Oracle wil de Apple voor bedrijven worden

Oracle heeft op OpenWorld in San Franciso van elke gelegenheid gebruik gemaakt om de boodschap duidelijk te maken. Het bedrijf heeft zijn zinnen er op gezet te om de Apple voor bedrijven te worden. Er is geen enkele andere speler op de professionele markt die dat kan, aldus Oracle.

“We hebben een dienst waarbij we alles kunnen verzorgen, van de database tot de firmware in de controllers,” zegt John Fowler, Executive Vice President Systems bij Oracle. Het bedrijf waar Oracle daarmee qua aanpak het dichtst tegen aanleunt, is niet een van de traditionele rivalen – SAP, HP, IBM – maar Apple.

Oracle mikt erop om de klant het hele pakket te verkopen: de hardware waarop data wordt bewaard, de software die erop draait en een cloud voor software-updates en om gegevens in op te slaan.

[related_article id=”158256″]

Dat is dezelfde aanpak als Apple, die hun eigen hardware ontwerpen, het besturingssysteem voor die hardware schrijven en via de App Store een uitgebreid ecosysteem voor ontwikkelaars controleren. De gelijkenissen gaan zelfs verder als je kijkt naar wat beide bedrijven doen met hun ecosysteem.

Net als bij Apple zijn het grootste deel van Oracles leveranciers gebonden aan een overeenkomst die hen verbiedt iets vrij te geven over de aanwezigheid van hun onderdelen in Oracles systemen. Bedrijven zoals LSI en Fusion-io mogen niet bevestigen dat hun technologie gebruikt wordt in Oracles producten, net zoals leveranciers van Apple niet officieel mogen verklaren dat ze deel uitmaken van de binnenkant van een iPhone of Mac. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zoals Intel, maar die zijn schaars.

Exadata leidt de weg
De strategie is het meest duidelijk in de geüpdatete reeks Exadata-systemen. “Oracle is er in geslaagd om alle onderdelen optimaal te laten samenwerken en, net zoals de hard -en software van de  iPhone, een geïntegreerd systeem te laten vormen,” zegt Scott Swigart, mede-oprichter van marktonderzoeksbureau Cascade Insights.

“Het argument is hier prijs voor prestatie. Oracle beweert dat je voor hetzelfde geld dat je aan Oracle betaalt, ook een hoop producten van HP zou kunnen kopen om zelf te configureren, maar je zou nooit hetzelfde prestatieniveau bereiken als met een Exadata-systeem,” aldus Swigart.

Hoewel Oracles verkoop van hardware eerder teleurstellend is, lijken de klanten die het wel gebruiken zeer tevreden.
“De eerste keer dat ik iets hoorde over deze integratie van hardware en software leek het mij meteen een goed idee. Nu ik er ook in realiteit mee heb gewerkt, kan ik pas echt zien dat het oplevert,” zegt Marc Terry, directeur voor commerciële diensten bij VocaLink.

VocaLink maakt gebruik van Exadata-systemen bij de verwerking van transacties tussen tienduizenden Britse geldautomaten en banken, en bij het beheer van het BACS-systeem dat wordt gebruikt voor het betalen van de meerderheid van de lonen in het Verenigd Koninkrijk. Terry beschrijft de hardware als kostenefficiënt en wijst op de uitzonderlijk hoge performantie.

Op de vraag of hij vreest voor afhankelijkheid van één bedrijf, wijst Terry erop dat zolang Oracle de combinatie van een goede service en krachtige hardware behoudt, hij ook klant zal blijven. “Als een geïntegreerd systeem betrouwbaar blijft, niet kapot gaat en een goede performantie levert, dan zullen we altijd voor zo’n formule kiezen.”

Oracles motivatie om een geïntegreerd systeem te creëren, is de controle die het bedrijf hierdoor krijgt, niet alleen over de producten, maar ook over de klanten. Immers, eenmaal iedereen zich op een gestandaardiseerd platform bevindt – dat jij bezit – wordt het veel makkelijker om grote veranderingen door te voeren. Net zoals Apple deed wanneer het Google Maps verwijderde uit hun laatste iOS, ten voordele van eigen software.

Een riskante strategie
De geschiedenis heeft echter al genoeg voorbeelden gekend van bedrijven die faalden om zowel hard- als software te beheren.

Als Oracle het equivalent van Apple wil worden voor de zakelijke markt, zal het de focus moeten leggen op een beperkt aantal kernproducten en het design daarvan voortdurend moeten herwerken om de klanten tevreden te houden. Op te veel verschillende paarden wedden is in dit geval niet aan te raden. Dat heeft Apple ook al mogen ondervinden, eind 2010 zette het bedrijf dan ook een punt achter het serverproject Xserve.

Amazon is misschien de ‘iPhone van de cloud’, maar Oracle wil duidelijk de ‘Apple voor bedrijven’ worden. Of het daarin ook zal slagen is nog afwachten.

