Google zet turbo aan voor mobiel internet
Google demonstreert een nieuw experimenteel webprotocol dat webpagina’s veel sneller laadt dan het traditionele HTTP. Vooral het mobiele web kan enorm profiteren van SPDY.
SPDY, wat je uitspreekt als SpeeDY, is een van de recepten uit de keuken van Google Developers, een laboratorium waarin de Amerikaanse zoekmachine manieren zoekt om het internet sneller te maken.
Google stelt SPDY voor als een verbetering van het Hypertext Transfer Protocol (HTTP), het belangrijkste webprotocol dat browsers gebruiken om webpagina’s op te vragen en webservers om ze te versturen.
[related_article id=”161452″]
Verkeersperikelen
HTTP is in de bovenste laag te vinden van de TCP/IP-stack, de protocolfamilie die het internet aanstuurt. Om webpagina’s te kunnen opvragen, gebruikt HTTP het onderliggende TCP-protocol, wat je zou kunnen beschouwen als het transportbedrijf van het internet. TCP deelt pagina’s op in hapklare brokken, of datapakketjes, en zorgt ervoor dat die veilig op hun bestemming aankomen.
En hoewel HTTP vroeger uitstekend geschikt was om individuele bestanden over en weer te sturen, zijn moderne pagina’s opgebouwd uit een groot aantal beelden, JavaScript-bestanden cookies en andere zaken, waardoor er al gauw vertraging ontstaat bij het transport.
HTTP is niet in staat om TCP optimaal te benutten, waardoor kleine vitale bestandjes vast kunnen komen zitten achter grotere bestanden.
Browsers lossen dit op door meerdere TCP-sessies tegelijk te openen, maar omdat het even kan duren voor die allemaal op volle snelheid downloaden, zullen niet alle elementen van een webpagina gelijktijdig geladen kunnen worden. Het resultaat? Langere laadtijden.
Dat kan beter
Google werkt daarom al sinds 2009 aan een verbetering van HTTP, die beter is afgestemd op het moderne web. In wezen gebruikt SPDY dezelfde overdrachtstechnieken als HTTP, maar doet dit op een meer effectieve en veilige manier.
Zo gebruikt SPDY een enkele TCP-sessie, die niet alleen veel slimmer is in het beoordelen welke bestanden voorrang hebben, maar ook compressie van de HTTP-header gebruikt om data sneller door de pijplijn te krijgen. Bovendien past het SSL-encryptie toe op die enkele verbinding, waardoor verkeer tussen de browser en webserver in principe veiliger zou moeten zijn.
SPDY is veelbelovend voor de toekomst van het internet, maar de zoekmachine is er nu in geslaagd ook te bewijzen dat het mobiele internet enorm kan profiteren.
Chrome op steroïden
Drie Google-onderzoekers gebruikten een Samsung Galaxy Nexus, tetherden die met een desktop-pc en gebruikten vervolgens een 3G-netwerkverbinding om de snelheid te vergelijken tussen HTTP en SPDY. De onderzoekers zetten bovendien Googles eigen DNS-server in om tijdsverschillen te voorkomen die optreden bij het gebruik van verschillende DNS-servers.
Op pagina 2: Kan SPDY het mobiele web een snelheidsinjectie geven?
Ze ontdekten dat 77 webadressen van 31 populaire websites gemiddeld 23 procent sneller laadden met hulp van SPDY. Voor het experiment surften de Google-medewerkers met Chrome voor Android, dat al is uitgerust met SPDY-ondersteuning. Omdat de snelheid van mobiel surfen via 3G op dit moment verre van ideaal is, zou het een belangrijk visitekaartje kunnen worden van het protocol.
Adoptie is struikelblok
Technologisch gezien is SPDY dus veelbelovend, maar daar belanden we meteen bij het pijnpunt. Als het wil slagen, moeten niet alleen browsermakers SPDY inbakken, maar moeten ook websites het ondersteunen. En dat kan nog een heikele klus worden.
Zo is Microsoft niet van plan afhankelijk te worden van Googles SPDY en is het inmiddels op de proppen gekomen met een eigen variant: HTTP Speed+Mobility. Volgens het bedrijf uit Redmond neemt dit webprotocol SPDY als uitgangspunt, maar voegt daar enkele belangrijke verbeteringen aan toe.
HTTP 2.0
Desondanks is Google’s missie om het web te versnellen zeker niet kansloos. Twitter heeft inmiddels bekend gemaakt dat het SPDY zal ondersteunen en ook de Mozilla Foundation heeft al aangekondigd dat het de nieuwe standaard in Firefox 13 zal inschakelen. En uiteraard heeft de zoekmachine SPDY al ingebouwd in zowel zijn online diensten als de Chrome-browser (desktop en mobiel).
Belangrijker is echter dat de Internet Engineering Task Force (IETF), die zich bezighoudt met de ontwikkeling van de online infrastructuur, onder de indruk is van Google’s verrichtingen. En omdat het momenteel hard werkt aan HTTP 2.0 is de kans aanwezig dat de Google-uitvinding het hele web weer een stukje sneller maakt.
