Beter fotograferen op feestjes
Feesten heb je in alle vormen en kleuren. Of het nu om het traditionele kerstfeest gaat, een bedrijfsfeest, het verjaardagsfeest van je (klein)kind: er lopen steevast mensen met een fototoestel rond die de gang van zaken documenteren. Als je achteraf het resultaat te zien krijgt, merk je dat fotograferen op feesten niet zo vanzelfsprekend is.
Toch beschikken we allemaal over een fototoestel – in het beste geval een recente spiegelreflexcamera, maar meestal minstens een compactcamera of gsm-camera – waarmee we moeiteloos elk type fotografie mee zouden moeten aankunnen. Althans, dat is wat de reclame ons doet geloven.
De beste camera
Maar hoe komt het dan dat we er zo moeilijk in slagen om op feestjes echt geslaagde foto’s te maken? Of heb je echt die professionele reflexcamera nodig om een goede foto te maken?
[related_article id=”158262″]
“De beste camera is die welke je op zak hebt”, zei de Amerikaanse fotograaf Chase Jarvis. De meeste mensen hebben namelijk tegenwoordig een fototoestel in hun mobiele telefoon of smartphone en kunnen dus steeds foto’s maken in om het even welke omstandigheden. Een druk op de knop en het beeld zit in je telefoon.
Maar hoe komt het dan dat zo dikwijls de foto’s uit die smartphones – en bij uitbreiding alle camera’s – niet echt fantastisch zijn? Laat de technologie ons in de steek? Een smartphone heeft inderdaad zijn beperkingen: ze hebben doorgaans geen zoomfunctie en slechts een beperkte resolutie (alhoewel camera’s met meer dan 5 megapixel geen zeldzaamheid meer zijn) en je kan niet van lens wisselen.
En net die lens is een heel belangrijk onderdeel van een kwaliteitsvol beeld. Hou daarom het kleine lensje van je telefoon steeds zo proper mogelijk, want alle licht moet daardoor naar binnen. Krassen op de lens, stofdeeltjes of vet van vingers leiden steevast tot kwaliteitsverlies van het beeld.
Stabiliteit
Minstens even belangrijk voor het uiteindelijke beeld is om tijdens het fotograferen je fototoestel zo stabiel mogelijk te houden. Iets wat bij smartphones niet altijd vanzelfsprekend is. Want niets is zo vervelend als denken dat je een prachtige foto gemaakt hebt en achteraf vaststellen dat deze wazig is doordat je bewoog bij het maken van de foto.
Een oplossing is om bijvoorbeeld bij een aanraakscherm je vinger op de ‘ontspanknop’ te laten rusten (en die knop dus eigenlijk ingedrukt te houden) en los te laten op het ogenblik dat je een foto wilt maken, in plaats van dan pas de knop aan te raken
Zo verminder je gevoelig de beweging van je hand en vinger, met een stabieler beeld tot gevolg. Voor nog meer stabiliteit kan je je armen (of ellebogen) ook op een tafel laten rusten of tegen een muur houden.
Gevoeligheden
Omdat de sensor in een smartphone nog niet zo goed overweg kan met weinig licht, leidt dat in ruimten met kunstlicht vaak tot een lange sluitertijd. Daardoor zijn bewegende beelden, zoals enthousiast open neer springende kinderen, nogal eens onscherp, zelfs al hou je je toestel stabiel.
Compactcamera’s hebben daar tegenwoordig al veel minder last van, omdat je gemakkelijk de ISO-waarde – de gevoeligheid van de sensor – kan verhogen. Daardoor kan je werken met een snellere sluitertijd en bewegingsonscherpte sterk reduceren.
Maar hogere ISO-waarden betekenen ook meer kans op digitale ruis in je beeld. Dat zijn "artefacten’ in je beeld die ervoor zorgen dat je foto minder scherp, helder en zuiver wordt. Ruis wordt heel duidelijk als je je beeld wat gaat vergroten.
