Overleeft jouw camera de winter?
De meeste fototoestellen kunnen wel tegen een stootje, maar tegen Koning Winter zijn ze niet opgewassen. Hoe kun je ervoor zorgen dat jouw fototoestel nog leeft tegen de tijd dat de lente zich aandient?
1. Duurder is sterker
Een wintervaste camera bestaat niet, maar toch zijn er modellen die het er in minder zachte weersomstandigheden beter vanaf brengen. Zo is er bij reflexcamera’s een direct verband tussen de hoeveelheid geld die je uitgeeft en de schokbestendigheid en slijtvastheid van het model.
Een instapmodel zal bijvoorbeeld een plastic chassis hebben, terwijl een duurzamer model een skelet van magnesium of aluminium heeft. Ook op vochtbestendigheid scoren de duurdere camera’s beter. Al ben je bij de meeste merken pas zeker van een goede bescherming als de camera samen met een goede lens en lensfilter wordt gebruikt.
[related_article id=”158262″]
2. Taaie compacts
Compact- en systeemcamera’s (kleine fototoestellen met verwisselbare lenzen) zijn fragieler dan reflexcamera’s. Althans theoretisch. Aan de ene kant zijn ze goedkoper afgewerkt en bevatten ze vaak heel kleine, kwetsbare mechanische onderdelen zoals tandwielen. Aan de andere kant heeft de behuizing meestal minder delen die uitsteken.
Vocht kan echter heel gevaarlijk zijn. De grote uitzondering zijn compactcamera’s die gemaakt zijn voor avontuurlijke reizen. Bijna alle merken hebben compacttoestellen die relatief waterdicht zijn en wel tegen een stootje kunnen. Ook voor winterreizen zijn deze camera’s geschikt. Het prijskaartje ligt wel wat hoger.
3. Let op de temperatuur
Alle elektronische apparaten hebben een minimum- en maximumtemperatuur waaraan ze mogen worden blootgesteld. Je vindt die waarden meestal ergens in de handleiding. De populaire Canon 550D-reflexcamera bijvoorbeeld mag je in principe niet onder nul graden Celsius hanteren. Oké, je camera valt niet spontaan in stukken uiteen zodra het kwik -1°C bereikt, maar je houdt er toch maar beter rekening mee.
Een korte blootstelling aan een te lage temperatuur zal geen grote schade aanrichten. Duurt het wat langer, dan laten de gevolgen zich voelen. Bij heel lage temperaturen (denk -30°C) zullen bijvoorbeeld de kristallen in het lcd-scherm slomer reageren. Maar dat geldt wellicht ook voor jou.
4. Geen bruuske veranderingen
En nu we het toch over temperatuur hebben: het grootste gevaar schuilt niet in de kou op zich, maar wel in de blootstelling van je toestel aan snel wisselende temperaturen. Buiten fotograferen bij -5°C en dan de camera binnen naast de verwarming leggen… het spreekt voor zich dat dit geen goed idee is. Zorg er dus voor dat temperatuurschommelingen geleidelijk verlopen.
Een uur of twee op de skipiste met de camera op zak? Stop het toestel tijdig opnieuw in de fototas – die heb je toch, hè? Als je daarna naar de après-ski gaat, leg je de tas op een koele plek. Niet in de koelkast, maar ook niet naast het haardvuur. Je kunt de camera bij het binnenkomen ook in een luchtdicht zakje stoppen en wachten tot dit opgewarmd is.
5. Hou het droog
Nog een belangrijk aandachtspunt: stop je camera nooit zomaar in de fototas of zak. Mogelijk liggen er nog waterdruppels of sneeuwvlokken op het fototoestel. Sneeuw voelt misschien droog aan, maar zal zich in een warmere omgeving transformeren naar water en condensatie. In een afgesloten tas kan dat een probleem zijn.
Afdrogen is de boodschap, maar wel voorzichtig als je aan het schermpje en de lens komt. Je kunt ook speciale behuizingen gebruiken of improviseren met een plastic zak om de camera uit regen, sneeuw en wind te houden. Al wordt het dan vaak wat lastiger om foto’s te maken.
6. Zachte aanpak
De regels voor het poetsen van een lens zijn "s winters niet anders dan tijdens de rest van het jaar. Absoluut te vermijden zijn krassen op je lens omdat je doekje te ruw is. Een doekje dat bijvoorbeeld ook gebruikt wordt om een dvd schoon te maken is een goede keuze.
Je kunt ook zachte papieren zakdoeken gebruiken, maar dan zul je wellicht nog papierrestjes van de lens moeten verwijderen. Zelf ben ik een liefhebber van een "lenspen". Voor zo’n 15 euro heb je een pen met aan de ene kant een kwastje en aan de andere een zacht stukje textiel om de lens of het scherm schoon te maken.
7. Warm nestje
Kou en batterijen zijn overigens geen beste maatjes. Hoe lager de temperatuur, hoe sneller een batterij haar lading kwijtspeelt. Voor lange fotosessies in winterweer neem je dus reservebatterijen mee. Die bewaar je op een warme plek, zoals de binnenzak van je jas.
Naargelang het batterijtype kun je nog een paar foto’s uit een bijna lege batterij persen door die warmer te maken. Nee, niet boven een vuurtje, gewoon door hem een tiental minuten in jaszak te stoppen.
8. Watervrees
Sneeuw gaat meestal gepaard met een lage vochtigheid, maar dat is wel anders tijdens een mistige ochtend of avond. Ga dus alleen op pad met een cameratas die waterbestendig is. Sommige tassen hebben een soort regenkapje in een verborgen vakje, dat je over de hele tas kunt trekken.
