Nokia: ‘Bewust nooit iPhone-kloon gemaakt’
Stefan Pannenbecker is hoofd industrieel design bij Nokia. Hij is de man die verantwoordelijk is voor de hardware van alle telefoons die Nokia maakt, van de goedkoopste telefoon tot de duurste smartphones.
Hij maakt zelf geen telefoons, maar heeft de leiding over de teams van vormgevers die de telefoons maken. Verschillende toestellen worden immers door verschillende mensen gemaakt. We spreken Pannenbecker en vragen hem naar zijn recentste werk, de N9 en de Nokia Lumia 800.
ZDNet: Hoe begin je eigenlijk aan de ontwikkeling van een telefoon?
Pannenbecker: "Helemaal aan het begin van het designproces maken we de keuze wat het toestel moet kunnen. Welke technologie gaat erin? Bij die keuze is veel volk betrokken naast mijn designers: de softwaremakers, de ingenieurs, de mensen die de materialen bijeen moeten zoeken en de mensen die de toestellenportfolio’s beheren.
[related_article id=”161563″]
"In een tweede fase maken we een concept en bepalen we de architectuur van de nieuwe telefoon. Het gaat hier nog om een concept en geen echt design. Maar samen met de ingenieurs zoeken we uit hoe we het meest compacte toestel kunnen maken, zelfs als het bijvoorbeeld nodig is er een grote batterij in te stoppen.
"Pas dan gaan we vormgeven. We vertrekken vanuit de vereisten van het toestel. Bij de N9 hadden we op voorhand al bepaald dat ontvangst en antennebereik belangrijk zouden zijn. En dus kozen we voor de behuizing een materiaal dat radiogolven goed doorlaat: plastic.
"Dat proces duurt redelijk lang, een tot twee jaar. Het hangt er nog vanaf of je veel dingen moet uitvinden of dat je technieken kunt gebruiken die al bestaan. Achteraf doen we ook kwaliteitschecks op de eerste toestellen die van de productieband komen."
Is de ontwikkeling van de N9 ook zo gegaan?
"Ik kan je het ontstaan van de N9 heel precies vertellen. Elke maand komen we met de verschillende designteams bij Nokia twee dagen samen. We overlopen dan alle projecten waar we binnen Nokia mee bezig zijn. Bij zo’n vergadering ligt de tafel vol met toestellen en we kijken na of ze allemaal in de designstrategie passen. ‘Zijn het wel Nokia’s’, vragen we ons af.
"De eerste keer dat we iets te zien kregen van de N9 was op een koude novemberdag in Finland. Het is daar dan lang donker en de duisternis treedt al ‘s middags in. En dat werkt op het gemoed, want iedereen zat er maar somber bij. Toen haalde Anton Fahlgren, een Zweed in het designteam van de N9, een prototype boven en de sfeer sloeg helemaal om in verbazing en enthousiasme.
Wassen prototypes van de Lumia 800
"We zijn toen parallel een aantal alternatieve toestellen gaan uitwerken. En daarna hebben we ons toegewijd aan de N9. Ik heb gezorgd dat hij de nodige ondersteuning kreeg: mensen met de juiste vaardigheden en de kennis van materialen bijvoorbeeld.
"De ontwikkeling van de N9 is vrij snel kunnen gaan omdat we al bepaalde productie- en designtechnieken kenden van de N8. Dat toestel had ook bijvoorbeeld uitgeboorde gaten zoals de N9, waardoor we het wiel niet opnieuw hoefden uit te vinden."
Opmerkelijk is dat de N9 gelijktijdig uitkomt met de Nokia Lumia 800, een toestel met Windows Phone. Daardoor kunnen we exact zien welk design Nokia kiest en welke elementen bepaald zijn door Microsoft: knoppen op de voorkant, een kleiner scherm en een cameraknop. Hoe is het om met zulke beperkingen rekening te moeten houden?
"De N9 is een fantastisch apparaat met een extreem design: tot het uiterste doorgevoerd minimalisme. Zo is de cameraknop bijvoorbeeld enkel in de software aanwezig, niet hardwarematig. Er zijn zo weinig mogelijk elementen aan de buitenkant van het toestel.
"De Lumia 800 met Windows Phone vertrok voor de styling vanuit een ander uitgangspunt. De software bestond immers al. En in de software is nu eenmaal ingebakken dat het toestel een specifieke knop heeft voor de camera. De samenwerking met Microsoft rond de Lumia 800 was trouwens intens maar positief. Samen met hun ingenieurs hebben we moeilijke beslissingen moeten nemen.