Een manier om de ISO-waarde voldoende laag te houden in ruimten met weinig licht (een huiskamer met kunstlicht, kaarslicht) is om flitslicht te gebruiken. Zo steek je extra licht in je beeld, wat de scherpte ten goede komt, maar dikwijls dan weer ten koste gaat van de sfeer in een foto.
Bovendien krijg je met de ingebouwde flitser, of een reportageflitser die op de camera staat (on-camera flash), dikwijls zware schaduwen achter de personen die je fotografeert. Een reportageflitser los van de camera gebruiken (off-camera flash) is bij smartphones en compactcamera’s nog niet ingeburgerd.
Voor deze technieken moet je je wenden tot de duurdere toestellen en flitsers. Daarmee kan je ofwel indirect flitsen (flits naar het plafond richten, naar achteren tegen een muur richten) ofwel off-camera flitsen.
Door met flitslicht te werken creëer je mogelijk problemen met de witbalans van je foto’s. De reden is eenvoudig: het verschil in kleurtemperatuur van je lichtbronnen. Binnen heb je een warme kleurtemperatuur, afkomstig van kunstlicht (gloeilampen), kaarsen en dergelijke, terwijl een flitser een veel koudere kleurtemperatuur heeft.
Meng je dat warme kunstlicht met het koude, blauwe flitslicht, dan kan dat soms tot minder fraaie kleuren leiden. Een mogelijke oplossing is een oranje filtertje over je flits aanbrengen, zodat alle lichtbronnen min of meer dezelfde kleurtemperatuur hebben.
Flitsloos
Wil je echt zonder flits werken, dan moet je je toevlucht nemen tot lenzen die een groot diafragma toelaten, zoals een 50mm-objectief met een maximaal diafragma van f/1.4 of f/1.8. Niet alleen krijg je bij die grote opening heel veel licht binnen en kun je dus een snellere sluitertijd gebruiken, met een stabieler en scherper beeld tot gevolg.
Je krijgt ook een mooie scherptediepte, met je onderwerp scherp en de rest van de foto onscherp. Zo leg je de nadruk op je onderwerp. Een groot diafragma in combinatie met een reflextoestel dat hoge gevoeligheden aankan (ISO 1.600 of hoger) is daarom een ideale technische combinatie voor het fotograferen bij weinig licht – kenmerkend voor feestjes.
Technisch geweld niet altijd nodig
Betekent dit nu dat je enkel met dure toestellen goed kunt fotograferen of memorabele foto’s kan maken? Hoegenaamd niet! Je hebt niet altijd zo veel technisch geweld nodig en gelukkig zijn er nog andere parameters die meespelen in het maken van geslaagde foto’s, zoals je creativiteit, de compositie en de timing.
Want een technisch perfecte foto is daarom niet altijd een interessant beeld. Wie geeft er om wat ruis in het beeld wanneer je oom een aria ten beste geeft met een zelfgemaakte hoed van afgedankt inpakpapier op zijn hoofd? Met die info in ons achterhoofd kunnen we nu verschillende situaties onder de loep nemen.
We merken vooraf nog even op dat elke goede reportage steevast start met een goede voorbereiding. Controleer vooraf het materiaal dat je wilt gebruiken. Heb je al je lenzen bij je? Zijn je geheugenkaarten leeg en zijn de batterijen opgeladen (ja, ook die van je smartphone)? Zitten er verse batterijen in je flitser? Is de sensor van je toestel niet aan een reinigingsbeurt toe?
Tips voor Kerstmis
Het is een goed idee om al voor de aanvang van het eigenlijke feest foto’s te beginnen maken. Waarom zou je bijvoorbeeld niet al eens proefdraaien tijdens het opstellen van de kerstboom? De kinderen vinden het vast en zeker een fantastisch evenement, waarbij ze helemaal zullen opgaan in het versieren van de kerstboom en daarbij vergeten dat er een fotograaf naast hen staat.