De meeste fototoestellen kunnen wel tegen een stootje, maar tegen Koning Winter zijn ze niet opgewassen. Hoe kun je ervoor zorgen dat jouw fototoestel nog leeft tegen de tijd dat de lente zich aandient?
1. Duurder is sterker
Een wintervaste camera bestaat niet, maar toch zijn er modellen die het er in minder zachte weersomstandigheden beter vanaf brengen. Zo is er bij reflexcamera’s een direct verband tussen de hoeveelheid geld die je uitgeeft en de schokbestendigheid en slijtvastheid van het model.
Een instapmodel zal bijvoorbeeld een plastic chassis hebben, terwijl een duurzamer model een skelet van magnesium of aluminium heeft. Ook op vochtbestendigheid scoren de duurdere camera’s beter. Al ben je bij de meeste merken pas zeker van een goede bescherming als de camera samen met een goede lens en lensfilter wordt gebruikt.
[related_article id=”158262″]
2. Taaie compacts
Compact- en systeemcamera’s (kleine fototoestellen met verwisselbare lenzen) zijn fragieler dan reflexcamera’s. Althans theoretisch. Aan de ene kant zijn ze goedkoper afgewerkt en bevatten ze vaak heel kleine, kwetsbare mechanische onderdelen zoals tandwielen. Aan de andere kant heeft de behuizing meestal minder delen die uitsteken.
Vocht kan echter heel gevaarlijk zijn. De grote uitzondering zijn compactcamera’s die gemaakt zijn voor avontuurlijke reizen. Bijna alle merken hebben compacttoestellen die relatief waterdicht zijn en wel tegen een stootje kunnen. Ook voor winterreizen zijn deze camera’s geschikt. Het prijskaartje ligt wel wat hoger.
3. Let op de temperatuur
Alle elektronische apparaten hebben een minimum- en maximumtemperatuur waaraan ze mogen worden blootgesteld. Je vindt die waarden meestal ergens in de handleiding. De populaire Canon 550D-reflexcamera bijvoorbeeld mag je in principe niet onder nul graden Celsius hanteren. Oké, je camera valt niet spontaan in stukken uiteen zodra het kwik -1°C bereikt, maar je houdt er toch maar beter rekening mee.
Een korte blootstelling aan een te lage temperatuur zal geen grote schade aanrichten. Duurt het wat langer, dan laten de gevolgen zich voelen. Bij heel lage temperaturen (denk -30°C) zullen bijvoorbeeld de kristallen in het lcd-scherm slomer reageren. Maar dat geldt wellicht ook voor jou.
4. Geen bruuske veranderingen
En nu we het toch over temperatuur hebben: het grootste gevaar schuilt niet in de kou op zich, maar wel in de blootstelling van je toestel aan snel wisselende temperaturen. Buiten fotograferen bij -5°C en dan de camera binnen naast de verwarming leggen… het spreekt voor zich dat dit geen goed idee is. Zorg er dus voor dat temperatuurschommelingen geleidelijk verlopen.
Een uur of twee op de skipiste met de camera op zak? Stop het toestel tijdig opnieuw in de fototas – die heb je toch, hè? Als je daarna naar de après-ski gaat, leg je de tas op een koele plek. Niet in de koelkast, maar ook niet naast het haardvuur. Je kunt de camera bij het binnenkomen ook in een luchtdicht zakje stoppen en wachten tot dit opgewarmd is.
5. Hou het droog
Nog een belangrijk aandachtspunt: stop je camera nooit zomaar in de fototas of zak. Mogelijk liggen er nog waterdruppels of sneeuwvlokken op het fototoestel. Sneeuw voelt misschien droog aan, maar zal zich in een warmere omgeving transformeren naar water en condensatie. In een afgesloten tas kan dat een probleem zijn.
Afdrogen is de boodschap, maar wel voorzichtig als je aan het schermpje en de lens komt. Je kunt ook speciale behuizingen gebruiken of improviseren met een plastic zak om de camera uit regen, sneeuw en wind te houden. Al wordt het dan vaak wat lastiger om foto’s te maken.
6. Zachte aanpak
De regels voor het poetsen van een lens zijn "s winters niet anders dan tijdens de rest van het jaar. Absoluut te vermijden zijn krassen op je lens omdat je doekje te ruw is. Een doekje dat bijvoorbeeld ook gebruikt wordt om een dvd schoon te maken is een goede keuze.
Je kunt ook zachte papieren zakdoeken gebruiken, maar dan zul je wellicht nog papierrestjes van de lens moeten verwijderen. Zelf ben ik een liefhebber van een "lenspen". Voor zo’n 15 euro heb je een pen met aan de ene kant een kwastje en aan de andere een zacht stukje textiel om de lens of het scherm schoon te maken.
7. Warm nestje
Kou en batterijen zijn overigens geen beste maatjes. Hoe lager de temperatuur, hoe sneller een batterij haar lading kwijtspeelt. Voor lange fotosessies in winterweer neem je dus reservebatterijen mee. Die bewaar je op een warme plek, zoals de binnenzak van je jas.
Naargelang het batterijtype kun je nog een paar foto’s uit een bijna lege batterij persen door die warmer te maken. Nee, niet boven een vuurtje, gewoon door hem een tiental minuten in jaszak te stoppen.
8. Watervrees
Sneeuw gaat meestal gepaard met een lage vochtigheid, maar dat is wel anders tijdens een mistige ochtend of avond. Ga dus alleen op pad met een cameratas die waterbestendig is. Sommige tassen hebben een soort regenkapje in een verborgen vakje, dat je over de hele tas kunt trekken.