Zuid-Korea heeft internetklinieken
In Zuid-Korea krijgen kinderen die verslaafd zijn aan internetspelletjes speciale hulp. In de hoofdstad Seoel zijn er vijf speciale internetklinieken.
De psychologe Gemma SunKyung Yoo kreeg onlangs telefoon van een moeder die zich zorgen maakte. Haar twee zoons spelen zo’n zes uur per dag op het internet. De schoolresultaten van de jongste zijn de laatste maanden achteruitgegaan.
"De moeder vroeg zich af of haar jongste zoon een probleem heeft", zegt Yoo. Ze noemt het een typerend voorbeeld: ouders in Zuid-Korea trekken alleen aan de alarmbel als de schooluitslagen slecht worden. Zes uur per dag gamen, dat blijken velen normaal te vinden.
Kliniek
Yoo is gespecialiseerd in de behandeling van ‘mediaverslaving’ en werkt in een van de vijf internetklinieken in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoel. Het kamertje waar ze de jonge kinderen ontvangt, heeft roze pastelkleuren en aan de muur hangen kindertekeningen. Er liggen tekenpotloden en papier en veel didactisch materiaal.
"De kinderen komen tegen hun zin hier naartoe, omdat ze niet willen stoppen met de computergames. In de eerste sessies vermijden we het woord computer, maar praten we met de kinderen over hun leven", zegt Yoo. "Dan blijkt vaak dat ze zich alleen voelen en met niemand kunnen spelen."
Het team van de internetkliniek probeert het kind aan te leren dat er naast het pc-scherm nog andere leuke belevenissen te vinden zijn. Na enkele praatsessies polsen ze bij de ouders of het kind nu minder uren achter de pc doorbrengt.
11 procent is vatbaar
De Zuid-Koreaanse overheid neemt de problemen van internetverslaving sinds 2004 serieus. Ze heeft een test opgesteld met twintig indicatoren om te bepalen of iemand aan internetspellen verslaafd is. Met die test kunnen leerkrachten het internetgedrag van hun leerlingen onder de loep nemen.
Op basis van een jaarlijkse steekproef bij de bevolking schatten de medewerkers van het departement voor informatica dat 2,6 procent van de jongeren tussen negen en negentien tot de hoogrisicogroep behoort. Zo’n 11 procent van de jongeren loopt gevaar om verslaafd te worden. In totaal gaat het om bijna een miljoen jongeren.
Het volledige artikel kun je lezen op De Standaard Online.
In Zuid-Korea krijgen kinderen die verslaafd zijn aan internetspelletjes speciale hulp. In de hoofdstad Seoel zijn er vijf speciale internetklinieken.
De psychologe Gemma SunKyung Yoo kreeg onlangs telefoon van een moeder die zich zorgen maakte. Haar twee zoons spelen zo’n zes uur per dag op het internet. De schoolresultaten van de jongste zijn de laatste maanden achteruitgegaan.
"De moeder vroeg zich af of haar jongste zoon een probleem heeft", zegt Yoo. Ze noemt het een typerend voorbeeld: ouders in Zuid-Korea trekken alleen aan de alarmbel als de schooluitslagen slecht worden. Zes uur per dag gamen, dat blijken velen normaal te vinden.
Kliniek
Yoo is gespecialiseerd in de behandeling van ‘mediaverslaving’ en werkt in een van de vijf internetklinieken in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoel. Het kamertje waar ze de jonge kinderen ontvangt, heeft roze pastelkleuren en aan de muur hangen kindertekeningen. Er liggen tekenpotloden en papier en veel didactisch materiaal.
"De kinderen komen tegen hun zin hier naartoe, omdat ze niet willen stoppen met de computergames. In de eerste sessies vermijden we het woord computer, maar praten we met de kinderen over hun leven", zegt Yoo. "Dan blijkt vaak dat ze zich alleen voelen en met niemand kunnen spelen."
Het team van de internetkliniek probeert het kind aan te leren dat er naast het pc-scherm nog andere leuke belevenissen te vinden zijn. Na enkele praatsessies polsen ze bij de ouders of het kind nu minder uren achter de pc doorbrengt.
11 procent is vatbaar
De Zuid-Koreaanse overheid neemt de problemen van internetverslaving sinds 2004 serieus. Ze heeft een test opgesteld met twintig indicatoren om te bepalen of iemand aan internetspellen verslaafd is. Met die test kunnen leerkrachten het internetgedrag van hun leerlingen onder de loep nemen.
Op basis van een jaarlijkse steekproef bij de bevolking schatten de medewerkers van het departement voor informatica dat 2,6 procent van de jongeren tussen negen en negentien tot de hoogrisicogroep behoort. Zo’n 11 procent van de jongeren loopt gevaar om verslaafd te worden. In totaal gaat het om bijna een miljoen jongeren.
Het volledige artikel kun je lezen op De Standaard Online.