De uitdrukking op hun gezichten, de concentratie bij het vasthangen van de kerstballen, de twijfel bij het juist aanbrengen van de slingers, de ontgoocheling van de gebroken kerstbal… Het zijn stuk voor stuk momenten die je als fotograaf kan vastleggen.
Op een reflexcamera kun je hiervoor een 50mm-lens gebruiken, of een zoomlens die gaat van bijvoorbeeld 24 tot 70 mm, zodat je snel van breedhoek (24 mm) naar tele (70 mm) kan gaan om een portretje vast te leggen. Macrolenzen kunnen ook interessant zijn om sterk in te zoomen op details van de kerstboom.
Een tip: fotografeer op ooghoogte van de kinderen. Dat betekent dat je door je knieën zult moeten gaan, maar zo krijg je het leven vanaf hun hoogte te zien. Zodra de boom er staat, zal je al gauw merken dat de lichtjes van de kerstverlichting bijna niet te fotograferen zijn met flitslicht.
Dat komt doordat de hoeveelheid flitslicht zo groot is dat het licht van de kerstlampjes de tijd niet krijgt om op de sensor geregistreerd te worden. Daardoor lijkt het alsof de verlichting niet brandt. De oplossing is om de kerstboom te fotograferen op statief of, indien je geen statief hebt, je toestel ergens op te leggen zodat het niet beweegt tijdens de opname.
Met alle (kunst)licht uit, behalve dan de kerstverlichting, kan je met een lange sluitertijd de boom mooi in beeld brengen.
Feestportretten
Het kerstfeest zelf is het ideale moment om je gasten te fotograferen. In het begin zal het misschien wat onwennig zijn, maar hoe meer foto’s je maakt, hoe meer je gasten eraan wennen en hoe minder ze op je letten. En dan kan je ‘toeslaan’ voor natuurlijk ogende foto’s en portretten. Gebruik daarvoor het best een lichte telelens, tussen 80 en 120 mm bijvoorbeeld.
Vergeet zeker niet klaar te zijn op het ogenblik dat de cadeautjes geopend worden. De uitdrukkingen op het gezicht zijn te mooi om te laten liggen. Kijk dan ook niet op een foto meer of minder, zodat je achteraf het beste beeld kan selecteren. Voor portretten kan je trachten om niet te veel omgeving in de foto te brengen. Het gaat om de persoon en de uitdrukking, niet om het meubilair in de achtergrond.
Een groot diafragma (klein diafragmagetal, bijvoorbeeld f/2.8) helpt om die achtergrond onscherp te maken, waardoor de focus helemaal op de persoon komt te liggen. Niets belet je echter om wat variatie in je foto’s te steken en om met een breedhoeklens te fotograferen. Heb je bijvoorbeeld een 24mm-lens, dan kan je foto’s maken met meerdere mensen erop. Dan zie je de interactie tussen de mensen.
Het diner
Vergeet je niet om foto’s te maken van de gedekte feesttafel? Je kan daarbij een overzichtsfoto maken van de hele tafel, maar vergeet de details niet! Een kaarsje, de versiering, een detail van de fles wijn … het zijn allemaal foto’s die bijdragen tot een mooie en volledige reportage. Door te spelen met je diafragma (groot diafragma voor kleine scherptediepte, klein diafragma voor grote scherptediepte) leg je gevoel in de foto’s.
En wat met de personen die in de keuken staan uit te blinken? Het versieren van de borden met wat garnituur, het openen of decanteren van een fles wijn en het aanbrengen van slagroom op de ijsjes zijn momenten die je kunt vastleggen. Je hoeft daarvoor niet per se de hele persoon in beeld te brengen.
Een detail van de kurk, van de ovenknop die op 180 °C staat of een hand die roert in het beslag van de taart: het kunnen memorabele beelden opleveren, en een reden zijn om die macrofunctie op je toestel nog eens uit te proberen.
