Zijn tieners Facebook beu?
Amerikaanse pubers zouden liefst gewoon rechtstreeks met elkaar praten en vinden dat sociale media zoals Facebook daarbij soms in de weg staan.
Tieners zitten tot over hun oren in de sociale media, blijkt uit een studie van het Amerikaanse Common Sense Media. Negen jongeren op tien hebben al een sociaal medium gebruikt, maar de meerderheid zit toch op Facebook. 68 procent van de Amerikaanse jeugd geeft aan dat Facebook hun belangrijkste socialenetwerksite is. Twitter weet maar zes procent van de tienerharten te veroveren.
Voor de meerderheid van de tieners is digitale communicatie dagelijkse kost. Zeven op de tien sms’t dagelijks en 51 procent bezoekt elke dag een socialenetwerksite. Eén tiener op de vier is een zware gebruiker en bezigt elke dag minstens twee verschillende sociale media.
Persoonlijk gesprek
Tieners zijn dus digitaal heel goed verbonden met hun vrienden, maar eigenlijk zouden ze liefst nog gewoon bij elkaar zijn om te praten. 49 procent van de tieners zegt liefst van al persoonlijk te communiceren. Sms is met 33 procent een sterke opvolger. Sociale netwerken zijn maar voor zeven procent van de tieners de belangrijkste manier van contact houden. De telefoon is goed voor vier procent en Twitter is het kneusje met een procent.
De reden om voor persoonlijke communicatie te kiezen is dat het leuker is (38 procent) en dat ze zo hun gesprekspartner beter verstaan(29 procent). Sms heeft zijn heel eigen voordelen Het is snel (30 procent), makkelijk (23 procent) en het geeft meer tijd om na te denken over een antwoord (16 procent).
Sommige tieners denken dat ze moeten kiezen tussen persoonlijke contacten en sociale media. Een derde van de tieners vindt dat sociale media tijd wegnemen die ze bij andere mensen kunnen spenderen. Vierenveertig procent geeft aan dat sociale media hen afleiden van de mensen waar ze p dat ogenblik bij zijn.
Het onderzoek toont dus aan dat tieners geen zombies zijn die vergroeid zijn met hun mobiele telefoon en Facebook. En als ze dat zijn, zien ze het in veel gevallen zelf ook wel in.
Amerikaanse pubers zouden liefst gewoon rechtstreeks met elkaar praten en vinden dat sociale media zoals Facebook daarbij soms in de weg staan.
Tieners zitten tot over hun oren in de sociale media, blijkt uit een studie van het Amerikaanse Common Sense Media. Negen jongeren op tien hebben al een sociaal medium gebruikt, maar de meerderheid zit toch op Facebook. 68 procent van de Amerikaanse jeugd geeft aan dat Facebook hun belangrijkste socialenetwerksite is. Twitter weet maar zes procent van de tienerharten te veroveren.
Voor de meerderheid van de tieners is digitale communicatie dagelijkse kost. Zeven op de tien sms’t dagelijks en 51 procent bezoekt elke dag een socialenetwerksite. Eén tiener op de vier is een zware gebruiker en bezigt elke dag minstens twee verschillende sociale media.
Persoonlijk gesprek
Tieners zijn dus digitaal heel goed verbonden met hun vrienden, maar eigenlijk zouden ze liefst nog gewoon bij elkaar zijn om te praten. 49 procent van de tieners zegt liefst van al persoonlijk te communiceren. Sms is met 33 procent een sterke opvolger. Sociale netwerken zijn maar voor zeven procent van de tieners de belangrijkste manier van contact houden. De telefoon is goed voor vier procent en Twitter is het kneusje met een procent.
De reden om voor persoonlijke communicatie te kiezen is dat het leuker is (38 procent) en dat ze zo hun gesprekspartner beter verstaan(29 procent). Sms heeft zijn heel eigen voordelen Het is snel (30 procent), makkelijk (23 procent) en het geeft meer tijd om na te denken over een antwoord (16 procent).
Sommige tieners denken dat ze moeten kiezen tussen persoonlijke contacten en sociale media. Een derde van de tieners vindt dat sociale media tijd wegnemen die ze bij andere mensen kunnen spenderen. Vierenveertig procent geeft aan dat sociale media hen afleiden van de mensen waar ze p dat ogenblik bij zijn.
Het onderzoek toont dus aan dat tieners geen zombies zijn die vergroeid zijn met hun mobiele telefoon en Facebook. En als ze dat zijn, zien ze het in veel gevallen zelf ook wel in.
