Waarom zijn SSD’s nog steeds zo duur?
Wij liefhebbers van solidstatedrives moeten het eens gezegd hebben: de prijs van dit soort opslagmedia is verdomd te hoog. Maar hoe hoog is nu eigenlijk te hoog?
De prijs is al flink gezakt tegenover een paar jaar geleden, maar de SSD is nog steeds het duurste onderdeel van een handjevol topmodellen van laptops. Tenzij er een zeldzame aanbieding is, wordt een SSD van 120 gigabyte meestal verkocht voor 190 tot 250 euro, afhankelijk van aansluitingstype (sata 2 of sata 3) en snelheid.
Ik wil toch eens benadrukken dat je die 120 gigabyte of meer nodig hebt. Dat komt doordat een SSD van 64 gigabyte de klus wel geklaard krijgt, maar alleen het besturingssysteem en de meest essentiële software kan bevatten.
[related_article id=”152275″]
De prijs stijgt exponentieel naarmate de capaciteit groter is. Een schijf van 240 gigabyte – een optimaal evenwicht tussen relatief veel opslag en bereikbaarheid voor consumenten – wordt nu verkocht voor 400 tot 500 euro. Vanaf 512 gigabyte kunnen ze duizenden euro’s kosten, te duur voor de meesten onder ons.
Door de bank genomen kan je een laptop vinden die minder kost dan sommige SSD’s. Aan de andere kant heb je klassieke harde schijven met twee terabyte die amper 80 euro kosten. Als je de kosten per gigabyte bekijkt, zijn SSD’s vijf tot tien keer duurder dan harde schijven. Natuurlijk houdt de vergelijking hier op, want traditionele schijven bieden weinig meer waar je opgewonden over raakt. De vraag blijft: waarom zijn SSD’s nog zo duur? Zeker als je ziet dat de prijzen van USB-sticks zo sterk gedaald zijn de afgelopen jaren.
Om dat te ontdekken, heb ik de vraag gesteld aan de makers van SSD’s. De meesten houden de lippen stijf op elkaar over dit onderwerp, maar uiteindelijk kon ik genoeg informatie lospeuteren om te besluiten dat er twee belangrijke redenen zijn. De eerste is de technologie zelf.
Volgens Micron, de maker van de Crucial m4, gebruiken SSD’s vooral de technologie nand-flash. Die volgt een geheel andere prijszetting dan DRAM, klassiek computergeheugen. SSD’s die in computers moeten dienen, gebruiken hoogpresterende componenten. Die worden voor hogere prijzen verkocht dan de onderdelen in USB-sticks en geheugenkaartjes.
Bovendien vragen SSD’s een complex assemblageproces, zodat alle onderdelen goed kunnen samenwerken. De controller en de firmware moeten minutieus geïntegreerd worden om het maximum uit het geheel te persen. Daarbovenop worden SSD’s aan uren compatibiliteits- en stabiliteitstesten onderworpen. Dat draagt ook bij aan de kosten.
Tweede reden is de wet van vraag en aanbod. In het geval van de SSD’s speelt die op twee vlakken. Eerst en vooral de markt zelf. Omdat de vraag eerder aan de lage kant is, maken fabrikanten minder winst en dus moeten ze de prijs per stuk verhogen om aan de productiekosten te komen. Het is een probleem van de kip of het ei, want de hoge prijzen zijn meteen ook de reden van de lage vraag.
Boeiender is de andere toepassing van de wet van vraag en aanbod. De grote SSD-fabrikanten hebben een directe toegang tot de voorraden. Daardoor kunnen ze de basismaterialen voor zich opeisen, waardoor kleinere fabrikanten een hoge prijs moeten betalen voor hun grondstoffen. Op hun beurt moeten ze een hogere prijs rekenen voor het afgewerkte product. Dit probleem zou zich niet stellen als de grote fabrikanten zich ook echt zouden richten op de productie van SSD’s. Maar dat doen ze niet. Nog niet. En daar is een reden voor.
Het leeuwendeel van de SSD’s op de markt is het standaardmodel van 2,5 inch. Daardoor kunnen ze gebruikt worden waar traditionele harde schijven zitten. Maar op die plek moeten de producenten concurreren met de traditionele harde schijven, dus zoeken ze een markt die minder drukbezet is. En toevallig is er een voor handen: mobiele toestellen zoals smartphones en tablets.
In tegenstelling tot computers gebruiken mobiele apparaten allemaal solidstatedrives. Door hun compacte design vereisen al die toestellen specifiek ontwikkelde formaten van SSD-schijven. En dezelfde SSD’s kunnen dus niet in andere toestellen dienen. Dit is een van de eigenaardigheden van SSD’s, want zulke aanpassingen waren met klassieke harde schijven onmogelijk.
Het succes van de iPad, de iPhone en Androidtoestellen bewijst alleen dat SSD’s voor mobiele toestellen een veel lucratievere bezigheid is dan SSD’s voor computers.