Google demonstreert een nieuw experimenteel webprotocol dat webpagina’s veel sneller laadt dan het traditionele HTTP. Vooral het mobiele web kan enorm profiteren van SPDY.
SPDY, wat je uitspreekt als SpeeDY, is een van de recepten uit de keuken van Google Developers, een laboratorium waarin de Amerikaanse zoekmachine manieren zoekt om het internet sneller te maken.
Google stelt SPDY voor als een verbetering van het Hypertext Transfer Protocol (HTTP), het belangrijkste webprotocol dat browsers gebruiken om webpagina’s op te vragen en webservers om ze te versturen.
[related_article id=”161452″]
Verkeersperikelen
HTTP is in de bovenste laag te vinden van de TCP/IP-stack, de protocolfamilie die het internet aanstuurt. Om webpagina’s te kunnen opvragen, gebruikt HTTP het onderliggende TCP-protocol, wat je zou kunnen beschouwen als het transportbedrijf van het internet. TCP deelt pagina’s op in hapklare brokken, of datapakketjes, en zorgt ervoor dat die veilig op hun bestemming aankomen.
En hoewel HTTP vroeger uitstekend geschikt was om individuele bestanden over en weer te sturen, zijn moderne pagina’s opgebouwd uit een groot aantal beelden, JavaScript-bestanden cookies en andere zaken, waardoor er al gauw vertraging ontstaat bij het transport.
HTTP is niet in staat om TCP optimaal te benutten, waardoor kleine vitale bestandjes vast kunnen komen zitten achter grotere bestanden.
Browsers lossen dit op door meerdere TCP-sessies tegelijk te openen, maar omdat het even kan duren voor die allemaal op volle snelheid downloaden, zullen niet alle elementen van een webpagina gelijktijdig geladen kunnen worden. Het resultaat? Langere laadtijden.
Dat kan beter
Google werkt daarom al sinds 2009 aan een verbetering van HTTP, die beter is afgestemd op het moderne web. In wezen gebruikt SPDY dezelfde overdrachtstechnieken als HTTP, maar doet dit op een meer effectieve en veilige manier.
Zo gebruikt SPDY een enkele TCP-sessie, die niet alleen veel slimmer is in het beoordelen welke bestanden voorrang hebben, maar ook compressie van de HTTP-header gebruikt om data sneller door de pijplijn te krijgen. Bovendien past het SSL-encryptie toe op die enkele verbinding, waardoor verkeer tussen de browser en webserver in principe veiliger zou moeten zijn.
SPDY is veelbelovend voor de toekomst van het internet, maar de zoekmachine is er nu in geslaagd ook te bewijzen dat het mobiele internet enorm kan profiteren.
Chrome op steroïden
Drie Google-onderzoekers gebruikten een Samsung Galaxy Nexus, tetherden die met een desktop-pc en gebruikten vervolgens een 3G-netwerkverbinding om de snelheid te vergelijken tussen HTTP en SPDY. De onderzoekers zetten bovendien Googles eigen DNS-server in om tijdsverschillen te voorkomen die optreden bij het gebruik van verschillende DNS-servers.
Op pagina 2: Kan SPDY het mobiele web een snelheidsinjectie geven?
Ze ontdekten dat 77 webadressen van 31 populaire websites gemiddeld 23 procent sneller laadden met hulp van SPDY. Voor het experiment surften de Google-medewerkers met Chrome voor Android, dat al is uitgerust met SPDY-ondersteuning. Omdat de snelheid van mobiel surfen via 3G op dit moment verre van ideaal is, zou het een belangrijk visitekaartje kunnen worden van het protocol.
Adoptie is struikelblok
Technologisch gezien is SPDY dus veelbelovend, maar daar belanden we meteen bij het pijnpunt. Als het wil slagen, moeten niet alleen browsermakers SPDY inbakken, maar moeten ook websites het ondersteunen. En dat kan nog een heikele klus worden.
Zo is Microsoft niet van plan afhankelijk te worden van Googles SPDY en is het inmiddels op de proppen gekomen met een eigen variant: HTTP Speed+Mobility. Volgens het bedrijf uit Redmond neemt dit webprotocol SPDY als uitgangspunt, maar voegt daar enkele belangrijke verbeteringen aan toe.
HTTP 2.0
Desondanks is Google’s missie om het web te versnellen zeker niet kansloos. Twitter heeft inmiddels bekend gemaakt dat het SPDY zal ondersteunen en ook de Mozilla Foundation heeft al aangekondigd dat het de nieuwe standaard in Firefox 13 zal inschakelen. En uiteraard heeft de zoekmachine SPDY al ingebouwd in zowel zijn online diensten als de Chrome-browser (desktop en mobiel).
Belangrijker is echter dat de Internet Engineering Task Force (IETF), die zich bezighoudt met de ontwikkeling van de online infrastructuur, onder de indruk is van Google’s verrichtingen. En omdat het momenteel hard werkt aan HTTP 2.0 is de kans aanwezig dat de Google-uitvinding het hele web weer een stukje sneller maakt.