Nokia heeft zich nooit laten verleiden tot het maken van een iPhonekloon, in tegenstelling tot vele concurrenten. Met opzet?
"We hebben opzettelijk nooit een telefoon gemaakt die op de iPhone lijkt. Als de hele technologiesector afglijdt naar eenzelfde standaard, krijg je eenheidsworst. We moeten zelf avontuurlijker zijn met toestellen die verschillen van alle andere.
"Neem nu bijboorbeeld de knop onder aan de iPhone. Die hebben we niet overgenomen bij de N9. Wij hebben in de software een veegbeweging op het scherm bedacht om op de N9 naar het thuismenu te navigeren. We geloven dat dat beter is. Op die manier kan je scherm procentueel gezien meer ruimte innemen op de voorkant van het toestel."
De N9 is gemaakt van plastic, maar ziet er niet goedkoop uit. Hoe heb je dat gedaan?
"Dat komt doordat we het polycarbonaat, een chique woord voor plastic, behandelen alsof het een duur materiaal is. Zo hebben we in plastic een unibodydesign gemaakt. De hele buitenkant is één onderdeel, zodat er geen naden zijn. Goedkopere toestellen zijn bijna altijd een sandwich: een voorplaat en een achterplaat die tegen elkaar zijn gezet. En dan zie je rondom een naad.
"Bovendien boren we in het plastic. De gaten die erin zitten, zijn niet zo in de mal gegoten maar ze zijn achteraf uitgeboord met een precisiemachine. Esthetisch is dat beter omdat je fijnere gaatjes kan maken. Kwalitatief is dat beter omdat kleine gaatjes het geluid beter doorlaten. Die boorgaten zijn misschien een detail, maar mensen merken wel meteen dat ze een premiumtoestel vasthouden.
De gaten in de behuizing zijn geboord, niet gegoten in een mal
"De glasplaat van de N9 is ook speciaal. Deze is niet vlak maar staat bol. Dat doet wat denken aan een horlogeglas. Je merkt ook dat er zorg aan besteed is. Het is ook mooi ingelegd in de plastic behuizing, bijna naadloos."
Stefan Pannenbecker is hoofd industrieel design bij Nokia. Hij is de man die verantwoordelijk is voor de hardware van alle telefoons die Nokia maakt, van de goedkoopste telefoon tot de duurste smartphones.
Hij maakt zelf geen telefoons, maar heeft de leiding over de teams van vormgevers die de telefoons maken. Verschillende toestellen worden immers door verschillende mensen gemaakt. We spreken Pannenbecker en vragen hem naar zijn recentste werk, de N9 en de Nokia Lumia 800.
ZDNet: Hoe begin je eigenlijk aan de ontwikkeling van een telefoon?
Pannenbecker: "Helemaal aan het begin van het designproces maken we de keuze wat het toestel moet kunnen. Welke technologie gaat erin? Bij die keuze is veel volk betrokken naast mijn designers: de softwaremakers, de ingenieurs, de mensen die de materialen bijeen moeten zoeken en de mensen die de toestellenportfolio’s beheren.
[related_article id=”161563″]
"In een tweede fase maken we een concept en bepalen we de architectuur van de nieuwe telefoon. Het gaat hier nog om een concept en geen echt design. Maar samen met de ingenieurs zoeken we uit hoe we het meest compacte toestel kunnen maken, zelfs als het bijvoorbeeld nodig is er een grote batterij in te stoppen.
"Pas dan gaan we vormgeven. We vertrekken vanuit de vereisten van het toestel. Bij de N9 hadden we op voorhand al bepaald dat ontvangst en antennebereik belangrijk zouden zijn. En dus kozen we voor de behuizing een materiaal dat radiogolven goed doorlaat: plastic.
"Dat proces duurt redelijk lang, een tot twee jaar. Het hangt er nog vanaf of je veel dingen moet uitvinden of dat je technieken kunt gebruiken die al bestaan. Achteraf doen we ook kwaliteitschecks op de eerste toestellen die van de productieband komen."
Is de ontwikkeling van de N9 ook zo gegaan?
