Opta legt KPN last onder dwangsom op
Telecombedrijf KPN riskeert een dwangsom van 100.000 euro per dag met een maximum van één miljoen euro. Dit blijkt uit een beslissing van toezichthouder Opta op een bezwaarschrift van Tele2.
KPN heeft in de aanloop naar de overheidsaanbesteding voor vaste telefonie zijn externe afnemers later geïnformeerd over een kortingsactie op inkooptarieven dan zijn eigen interne afnemers. KPN introduceerde in dit verband een actietarief voor WLR-nummerblokken, de zogenoemde WLR-actietarieven.
Door het late informeren heeft KPN zijn concurrenten de mogelijkheid ontnomen om deze lagere tarieven te gebruiken in hun bod voor de aanbesteding (OT2010). Tele2 heeft vervolgens de Opta verzocht om handhavend op te treden tegen KPN. Op 13 oktober 2010 heeft Opta dit deel van het handhavingsverzoek afgewezen, omdat KPN zijn concurrenten inmiddels volledig geïnformeerd had.
Bezwaar
Tele2 heeft vervolgens bezwaar aangetekend tegen dit besluit met het argument dat de overtreding weliswaar beëindigd was, maar de gevolgen ervan nog niet. KPN Retail heeft zijn aanbod in OT2010 namelijk niet ingetrokken. Volgens KPN heeft het een onherroepelijk aanbod gedaan, waarop niet kan worden ingebroken, omdat daarvoor geen privaatrechtelijke toestemming van de Staat is verkregen.
KPN is volgens eigen zeggen niet in staat om een dergelijk aanbod ongedaan te maken. Volgens KPN is het college van de Opta überhaupt niet bevoegd in relaties tussen aanbieders en klanten in te grijpen. Volgens Tele2 zou het college van de Opta KPN echter alsnog dienen te gelasten zijn aanbieding voor OT2010 in te trekken.
Opta heeft de zaak nader onderzocht en volgt Tele2 nu in de argumentatie dat de gevolgen van deze overtreding inderdaad nog steeds voortduren. KPN’s bod voor OT2010 staat immers nog steeds in de markt, terwijl concurrenten (waaronder Tele2) niet de gelegenheid hebben gekregen een nieuw bod te doen waarin zij de kortingsactie ook konden meenemen.
In het dictumonderdeel xlvii van het marktanalysebesluit Vaste Telefonie is aan KPN specifiek voor WLR een non-discriminatieverplichting opgelegd. Deze heeft in ieder geval betrekking op onder andere “het proces van aankondiging van nieuwe of gewijzigde tarieven, en het proces van informatieverstrekking”.
Dwangsom
Opta legt KPN een last onder dwangsom op om het telecombedrijf te dwingen zijn bod voor OT2010 in te trekken en daarmee ook de gevolgen van de geconstateerde overtreding te stoppen. Zo niet, dan riskeert het telecombedrijf een dwangsom van 100.000 euro per dag met een maximum van één miljoen euro. Tegen deze last onder dwangsom kan KPN een voorlopige voorziening indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Tele2 had ook nog bezwaar gemaakt tegen het besluit van Opta van 1 juli 2011 dat het bod van KPN voldoende hoog was om te voorkomen dat concurrenten uit de markt geprijsd worden. Dit bezwaar heeft Opta afgewezen.
Telecombedrijf KPN riskeert een dwangsom van 100.000 euro per dag met een maximum van één miljoen euro. Dit blijkt uit een beslissing van toezichthouder Opta op een bezwaarschrift van Tele2.
KPN heeft in de aanloop naar de overheidsaanbesteding voor vaste telefonie zijn externe afnemers later geïnformeerd over een kortingsactie op inkooptarieven dan zijn eigen interne afnemers. KPN introduceerde in dit verband een actietarief voor WLR-nummerblokken, de zogenoemde WLR-actietarieven.
Door het late informeren heeft KPN zijn concurrenten de mogelijkheid ontnomen om deze lagere tarieven te gebruiken in hun bod voor de aanbesteding (OT2010). Tele2 heeft vervolgens de Opta verzocht om handhavend op te treden tegen KPN. Op 13 oktober 2010 heeft Opta dit deel van het handhavingsverzoek afgewezen, omdat KPN zijn concurrenten inmiddels volledig geïnformeerd had.
Bezwaar
Tele2 heeft vervolgens bezwaar aangetekend tegen dit besluit met het argument dat de overtreding weliswaar beëindigd was, maar de gevolgen ervan nog niet. KPN Retail heeft zijn aanbod in OT2010 namelijk niet ingetrokken. Volgens KPN heeft het een onherroepelijk aanbod gedaan, waarop niet kan worden ingebroken, omdat daarvoor geen privaatrechtelijke toestemming van de Staat is verkregen.
KPN is volgens eigen zeggen niet in staat om een dergelijk aanbod ongedaan te maken. Volgens KPN is het college van de Opta überhaupt niet bevoegd in relaties tussen aanbieders en klanten in te grijpen. Volgens Tele2 zou het college van de Opta KPN echter alsnog dienen te gelasten zijn aanbieding voor OT2010 in te trekken.
Opta heeft de zaak nader onderzocht en volgt Tele2 nu in de argumentatie dat de gevolgen van deze overtreding inderdaad nog steeds voortduren. KPN’s bod voor OT2010 staat immers nog steeds in de markt, terwijl concurrenten (waaronder Tele2) niet de gelegenheid hebben gekregen een nieuw bod te doen waarin zij de kortingsactie ook konden meenemen.
In het dictumonderdeel xlvii van het marktanalysebesluit Vaste Telefonie is aan KPN specifiek voor WLR een non-discriminatieverplichting opgelegd. Deze heeft in ieder geval betrekking op onder andere “het proces van aankondiging van nieuwe of gewijzigde tarieven, en het proces van informatieverstrekking”.
Dwangsom
Opta legt KPN een last onder dwangsom op om het telecombedrijf te dwingen zijn bod voor OT2010 in te trekken en daarmee ook de gevolgen van de geconstateerde overtreding te stoppen. Zo niet, dan riskeert het telecombedrijf een dwangsom van 100.000 euro per dag met een maximum van één miljoen euro. Tegen deze last onder dwangsom kan KPN een voorlopige voorziening indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Tele2 had ook nog bezwaar gemaakt tegen het besluit van Opta van 1 juli 2011 dat het bod van KPN voldoende hoog was om te voorkomen dat concurrenten uit de markt geprijsd worden. Dit bezwaar heeft Opta afgewezen.