Meegenieten
De boog kan niet altijd gespannen staan en we genieten allemaal graag met volle teugen van het feest. En hoe graag we ook fotograferen, soms willen we die camera gewoon even niet bedienen.
En toch willen we bepaalde beelden liever niet missen. Wel, dan kan de technologie ons helpen. Heb je namelijk een computer en een webcam, stel die dan ergens strategisch op en laat de time-lapse-functie haar werk doen. De computer zal dan op vooraf ingestelde intervallen een foto maken, waardoor je na afloop een reeks beelden krijgt die mooi het verloop van het feest weergeven.
De initieel mooi gedekte feesttafel ziet er achteraf eerder als een slagveld uit. Die perfect geknoopte dassen eindigen over de rugleuning van de stoelen. Of die kerstboom, stond die eerst niet in een andere hoek? De time-lapse-foto’s registreren het genadeloos!
En zou het niet jammer zijn om het feest te laten eindigen zonder een groepsportret? Hoe vroeger op de avond je dat doet, hoe meer kans je hebt dat je het portret zal kunnen maken. Iedereen ziet er dan nog op zijn best uit en zal gewillig op de foto komen.
Wil je er zelf mee op, bestudeer dan op voorhand hoe je de zelfontspanner op je toestel instelt. Want met behulp van een statief (of een kast waar je je toestel op legt) kan je zelf mee in beeld komen – als je dat wilt natuurlijk!
Verjaardagstips
Verjaardagsfeestjes zijn doorgaans uitgelezen momenten om foto’s te maken van kinderen. Maar het is daarom niet het gemakkelijkste moment. Bereid je vooral voor op veel pogingen om die guitige gezichtjes in beeld te krijgen. Daarom is het geen slecht idee om ook hier vooraf in te schatten wat je te wachten staat.
Waar gaan de kinderen de pakjes openen en wat is dan de beste positie? Staat er dan niets in de weg? Moet je rekening houden met tegenlicht? Niets verbiedt je om vooraf testopnamen te maken in de lichtomstandigheden die op het feestje zullen heersen. Schrijf die instellingen dan op een papiertje, zodat je ze op het ogenblik zelf maar in te stellen hebt.
Klik erop los, vooral op kritische momenten zoals bij het uitpakken van cadeautjes of het uitblazen van de kaarsen op de verjaardagstaart. Wil je jezelf wat tijd kopen, plaats dan ‘fopkaarsen’ op de taart. Die gaan na het uitblazen weer aan en garanderen je meer fotomomenten.
Let ook altijd op de achtergrond. Door ‘schermvullend’ te fotograferen, dit wil zeggen dat je een persoon het volledige beeld laat vullen, zie je weinig van de achtergrond. Een groot diafragma maakt de achtergrond dan nog wazig ook. Grote egale vlakken trekken weinig aandacht, probeer dus je kadrering zo te maken dat er geen delen van kasten, deuren en dergelijke in beeld komen.
En tracht te verhinderen dat de plant op de kast achter het kind ogenschijnlijk uit zijn of haar hoofd groeit. Om dat te evalueren is het lcd-schermpje op je toestel onmisbaar. Je kan er snel snel de compositie mee bekijken, maar tevens nagaan of de belichting goed zit. Probeer ook steeds ongemerkt te fotograferen.
Kinderen willen graag gezichten trekken wanneer ze je zien klaarstaan om een foto te maken. Op zich niets ergs en het kan best grappig zijn, maar je wilt niet alléén foto’s van gekke bekken trekkende kinderen. Vergeet zeker niet om vooraf foto’s te maken van je kind, voor het zich vuil maakt aan de taart, of door het buiten spelen met de vriendjes.
Maar vergeet evenmin om achteraf foto’s te maken van je kind wanneer het door het ravotten helemaal rood aangelopen is, vol vuile vlekken zit … het contrast is goud waard!