Dong Ngo is opslagspecialist bij CNet
Wij liefhebbers van solidstatedrives moeten het eens gezegd hebben: de prijs van dit soort opslagmedia is verdomd te hoog. Maar hoe hoog is nu eigenlijk te hoog?
De prijs is al flink gezakt tegenover een paar jaar geleden, maar de SSD is nog steeds het duurste onderdeel van een handjevol topmodellen van laptops. Tenzij er een zeldzame aanbieding is, wordt een SSD van 120 gigabyte meestal verkocht voor 190 tot 250 euro, afhankelijk van aansluitingstype (sata 2 of sata 3) en snelheid.
Ik wil toch eens benadrukken dat je die 120 gigabyte of meer nodig hebt. Dat komt doordat een SSD van 64 gigabyte de klus wel geklaard krijgt, maar alleen het besturingssysteem en de meest essentiële software kan bevatten.
[related_article id=”152275″]
De prijs stijgt exponentieel naarmate de capaciteit groter is. Een schijf van 240 gigabyte – een optimaal evenwicht tussen relatief veel opslag en bereikbaarheid voor consumenten – wordt nu verkocht voor 400 tot 500 euro. Vanaf 512 gigabyte kunnen ze duizenden euro’s kosten, te duur voor de meesten onder ons.
Door de bank genomen kan je een laptop vinden die minder kost dan sommige SSD’s. Aan de andere kant heb je klassieke harde schijven met twee terabyte die amper 80 euro kosten. Als je de kosten per gigabyte bekijkt, zijn SSD’s vijf tot tien keer duurder dan harde schijven. Natuurlijk houdt de vergelijking hier op, want traditionele schijven bieden weinig meer waar je opgewonden over raakt. De vraag blijft: waarom zijn SSD’s nog zo duur? Zeker als je ziet dat de prijzen van USB-sticks zo sterk gedaald zijn de afgelopen jaren.
Om dat te ontdekken, heb ik de vraag gesteld aan de makers van SSD’s. De meesten houden de lippen stijf op elkaar over dit onderwerp, maar uiteindelijk kon ik genoeg informatie lospeuteren om te besluiten dat er twee belangrijke redenen zijn. De eerste is de technologie zelf.
Volgens Micron, de maker van de Crucial m4, gebruiken SSD’s vooral de technologie nand-flash. Die volgt een geheel andere prijszetting dan DRAM, klassiek computergeheugen. SSD’s die in computers moeten dienen, gebruiken hoogpresterende componenten. Die worden voor hogere prijzen verkocht dan de onderdelen in USB-sticks en geheugenkaartjes.
Bovendien vragen SSD’s een complex assemblageproces, zodat alle onderdelen goed kunnen samenwerken. De controller en de firmware moeten minutieus geïntegreerd worden om het maximum uit het geheel te persen. Daarbovenop worden SSD’s aan uren compatibiliteits- en stabiliteitstesten onderworpen. Dat draagt ook bij aan de kosten.
Tweede reden is de wet van vraag en aanbod. In het geval van de SSD’s speelt die op twee vlakken. Eerst en vooral de markt zelf. Omdat de vraag eerder aan de lage kant is, maken fabrikanten minder winst en dus moeten ze de prijs per stuk verhogen om aan de productiekosten te komen. Het is een probleem van de kip of het ei, want de hoge prijzen zijn meteen ook de reden van de lage vraag.
Boeiender is de andere toepassing van de wet van vraag en aanbod. De grote SSD-fabrikanten hebben een directe toegang tot de voorraden. Daardoor kunnen ze de basismaterialen voor zich opeisen, waardoor kleinere fabrikanten een hoge prijs moeten betalen voor hun grondstoffen. Op hun beurt moeten ze een hogere prijs rekenen voor het afgewerkte product. Dit probleem zou zich niet stellen als de grote fabrikanten zich ook echt zouden richten op de productie van SSD’s. Maar dat doen ze niet. Nog niet. En daar is een reden voor.
Het leeuwendeel van de SSD’s op de markt is het standaardmodel van 2,5 inch. Daardoor kunnen ze gebruikt worden waar traditionele harde schijven zitten. Maar op die plek moeten de producenten concurreren met de traditionele harde schijven, dus zoeken ze een markt die minder drukbezet is. En toevallig is er een voor handen: mobiele toestellen zoals smartphones en tablets.
In tegenstelling tot computers gebruiken mobiele apparaten allemaal solidstatedrives. Door hun compacte design vereisen al die toestellen specifiek ontwikkelde formaten van SSD-schijven. En dezelfde SSD’s kunnen dus niet in andere toestellen dienen. Dit is een van de eigenaardigheden van SSD’s, want zulke aanpassingen waren met klassieke harde schijven onmogelijk.
Het succes van de iPad, de iPhone en Androidtoestellen bewijst alleen dat SSD’s voor mobiele toestellen een veel lucratievere bezigheid is dan SSD’s voor computers.
Dong Ngo is opslagspecialist bij CNet