Review: Demon’s Souls
[related_article id=”160734″] Op z’n Japans
Japanse ontwikkelaars hebben iets met demonen en zielen. De role-playing game Demon’s Souls is daar een van de vele recente videogamevoorbeelden van. Deze keer mag je de held spelen die een fictief fantasy-koninkrijk redt van een mist die demonen baart en onschuldige burgers, jawel, van hun ziel berooft. De speelwereld neigt minder naar het fantasy-voorbeeld bij uitstek (The Lord of the Rings) of naar de Aziatische steampunk-tegenhanger. Monsters en magie buiten beschouwing gelaten lijkt het wel een middeleeuws Europa waar je door ploetert. Zoals dat wel vaker gebeurt in dit genre kies je bij aanvang een personage van een zeker geslacht en een klasse die je talenten en minder sterke eigenschappen zal bepalen. Daarna trek je de wereld in en werk je de ene na de andere queeste af.
Elke volbrachte opdracht en elke vijand die je te grazen neemt, leveren je buit en ervaringspunten op, die je dan respectievelijk inruilt tegen een betere uitrusting en upgrades van bepaalde vaardigheden. Zo groeit je karakter uit tot een uniek exemplaar dat alsmaar nauwer aansluit op je eigen speelstijl en als het goed is, beter opgewassen is tegen de alsmaar taaiere oppositie. Het klinkt als een rollenspel zoals menig dozijn er dertien telt, maar Demon’s Souls slaagt er al na een uur of twee in zich positief te onderscheiden van het gros van de concurrentie. Bijvoorbeeld omdat de sfeer en de consequenties van je acties doorwegen op de hele game, maar vooral omdat de actie het routineuze richt-druk-herhaal bandwerk overstijgt.
[related_article id=”160734″] Op z’n Japans
Japanse ontwikkelaars hebben iets met demonen en zielen. De role-playing game Demon’s Souls is daar een van de vele recente videogamevoorbeelden van. Deze keer mag je de held spelen die een fictief fantasy-koninkrijk redt van een mist die demonen baart en onschuldige burgers, jawel, van hun ziel berooft. De speelwereld neigt minder naar het fantasy-voorbeeld bij uitstek (The Lord of the Rings) of naar de Aziatische steampunk-tegenhanger. Monsters en magie buiten beschouwing gelaten lijkt het wel een middeleeuws Europa waar je door ploetert. Zoals dat wel vaker gebeurt in dit genre kies je bij aanvang een personage van een zeker geslacht en een klasse die je talenten en minder sterke eigenschappen zal bepalen. Daarna trek je de wereld in en werk je de ene na de andere queeste af.
Elke volbrachte opdracht en elke vijand die je te grazen neemt, leveren je buit en ervaringspunten op, die je dan respectievelijk inruilt tegen een betere uitrusting en upgrades van bepaalde vaardigheden. Zo groeit je karakter uit tot een uniek exemplaar dat alsmaar nauwer aansluit op je eigen speelstijl en als het goed is, beter opgewassen is tegen de alsmaar taaiere oppositie. Het klinkt als een rollenspel zoals menig dozijn er dertien telt, maar Demon’s Souls slaagt er al na een uur of twee in zich positief te onderscheiden van het gros van de concurrentie. Bijvoorbeeld omdat de sfeer en de consequenties van je acties doorwegen op de hele game, maar vooral omdat de actie het routineuze richt-druk-herhaal bandwerk overstijgt.