Feesten heb je in alle vormen en kleuren. Of het nu om het traditionele kerstfeest gaat, een bedrijfsfeest, het verjaardagsfeest van je (klein)kind: er lopen steevast mensen met een fototoestel rond die de gang van zaken documenteren. Als je achteraf het resultaat te zien krijgt, merk je dat fotograferen op feesten niet zo vanzelfsprekend is.
Toch beschikken we allemaal over een fototoestel – in het beste geval een recente spiegelreflexcamera, maar meestal minstens een compactcamera of gsm-camera – waarmee we moeiteloos elk type fotografie mee zouden moeten aankunnen. Althans, dat is wat de reclame ons doet geloven.
De beste camera
Maar hoe komt het dan dat we er zo moeilijk in slagen om op feestjes echt geslaagde foto’s te maken? Of heb je echt die professionele reflexcamera nodig om een goede foto te maken?
[related_article id=”158262″]
“De beste camera is die welke je op zak hebt”, zei de Amerikaanse fotograaf Chase Jarvis. De meeste mensen hebben namelijk tegenwoordig een fototoestel in hun mobiele telefoon of smartphone en kunnen dus steeds foto’s maken in om het even welke omstandigheden. Een druk op de knop en het beeld zit in je telefoon.
Maar hoe komt het dan dat zo dikwijls de foto’s uit die smartphones – en bij uitbreiding alle camera’s – niet echt fantastisch zijn? Laat de technologie ons in de steek? Een smartphone heeft inderdaad zijn beperkingen: ze hebben doorgaans geen zoomfunctie en slechts een beperkte resolutie (alhoewel camera’s met meer dan 5 megapixel geen zeldzaamheid meer zijn) en je kan niet van lens wisselen.
En net die lens is een heel belangrijk onderdeel van een kwaliteitsvol beeld. Hou daarom het kleine lensje van je telefoon steeds zo proper mogelijk, want alle licht moet daardoor naar binnen. Krassen op de lens, stofdeeltjes of vet van vingers leiden steevast tot kwaliteitsverlies van het beeld.
Stabiliteit
Minstens even belangrijk voor het uiteindelijke beeld is om tijdens het fotograferen je fototoestel zo stabiel mogelijk te houden. Iets wat bij smartphones niet altijd vanzelfsprekend is. Want niets is zo vervelend als denken dat je een prachtige foto gemaakt hebt en achteraf vaststellen dat deze wazig is doordat je bewoog bij het maken van de foto.
Een oplossing is om bijvoorbeeld bij een aanraakscherm je vinger op de ‘ontspanknop’ te laten rusten (en die knop dus eigenlijk ingedrukt te houden) en los te laten op het ogenblik dat je een foto wilt maken, in plaats van dan pas de knop aan te raken
Zo verminder je gevoelig de beweging van je hand en vinger, met een stabieler beeld tot gevolg. Voor nog meer stabiliteit kan je je armen (of ellebogen) ook op een tafel laten rusten of tegen een muur houden.
Gevoeligheden
Omdat de sensor in een smartphone nog niet zo goed overweg kan met weinig licht, leidt dat in ruimten met kunstlicht vaak tot een lange sluitertijd. Daardoor zijn bewegende beelden, zoals enthousiast open neer springende kinderen, nogal eens onscherp, zelfs al hou je je toestel stabiel.
Compactcamera’s hebben daar tegenwoordig al veel minder last van, omdat je gemakkelijk de ISO-waarde – de gevoeligheid van de sensor – kan verhogen. Daardoor kan je werken met een snellere sluitertijd en bewegingsonscherpte sterk reduceren.
Maar hogere ISO-waarden betekenen ook meer kans op digitale ruis in je beeld. Dat zijn "artefacten’ in je beeld die ervoor zorgen dat je foto minder scherp, helder en zuiver wordt. Ruis wordt heel duidelijk als je je beeld wat gaat vergroten.
