Waarom tweeten en mailen we?
Een studie van The New York Times over onze drijfveren om informatie en meningen online te delen, plaatst internetgebruikers in een nieuw daglicht.
Alle online-informatie samen is als een deinende databrij waarin je als gebruiker je weg moet vinden. Dat kan via zoekmachines, maar evengoed via andere internetgebruikers. Want dat is het nut van delen, zo blijkt uit de NYT-studie met de titel The Psychology of Sharing.
Zo’n 85 procent van de ondervraagden zegt dat het lezen van commentaren en analyses helpt om de actualiteit en bepaalde informatie beter te begrijpen. 73 procent gaf aan dat ze door het delen ook meer moeite doen om de gedeelde informatie te doorgronden door meer op te zoeken.
Vijf profielen
Maar een kleine twee miljard internetgebruikers scheer je niet zomaar over één kam: niet iedereen plaatst informatie om dezelfde reden online. Zo zijn er volgens het onderzoek vijf categorieën. Er zijn gebruikers die zich willen profileren via de informatie die ze delen: wat ik deel, zegt de ander iets over wie ik ben en waar ik voor sta. Daarnaast zijn er mensen die zich al delend nuttig voelen: via commentaren voelen ze zich betrokken bij wat er in de wereld gebeurt.
Daarnaast zegt zo’n 84 procent van de ondervraagden al delend een bepaald doel of thema te steunen. Dat kan bijvoorbeeld door een e-mail over de hongersnood in Somalië naar je kennissenkring door te sturen.
Een vierde groep deelt vooral informatie om mensen met dezelfde interesses te ontmoeten of om in contact te blijven met mensen die ze anders uit het oog verliezen. De laatste groep ten slotte deelt vanuit een erg altruïstische houding: "Ik deel om het leven van mijn omgeving te verrijken", gaf een van de vrouwelijke ondervraagden aan. Zo’n 49 procent volgt haar daarin: delen is een manier om anderen op diensten en producten te wijzen waar je tevreden over bent.
Over altruïsten en hipsters
Het onderzoek zou trouwens niet ‘De psychologie van het delen’ heten als er niet op jungiaanse wijze een aantal archetypes werden samengesteld. Delers kunnen volgens de onderzoekers ondergebracht worden in zes profielen: de altruïsten (‘ik deel om anderen van dienst te zijn’), de carrièremakers (‘ik deel om te netwerken en ideeën uit te wisselen die mijn werk kunnen verbeteren’), de hipsters (‘ik deel want het is jong en het past bij mijn imago’), de boemerangs (‘ik wil duidelijk maken waar ik voor sta en hoe meer reacties ik krijg, hoe beter’), de connectors (‘door te delen, breng ik mensen samen die iets willen ondernemen’) en de selectives (‘ik zie alleen nut in het delen van informatie die relevant is voor specifieke mensen’).
Een studie van The New York Times over onze drijfveren om informatie en meningen online te delen, plaatst internetgebruikers in een nieuw daglicht.
Alle online-informatie samen is als een deinende databrij waarin je als gebruiker je weg moet vinden. Dat kan via zoekmachines, maar evengoed via andere internetgebruikers. Want dat is het nut van delen, zo blijkt uit de NYT-studie met de titel The Psychology of Sharing.
Zo’n 85 procent van de ondervraagden zegt dat het lezen van commentaren en analyses helpt om de actualiteit en bepaalde informatie beter te begrijpen. 73 procent gaf aan dat ze door het delen ook meer moeite doen om de gedeelde informatie te doorgronden door meer op te zoeken.
Vijf profielen
Maar een kleine twee miljard internetgebruikers scheer je niet zomaar over één kam: niet iedereen plaatst informatie om dezelfde reden online. Zo zijn er volgens het onderzoek vijf categorieën. Er zijn gebruikers die zich willen profileren via de informatie die ze delen: wat ik deel, zegt de ander iets over wie ik ben en waar ik voor sta. Daarnaast zijn er mensen die zich al delend nuttig voelen: via commentaren voelen ze zich betrokken bij wat er in de wereld gebeurt.
Daarnaast zegt zo’n 84 procent van de ondervraagden al delend een bepaald doel of thema te steunen. Dat kan bijvoorbeeld door een e-mail over de hongersnood in Somalië naar je kennissenkring door te sturen.
Een vierde groep deelt vooral informatie om mensen met dezelfde interesses te ontmoeten of om in contact te blijven met mensen die ze anders uit het oog verliezen. De laatste groep ten slotte deelt vanuit een erg altruïstische houding: "Ik deel om het leven van mijn omgeving te verrijken", gaf een van de vrouwelijke ondervraagden aan. Zo’n 49 procent volgt haar daarin: delen is een manier om anderen op diensten en producten te wijzen waar je tevreden over bent.
Over altruïsten en hipsters
Het onderzoek zou trouwens niet ‘De psychologie van het delen’ heten als er niet op jungiaanse wijze een aantal archetypes werden samengesteld. Delers kunnen volgens de onderzoekers ondergebracht worden in zes profielen: de altruïsten (‘ik deel om anderen van dienst te zijn’), de carrièremakers (‘ik deel om te netwerken en ideeën uit te wisselen die mijn werk kunnen verbeteren’), de hipsters (‘ik deel want het is jong en het past bij mijn imago’), de boemerangs (‘ik wil duidelijk maken waar ik voor sta en hoe meer reacties ik krijg, hoe beter’), de connectors (‘door te delen, breng ik mensen samen die iets willen ondernemen’) en de selectives (‘ik zie alleen nut in het delen van informatie die relevant is voor specifieke mensen’).