Oracle heeft op OpenWorld in San Franciso van elke gelegenheid gebruik gemaakt om de boodschap duidelijk te maken. Het bedrijf heeft zijn zinnen er op gezet te om de Apple voor bedrijven te worden. Er is geen enkele andere speler op de professionele markt die dat kan, aldus Oracle.

“We hebben een dienst waarbij we alles kunnen verzorgen, van de database tot de firmware in de controllers,” zegt John Fowler, Executive Vice President Systems bij Oracle. Het bedrijf waar Oracle daarmee qua aanpak het dichtst tegen aanleunt, is niet een van de traditionele rivalen – SAP, HP, IBM – maar Apple.

Oracle mikt erop om de klant het hele pakket te verkopen: de hardware waarop data wordt bewaard, de software die erop draait en een cloud voor software-updates en om gegevens in op te slaan.

[related_article id=”158256″]

Dat is dezelfde aanpak als Apple, die hun eigen hardware ontwerpen, het besturingssysteem voor die hardware schrijven en via de App Store een uitgebreid ecosysteem voor ontwikkelaars controleren. De gelijkenissen gaan zelfs verder als je kijkt naar wat beide bedrijven doen met hun ecosysteem.

Net als bij Apple zijn het grootste deel van Oracles leveranciers gebonden aan een overeenkomst die hen verbiedt iets vrij te geven over de aanwezigheid van hun onderdelen in Oracles systemen. Bedrijven zoals LSI en Fusion-io mogen niet bevestigen dat hun technologie gebruikt wordt in Oracles producten, net zoals leveranciers van Apple niet officieel mogen verklaren dat ze deel uitmaken van de binnenkant van een iPhone of Mac. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zoals Intel, maar die zijn schaars.

Exadata leidt de weg
De strategie is het meest duidelijk in de geüpdatete reeks Exadata-systemen. “Oracle is er in geslaagd om alle onderdelen optimaal te laten samenwerken en, net zoals de hard -en software van de  iPhone, een geïntegreerd systeem te laten vormen,” zegt Scott Swigart, mede-oprichter van marktonderzoeksbureau Cascade Insights.

“Het argument is hier prijs voor prestatie. Oracle beweert dat je voor hetzelfde geld dat je aan Oracle betaalt, ook een hoop producten van HP zou kunnen kopen om zelf te configureren, maar je zou nooit hetzelfde prestatieniveau bereiken als met een Exadata-systeem,” aldus Swigart.

Hoewel Oracles verkoop van hardware eerder teleurstellend is, lijken de klanten die het wel gebruiken zeer tevreden.
“De eerste keer dat ik iets hoorde over deze integratie van hardware en software leek het mij meteen een goed idee. Nu ik er ook in realiteit mee heb gewerkt, kan ik pas echt zien dat het oplevert,” zegt Marc Terry, directeur voor commerciële diensten bij VocaLink.

VocaLink maakt gebruik van Exadata-systemen bij de verwerking van transacties tussen tienduizenden Britse geldautomaten en banken, en bij het beheer van het BACS-systeem dat wordt gebruikt voor het betalen van de meerderheid van de lonen in het Verenigd Koninkrijk. Terry beschrijft de hardware als kostenefficiënt en wijst op de uitzonderlijk hoge performantie.

Op de vraag of hij vreest voor afhankelijkheid van één bedrijf, wijst Terry erop dat zolang Oracle de combinatie van een goede service en krachtige hardware behoudt, hij ook klant zal blijven. “Als een geïntegreerd systeem betrouwbaar blijft, niet kapot gaat en een goede performantie levert, dan zullen we altijd voor zo’n formule kiezen.”

Oracles motivatie om een geïntegreerd systeem te creëren, is de controle die het bedrijf hierdoor krijgt, niet alleen over de producten, maar ook over de klanten. Immers, eenmaal iedereen zich op een gestandaardiseerd platform bevindt – dat jij bezit – wordt het veel makkelijker om grote veranderingen door te voeren. Net zoals Apple deed wanneer het Google Maps verwijderde uit hun laatste iOS, ten voordele van eigen software.

Een riskante strategie
De geschiedenis heeft echter al genoeg voorbeelden gekend van bedrijven die faalden om zowel hard- als software te beheren.

Als Oracle het equivalent van Apple wil worden voor de zakelijke markt, zal het de focus moeten leggen op een beperkt aantal kernproducten en het design daarvan voortdurend moeten herwerken om de klanten tevreden te houden. Op te veel verschillende paarden wedden is in dit geval niet aan te raden. Dat heeft Apple ook al mogen ondervinden, eind 2010 zette het bedrijf dan ook een punt achter het serverproject Xserve.

Amazon is misschien de ‘iPhone van de cloud’, maar Oracle wil duidelijk de ‘Apple voor bedrijven’ worden. Of het daarin ook zal slagen is nog afwachten.