Een manier om de ISO-waarde voldoende laag te houden in ruimten met weinig licht (een huiskamer met kunstlicht, kaarslicht) is om flitslicht te gebruiken. Zo steek je extra licht in je beeld, wat de scherpte ten goede komt, maar dikwijls dan weer ten koste gaat van de sfeer in een foto.
Bovendien krijg je met de ingebouwde flitser, of een reportageflitser die op de camera staat (on-camera flash), dikwijls zware schaduwen achter de personen die je fotografeert. Een reportageflitser los van de camera gebruiken (off-camera flash) is bij smartphones en compactcamera’s nog niet ingeburgerd.
Voor deze technieken moet je je wenden tot de duurdere toestellen en flitsers. Daarmee kan je ofwel indirect flitsen (flits naar het plafond richten, naar achteren tegen een muur richten) ofwel off-camera flitsen.
Door met flitslicht te werken creëer je mogelijk problemen met de witbalans van je foto’s. De reden is eenvoudig: het verschil in kleurtemperatuur van je lichtbronnen. Binnen heb je een warme kleurtemperatuur, afkomstig van kunstlicht (gloeilampen), kaarsen en dergelijke, terwijl een flitser een veel koudere kleurtemperatuur heeft.
Meng je dat warme kunstlicht met het koude, blauwe flitslicht, dan kan dat soms tot minder fraaie kleuren leiden. Een mogelijke oplossing is een oranje filtertje over je flits aanbrengen, zodat alle lichtbronnen min of meer dezelfde kleurtemperatuur hebben.
Flitsloos
Wil je echt zonder flits werken, dan moet je je toevlucht nemen tot lenzen die een groot diafragma toelaten, zoals een 50mm-objectief met een maximaal diafragma van f/1.4 of f/1.8. Niet alleen krijg je bij die grote opening heel veel licht binnen en kun je dus een snellere sluitertijd gebruiken, met een stabieler en scherper beeld tot gevolg.
Je krijgt ook een mooie scherptediepte, met je onderwerp scherp en de rest van de foto onscherp. Zo leg je de nadruk op je onderwerp. Een groot diafragma in combinatie met een reflextoestel dat hoge gevoeligheden aankan (ISO 1.600 of hoger) is daarom een ideale technische combinatie voor het fotograferen bij weinig licht – kenmerkend voor feestjes.
Technisch geweld niet altijd nodig
Betekent dit nu dat je enkel met dure toestellen goed kunt fotograferen of memorabele foto’s kan maken? Hoegenaamd niet! Je hebt niet altijd zo veel technisch geweld nodig en gelukkig zijn er nog andere parameters die meespelen in het maken van geslaagde foto’s, zoals je creativiteit, de compositie en de timing.
Want een technisch perfecte foto is daarom niet altijd een interessant beeld. Wie geeft er om wat ruis in het beeld wanneer je oom een aria ten beste geeft met een zelfgemaakte hoed van afgedankt inpakpapier op zijn hoofd? Met die info in ons achterhoofd kunnen we nu verschillende situaties onder de loep nemen.
We merken vooraf nog even op dat elke goede reportage steevast start met een goede voorbereiding. Controleer vooraf het materiaal dat je wilt gebruiken. Heb je al je lenzen bij je? Zijn je geheugenkaarten leeg en zijn de batterijen opgeladen (ja, ook die van je smartphone)? Zitten er verse batterijen in je flitser? Is de sensor van je toestel niet aan een reinigingsbeurt toe?
Tips voor Kerstmis
Het is een goed idee om al voor de aanvang van het eigenlijke feest foto’s te beginnen maken. Waarom zou je bijvoorbeeld niet al eens proefdraaien tijdens het opstellen van de kerstboom? De kinderen vinden het vast en zeker een fantastisch evenement, waarbij ze helemaal zullen opgaan in het versieren van de kerstboom en daarbij vergeten dat er een fotograaf naast hen staat.