"Ik kan je het ontstaan van de N9 heel precies vertellen. Elke maand komen we met de verschillende designteams bij Nokia twee dagen samen. We overlopen dan alle projecten waar we binnen Nokia mee bezig zijn. Bij zo’n vergadering ligt de tafel vol met toestellen en we kijken na of ze allemaal in de designstrategie passen. ‘Zijn het wel Nokia’s’, vragen we ons af.
"De eerste keer dat we iets te zien kregen van de N9 was op een koude novemberdag in Finland. Het is daar dan lang donker en de duisternis treedt al ‘s middags in. En dat werkt op het gemoed, want iedereen zat er maar somber bij. Toen haalde Anton Fahlgren, een Zweed in het designteam van de N9, een prototype boven en de sfeer sloeg helemaal om in verbazing en enthousiasme.
Wassen prototypes van de Lumia 800
"We zijn toen parallel een aantal alternatieve toestellen gaan uitwerken. En daarna hebben we ons toegewijd aan de N9. Ik heb gezorgd dat hij de nodige ondersteuning kreeg: mensen met de juiste vaardigheden en de kennis van materialen bijvoorbeeld.
"De ontwikkeling van de N9 is vrij snel kunnen gaan omdat we al bepaalde productie- en designtechnieken kenden van de N8. Dat toestel had ook bijvoorbeeld uitgeboorde gaten zoals de N9, waardoor we het wiel niet opnieuw hoefden uit te vinden."
Opmerkelijk is dat de N9 gelijktijdig uitkomt met de Nokia Lumia 800, een toestel met Windows Phone. Daardoor kunnen we exact zien welk design Nokia kiest en welke elementen bepaald zijn door Microsoft: knoppen op de voorkant, een kleiner scherm en een cameraknop. Hoe is het om met zulke beperkingen rekening te moeten houden?
"De N9 is een fantastisch apparaat met een extreem design: tot het uiterste doorgevoerd minimalisme. Zo is de cameraknop bijvoorbeeld enkel in de software aanwezig, niet hardwarematig. Er zijn zo weinig mogelijk elementen aan de buitenkant van het toestel.
"De Lumia 800 met Windows Phone vertrok voor de styling vanuit een ander uitgangspunt. De software bestond immers al. En in de software is nu eenmaal ingebakken dat het toestel een specifieke knop heeft voor de camera. De samenwerking met Microsoft rond de Lumia 800 was trouwens intens maar positief. Samen met hun ingenieurs hebben we moeilijke beslissingen moeten nemen.
Nokia heeft zich nooit laten verleiden tot het maken van een iPhonekloon, in tegenstelling tot vele concurrenten. Met opzet?
"We hebben opzettelijk nooit een telefoon gemaakt die op de iPhone lijkt. Als de hele technologiesector afglijdt naar eenzelfde standaard, krijg je eenheidsworst. We moeten zelf avontuurlijker zijn met toestellen die verschillen van alle andere.
"Neem nu bijboorbeeld de knop onder aan de iPhone. Die hebben we niet overgenomen bij de N9. Wij hebben in de software een veegbeweging op het scherm bedacht om op de N9 naar het thuismenu te navigeren. We geloven dat dat beter is. Op die manier kan je scherm procentueel gezien meer ruimte innemen op de voorkant van het toestel."
De N9 is gemaakt van plastic, maar ziet er niet goedkoop uit. Hoe heb je dat gedaan?
"Dat komt doordat we het polycarbonaat, een chique woord voor plastic, behandelen alsof het een duur materiaal is. Zo hebben we in plastic een unibodydesign gemaakt. De hele buitenkant is één onderdeel, zodat er geen naden zijn. Goedkopere toestellen zijn bijna altijd een sandwich: een voorplaat en een achterplaat die tegen elkaar zijn gezet. En dan zie je rondom een naad.
"Bovendien boren we in het plastic. De gaten die erin zitten, zijn niet zo in de mal gegoten maar ze zijn achteraf uitgeboord met een precisiemachine. Esthetisch is dat beter omdat je fijnere gaatjes kan maken. Kwalitatief is dat beter omdat kleine gaatjes het geluid beter doorlaten. Die boorgaten zijn misschien een detail, maar mensen merken wel meteen dat ze een premiumtoestel vasthouden.
De gaten in de behuizing zijn geboord, niet gegoten in een mal
"De glasplaat van de N9 is ook speciaal. Deze is niet vlak maar staat bol. Dat doet wat denken aan een horlogeglas. Je merkt ook dat er zorg aan besteed is. Het is ook mooi ingelegd in de plastic behuizing, bijna naadloos."