Slecht wifi-bereik: hoe zit dat?
De twee grootste pijnpunten bij wifi zijn ongetwijfeld een slecht bereik en een beperkte snelheid. Voor elk probleem bestaat een oplossing, maar voor wifi-problemen ligt dat een stuk moeilijker. Hoe vergroot je immers handig je bereik? Ligt het aan je toestel, of aan de snelheid van je internetrouter? Of toch aan de wifi van de buren die met jouw router interfereert? En moet je de antennes van je router nu rechtop zetten, of juist plat leggen?
In de praktijk
De eerste en belangrijkste boosdoener bij een slecht wifi-bereik is je internetrouter. Dat moet tegenwoordig minstens een n-router zijn. Hoe meer antennes, hoe beter en hoe sneller het wifi-bereik, maar ook hoe duurder. Wanneer je geen antennes ziet, kijk je best op de doos hoeveel er intern in zitten.
Een dual-band router zendt naast de drukke 2,4 GHz-band ook uit op de 5 GHz-band. Die laatste wordt amper gebruikt en garandeert je de beste snelheid. Voor een beter bereik blijf je in de meeste gevallen beter bij de 2,4 GHz-frequentie, omdat een hogere frequentie een kleiner bereik heeft. Plaats je internetrouter steeds zo centraal mogelijk in je woning.
Nieuwe woningen waarin veel met staal of beton wordt gewerkt, zijn een hel voor wifi. Zo kunnen aluminium ramen er bijvoorbeeld voor zorgen dat je WiFi-bereik niet tot buiten geraakt. Je kan je WiFi-bereik altijd vergroten met een draadloze WiFi repeater, maar dat gaat dan weer ten koste van de snelheid. Die wordt hiermee minimaal gehalveerd.
Andere stoorzenders in huis zijn draadloze DECT-telefoons en microgolfovens. Koop de laatste nieuwe DECT-telefoon met DECT 6.0 om interferentie te vermijden. Ook babyfoons koop je best op de standaard 900 MHz-frequentie of met DECT 6.0-technologie. En zorg ervoor dat je router niet te dicht bij andere elektrische, draadloze toestellen staat. Dit heeft een rechtstreekse impact op je bereik en op de snelheid van het internet.
En verder…
De oorzaak van een slecht wifi-bereik kan in huis liggen, maar je mag je bestaande router niet uit het oog verliezen. Zorg er steeds voor dat de nieuwste firmware geïnstalleerd is, en kies een wifi-kanaal dat niet volzet is als je buren ook wifi hebben.
Heb je nog een oudere g-router? Gooi die dan meteen buiten en haal een n-router in huis. De goedkoopste modellen vind je al voor minder dan 40 euro. Sinds kort liggen er ook ac-routers in de winkel, maar daarvoor is het nog te vroeg. Ze zijn heel duur, en er zijn momenteel amper toestellen die ac al ondersteunen. Bovendien richt ac zich vooral op de snelheid, en minder op het bereik.
Tot slot: het wifi-signaal komt als een donut uit de antennes van je router. Zet ze rechtop voor een breed veld, of leg ze plat om het signaal naar boven (en naar beneden) te sturen.
De twee grootste pijnpunten bij wifi zijn ongetwijfeld een slecht bereik en een beperkte snelheid. Voor elk probleem bestaat een oplossing, maar voor wifi-problemen ligt dat een stuk moeilijker. Hoe vergroot je immers handig je bereik? Ligt het aan je toestel, of aan de snelheid van je internetrouter? Of toch aan de wifi van de buren die met jouw router interfereert? En moet je de antennes van je router nu rechtop zetten, of juist plat leggen?
In de praktijk
De eerste en belangrijkste boosdoener bij een slecht wifi-bereik is je internetrouter. Dat moet tegenwoordig minstens een n-router zijn. Hoe meer antennes, hoe beter en hoe sneller het wifi-bereik, maar ook hoe duurder. Wanneer je geen antennes ziet, kijk je best op de doos hoeveel er intern in zitten.
Een dual-band router zendt naast de drukke 2,4 GHz-band ook uit op de 5 GHz-band. Die laatste wordt amper gebruikt en garandeert je de beste snelheid. Voor een beter bereik blijf je in de meeste gevallen beter bij de 2,4 GHz-frequentie, omdat een hogere frequentie een kleiner bereik heeft. Plaats je internetrouter steeds zo centraal mogelijk in je woning.
Nieuwe woningen waarin veel met staal of beton wordt gewerkt, zijn een hel voor wifi. Zo kunnen aluminium ramen er bijvoorbeeld voor zorgen dat je WiFi-bereik niet tot buiten geraakt. Je kan je WiFi-bereik altijd vergroten met een draadloze WiFi repeater, maar dat gaat dan weer ten koste van de snelheid. Die wordt hiermee minimaal gehalveerd.
Andere stoorzenders in huis zijn draadloze DECT-telefoons en microgolfovens. Koop de laatste nieuwe DECT-telefoon met DECT 6.0 om interferentie te vermijden. Ook babyfoons koop je best op de standaard 900 MHz-frequentie of met DECT 6.0-technologie. En zorg ervoor dat je router niet te dicht bij andere elektrische, draadloze toestellen staat. Dit heeft een rechtstreekse impact op je bereik en op de snelheid van het internet.
En verder…
De oorzaak van een slecht wifi-bereik kan in huis liggen, maar je mag je bestaande router niet uit het oog verliezen. Zorg er steeds voor dat de nieuwste firmware geïnstalleerd is, en kies een wifi-kanaal dat niet volzet is als je buren ook wifi hebben.
Heb je nog een oudere g-router? Gooi die dan meteen buiten en haal een n-router in huis. De goedkoopste modellen vind je al voor minder dan 40 euro. Sinds kort liggen er ook ac-routers in de winkel, maar daarvoor is het nog te vroeg. Ze zijn heel duur, en er zijn momenteel amper toestellen die ac al ondersteunen. Bovendien richt ac zich vooral op de snelheid, en minder op het bereik.
Tot slot: het wifi-signaal komt als een donut uit de antennes van je router. Zet ze rechtop voor een breed veld, of leg ze plat om het signaal naar boven (en naar beneden) te sturen.