De uitdrukking op hun gezichten, de concentratie bij het vasthangen van de kerstballen, de twijfel bij het juist aanbrengen van de slingers, de ontgoocheling van de gebroken kerstbal… Het zijn stuk voor stuk momenten die je als fotograaf kan vastleggen.
Op een reflexcamera kun je hiervoor een 50mm-lens gebruiken, of een zoomlens die gaat van bijvoorbeeld 24 tot 70 mm, zodat je snel van breedhoek (24 mm) naar tele (70 mm) kan gaan om een portretje vast te leggen. Macrolenzen kunnen ook interessant zijn om sterk in te zoomen op details van de kerstboom.
Een tip: fotografeer op ooghoogte van de kinderen. Dat betekent dat je door je knieën zult moeten gaan, maar zo krijg je het leven vanaf hun hoogte te zien. Zodra de boom er staat, zal je al gauw merken dat de lichtjes van de kerstverlichting bijna niet te fotograferen zijn met flitslicht.
Dat komt doordat de hoeveelheid flitslicht zo groot is dat het licht van de kerstlampjes de tijd niet krijgt om op de sensor geregistreerd te worden. Daardoor lijkt het alsof de verlichting niet brandt. De oplossing is om de kerstboom te fotograferen op statief of, indien je geen statief hebt, je toestel ergens op te leggen zodat het niet beweegt tijdens de opname.
Met alle (kunst)licht uit, behalve dan de kerstverlichting, kan je met een lange sluitertijd de boom mooi in beeld brengen.
Feestportretten
Het kerstfeest zelf is het ideale moment om je gasten te fotograferen. In het begin zal het misschien wat onwennig zijn, maar hoe meer foto’s je maakt, hoe meer je gasten eraan wennen en hoe minder ze op je letten. En dan kan je ‘toeslaan’ voor natuurlijk ogende foto’s en portretten. Gebruik daarvoor het best een lichte telelens, tussen 80 en 120 mm bijvoorbeeld.
Vergeet zeker niet klaar te zijn op het ogenblik dat de cadeautjes geopend worden. De uitdrukkingen op het gezicht zijn te mooi om te laten liggen. Kijk dan ook niet op een foto meer of minder, zodat je achteraf het beste beeld kan selecteren. Voor portretten kan je trachten om niet te veel omgeving in de foto te brengen. Het gaat om de persoon en de uitdrukking, niet om het meubilair in de achtergrond.
Een groot diafragma (klein diafragmagetal, bijvoorbeeld f/2.8) helpt om die achtergrond onscherp te maken, waardoor de focus helemaal op de persoon komt te liggen. Niets belet je echter om wat variatie in je foto’s te steken en om met een breedhoeklens te fotograferen. Heb je bijvoorbeeld een 24mm-lens, dan kan je foto’s maken met meerdere mensen erop. Dan zie je de interactie tussen de mensen.
Het diner
Vergeet je niet om foto’s te maken van de gedekte feesttafel? Je kan daarbij een overzichtsfoto maken van de hele tafel, maar vergeet de details niet! Een kaarsje, de versiering, een detail van de fles wijn … het zijn allemaal foto’s die bijdragen tot een mooie en volledige reportage. Door te spelen met je diafragma (groot diafragma voor kleine scherptediepte, klein diafragma voor grote scherptediepte) leg je gevoel in de foto’s.
En wat met de personen die in de keuken staan uit te blinken? Het versieren van de borden met wat garnituur, het openen of decanteren van een fles wijn en het aanbrengen van slagroom op de ijsjes zijn momenten die je kunt vastleggen. Je hoeft daarvoor niet per se de hele persoon in beeld te brengen.
Een detail van de kurk, van de ovenknop die op 180 °C staat of een hand die roert in het beslag van de taart: het kunnen memorabele beelden opleveren, en een reden zijn om die macrofunctie op je toestel nog eens uit te proberen.
