Zo’n oplossing is wel een heel stuk duurder dan CAT 5 en is vooral ook een point-to-point technologie. Wil je een videobron naar verschillende displays sturen, dan moet je dus een optische splitter inzetten. Een combinatie van CAT 5 (voor de laatste 100 meter bijvoorbeeld) en glasvezel (voor de lange afstand tussen de server en de CAT 5 videobroadcaster) kan dan een zinvol en betaalbaar alternatief zijn.

Toepassingen
Digital signage kent tal van toepassingen. Winkelcentra bijvoorbeeld zetten de technologie in voor brand building of voor de promotie van specifieke producten op bepaalde tijdstippen of voor bepaalde types klanten. In wachtruimtes van restaurants of banken lijkt de wachttijd korter als de bezoeker terwijl live streaming video te zien krijgt. Congrescentra publiceren via digital signage up-to-date zaalinformatie of de precieze tijdstippen van  evenementen. Scholen gebruiken de technologie om uurregelingen en actuele informatie over allerlei projecten te tonen, terwijl gemeenten specifieke toeristische informatie in de kijker zetten, allerlei nieuwtjes of de lokale weersverwachtingen tonen. In horecazaken ten slotte krijgen klanten de juiste menu’s te zien, aangepast aan het moment van de dag.

achtergronddigitaaldigital signagedossierinformatiepcmagazine

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!