Cyberoorlog erger dan tsunami
Als er ooit een cyberoorlog uitbreekt, zijn de gevolgen erger dan bij een tsunami. Dat zegt het hoofd van de International Telecommunications Union (ITU).
Hamadoun Touré is al sinds 1999 de secretaris-generaal van de VN-afdeling ITU. Hij zag tijdens zijn carrière al twee cyberaanvallen op landen gebeuren: tegen Estland en tegen Georgië. En hij maakt zich zorgen.
“We moeten voorkomen dat een cyberoorlog ontstaat. Na de gevallen in Estland en Georgië moeten we beseffen hoe breekbaar de wereld geworden is. Een cyberoorlog zal erger zijn dan een tsunami. We moeten dat voorkomen”, zegt Touré.
Nieuwe stijd
Touré ziet de wereld veranderen met de opkomst van cybercriminaliteit. Het recentste voorbeeld daarvan is de strijd tussen Google en China. Dat was geen oorlog tussen China en de Verenigde staten, maar tussen een overheid en een privébedrijf. “Het is een nieuwe wereldorde”, zegt Touré.
En dan is er nog het probleem dat landen hun kwetsbaarheid verkeerd inschatten. De geïndustrialiseerde landen denken dat ze beter beschermd zijn. Maar cybercriminaliteit kent nu eenmaal geen grenzen en criminelen kunnen overal opereren. En het gevaar wordt nog groter, nu kritieke infrastructuur zoals de energievoorziening ook een link met het internet heeft.
Gedragscode nodig
Touré zou graag een cybervredesverdrag zien. Maar hij beseft dat dat te hoog gegrepen is. Hij zou zich al tevreden stellen als er een gedragscode voor cybercriminaliteit komt. Die zou dan stellen dat alle burgers in een land recht hebben op internet en op bescherming tegen criminelen. Essentieel zou ook de belofte zijn om niet als eerste de aanval op een andere natie in te zetten.
Hoe zinvol dat verdrag zal zijn, is nog maar de vraag. Bij de cyberaanval tegen Estland ging de aanval immers niet uit van de Russische overheid, maar vanuit individuele hackers.
Ook bij aanvallen op Google waste de Chinese overheid haar handen in onschuld. Als overheden niet betrokken zijn, heeft het verdrag dus geen zin.
Als er ooit een cyberoorlog uitbreekt, zijn de gevolgen erger dan bij een tsunami. Dat zegt het hoofd van de International Telecommunications Union (ITU).
Hamadoun Touré is al sinds 1999 de secretaris-generaal van de VN-afdeling ITU. Hij zag tijdens zijn carrière al twee cyberaanvallen op landen gebeuren: tegen Estland en tegen Georgië. En hij maakt zich zorgen.
“We moeten voorkomen dat een cyberoorlog ontstaat. Na de gevallen in Estland en Georgië moeten we beseffen hoe breekbaar de wereld geworden is. Een cyberoorlog zal erger zijn dan een tsunami. We moeten dat voorkomen”, zegt Touré.
Nieuwe stijd
Touré ziet de wereld veranderen met de opkomst van cybercriminaliteit. Het recentste voorbeeld daarvan is de strijd tussen Google en China. Dat was geen oorlog tussen China en de Verenigde staten, maar tussen een overheid en een privébedrijf. “Het is een nieuwe wereldorde”, zegt Touré.
En dan is er nog het probleem dat landen hun kwetsbaarheid verkeerd inschatten. De geïndustrialiseerde landen denken dat ze beter beschermd zijn. Maar cybercriminaliteit kent nu eenmaal geen grenzen en criminelen kunnen overal opereren. En het gevaar wordt nog groter, nu kritieke infrastructuur zoals de energievoorziening ook een link met het internet heeft.
Gedragscode nodig
Touré zou graag een cybervredesverdrag zien. Maar hij beseft dat dat te hoog gegrepen is. Hij zou zich al tevreden stellen als er een gedragscode voor cybercriminaliteit komt. Die zou dan stellen dat alle burgers in een land recht hebben op internet en op bescherming tegen criminelen. Essentieel zou ook de belofte zijn om niet als eerste de aanval op een andere natie in te zetten.
Hoe zinvol dat verdrag zal zijn, is nog maar de vraag. Bij de cyberaanval tegen Estland ging de aanval immers niet uit van de Russische overheid, maar vanuit individuele hackers.
Ook bij aanvallen op Google waste de Chinese overheid haar handen in onschuld. Als overheden niet betrokken zijn, heeft het verdrag dus geen zin.