Meegenieten
De boog kan niet altijd gespannen staan en we genieten allemaal graag met volle teugen van het feest. En hoe graag we ook fotograferen, soms willen we die camera gewoon even niet bedienen.
En toch willen we bepaalde beelden liever niet missen. Wel, dan kan de technologie ons helpen. Heb je namelijk een computer en een webcam, stel die dan ergens strategisch op en laat de time-lapse-functie haar werk doen. De computer zal dan op vooraf ingestelde intervallen een foto maken, waardoor je na afloop een reeks beelden krijgt die mooi het verloop van het feest weergeven.
De initieel mooi gedekte feesttafel ziet er achteraf eerder als een slagveld uit. Die perfect geknoopte dassen eindigen over de rugleuning van de stoelen. Of die kerstboom, stond die eerst niet in een andere hoek? De time-lapse-foto’s registreren het genadeloos!
En zou het niet jammer zijn om het feest te laten eindigen zonder een groepsportret? Hoe vroeger op de avond je dat doet, hoe meer kans je hebt dat je het portret zal kunnen maken. Iedereen ziet er dan nog op zijn best uit en zal gewillig op de foto komen.
Wil je er zelf mee op, bestudeer dan op voorhand hoe je de zelfontspanner op je toestel instelt. Want met behulp van een statief (of een kast waar je je toestel op legt) kan je zelf mee in beeld komen – als je dat wilt natuurlijk!
Verjaardagstips
Verjaardagsfeestjes zijn doorgaans uitgelezen momenten om foto’s te maken van kinderen. Maar het is daarom niet het gemakkelijkste moment. Bereid je vooral voor op veel pogingen om die guitige gezichtjes in beeld te krijgen. Daarom is het geen slecht idee om ook hier vooraf in te schatten wat je te wachten staat.
Waar gaan de kinderen de pakjes openen en wat is dan de beste positie? Staat er dan niets in de weg? Moet je rekening houden met tegenlicht? Niets verbiedt je om vooraf testopnamen te maken in de lichtomstandigheden die op het feestje zullen heersen. Schrijf die instellingen dan op een papiertje, zodat je ze op het ogenblik zelf maar in te stellen hebt.
Klik erop los, vooral op kritische momenten zoals bij het uitpakken van cadeautjes of het uitblazen van de kaarsen op de verjaardagstaart. Wil je jezelf wat tijd kopen, plaats dan ‘fopkaarsen’ op de taart. Die gaan na het uitblazen weer aan en garanderen je meer fotomomenten.
Let ook altijd op de achtergrond. Door ‘schermvullend’ te fotograferen, dit wil zeggen dat je een persoon het volledige beeld laat vullen, zie je weinig van de achtergrond. Een groot diafragma maakt de achtergrond dan nog wazig ook. Grote egale vlakken trekken weinig aandacht, probeer dus je kadrering zo te maken dat er geen delen van kasten, deuren en dergelijke in beeld komen.
En tracht te verhinderen dat de plant op de kast achter het kind ogenschijnlijk uit zijn of haar hoofd groeit. Om dat te evalueren is het lcd-schermpje op je toestel onmisbaar. Je kan er snel snel de compositie mee bekijken, maar tevens nagaan of de belichting goed zit. Probeer ook steeds ongemerkt te fotograferen.
Kinderen willen graag gezichten trekken wanneer ze je zien klaarstaan om een foto te maken. Op zich niets ergs en het kan best grappig zijn, maar je wilt niet alléén foto’s van gekke bekken trekkende kinderen. Vergeet zeker niet om vooraf foto’s te maken van je kind, voor het zich vuil maakt aan de taart, of door het buiten spelen met de vriendjes.
Maar vergeet evenmin om achteraf foto’s te maken van je kind wanneer het door het ravotten helemaal rood aangelopen is, vol vuile vlekken zit … het contrast is goud waard!