Niemand vindt internet in de trein belangrijk
NMBS wil haar treinen niet uitrusten met draadloos internet. Wie wil surfen in de trein, kan dat met een mobiel data-abonnement van een gsm-operator doen, zegt de spoorwegmaatschappij. Maar dat is buiten de slechte gsm-dekking in de treinen gerekend.
NMBS baseert zich voor zijn keuze op een marktonderzoek. Dat toont aan dat internet voor de pendelaar en de zakenreiziger maar een secundaire behoefte is. En dus wil de vervoersmaatschappij niet investeren in internet.
Buitenlandse treinoperatoren hebben al wel gekozen voor draadloos internet in de trein. Bij de Deutsche Bahn is er internet in de intercitytreinen, en bij de Nederlandse Spoorwegen vertrok maandag de eerste trein met gratis internet vanaf station Amsterdam Bijlmer richting Leiden.
In België is de strategie anders: wie in de trein wil surfen, moet maar een draadloos internetabonnement nemen bij een gsm-operator. Maar die strategie vertoont één grote lacune: een betrouwbare gsm-verbinding in de trein is niet vanzelfsprekend, zelfs niet in verstedelijkte gebieden.
3G in de trein niet vanzelfsprekend
Een oplossing voor de slechte gsm-dekking zit er niet meteen aan te komen. Er zijn geen concrete plannen om heel het spoorwegnet te ontsluiten met gsm- of 3G-dekking. De enige afspraak die er is, gaat over masten voor het interne veiligheidssysteem van Infrabel, GSM-R. Als Infrabel een mast plaatst, kunnen de mobiele operatoren er hun antenne bij aanhangen.
Een gsm-ontvangst in de trein blijkt trouwens niet evident. Zo somt Frederique Verbiest van Proximus een aantal problemen op die telefoneren en internetten in de trein bemoeilijken. Eerst en vooral zijn de treinstellen behoorlijk effectieve filters voor gsm-stralen. Sommige stellen hebben zelfs zonnewerende folie op de ramen die ook radiogolven tegenhoudt. Zo kunnen er bijna helemaal geen signalen in of uit de trein.
Een treinbedding heeft vaak ook hoge bermen, waardoor de gsm-signalen moeilijk tot in de trein geraken. 3G op het spoor is dus niet evident.
Waarom niet meer antennes vlak bij het spoor? Als het hele Belgische wegennet een deftige gsm-dekking kan krijgen, waarom lukt dat dan niet bij de spoorwegen?
Het blijkt niet zo eenvoudig te zijn om gsm-antennes naast een spoorweglijn te plaatsen. Veiligheidsprotocollen zijn daar de grootste oorzaak van. De palen van de elektrische bovenleiding zijn onbruikbaar wegens te gevaarlijk: medewerkers van de operatoren mogen er niet in. Alleenstaande masten mogen om veiligheidsredenen niet te dicht bij de sporen staan, waardoor ze in veel gevallen op landbouwgrond of in een bos moeten staan. Ook geen evidentie.
Waarom kunnen er dan wel zoveel antennes naast autostrades? Omdat de Vlaamse overheid, eigenaar van de autostrades, er werk van maakt. Deze stelt de gronden ter beschikking naast de grote op- en afritten voor masten van de operatoren.
Geen prioriteit
De conclusie is dat niemand wil investeren in internet in de trein. NMBS vindt het haar taak niet, omdat haar reizigers het niet als prioriteit zien. Wie internet op de trein wil, moet maar een draadloos internetabonnement nemen via een mobiele operator.
Maar de mobiele operatoren willen niet investeren in een volledige dekking van het spoorwegnet omdat het niet rendabel genoeg is. “Een bedrijf moet ook keuzes maken,” zegt Frederique Verbiest, “want er is geen onbeperkte hoeveelheid geld om te investeren. Er is dan de keuze tussen een mast langs een spoorweg in onbewoond gebied of investeren op een plaats waar veel mensen komen. We investeren bijvoorbeeld wel in de tunnels onder het Antwerpse centraal station.”
Het ziet er dus niet naar uit dat de Belgische treinreiziger op korte termijn nog zal surfen tijdens het treinen.
NMBS wil haar treinen niet uitrusten met draadloos internet. Wie wil surfen in de trein, kan dat met een mobiel data-abonnement van een gsm-operator doen, zegt de spoorwegmaatschappij. Maar dat is buiten de slechte gsm-dekking in de treinen gerekend.
NMBS baseert zich voor zijn keuze op een marktonderzoek. Dat toont aan dat internet voor de pendelaar en de zakenreiziger maar een secundaire behoefte is. En dus wil de vervoersmaatschappij niet investeren in internet.
Buitenlandse treinoperatoren hebben al wel gekozen voor draadloos internet in de trein. Bij de Deutsche Bahn is er internet in de intercitytreinen, en bij de Nederlandse Spoorwegen vertrok maandag de eerste trein met gratis internet vanaf station Amsterdam Bijlmer richting Leiden.
In België is de strategie anders: wie in de trein wil surfen, moet maar een draadloos internetabonnement nemen bij een gsm-operator. Maar die strategie vertoont één grote lacune: een betrouwbare gsm-verbinding in de trein is niet vanzelfsprekend, zelfs niet in verstedelijkte gebieden.
3G in de trein niet vanzelfsprekend
Een oplossing voor de slechte gsm-dekking zit er niet meteen aan te komen. Er zijn geen concrete plannen om heel het spoorwegnet te ontsluiten met gsm- of 3G-dekking. De enige afspraak die er is, gaat over masten voor het interne veiligheidssysteem van Infrabel, GSM-R. Als Infrabel een mast plaatst, kunnen de mobiele operatoren er hun antenne bij aanhangen.
Een gsm-ontvangst in de trein blijkt trouwens niet evident. Zo somt Frederique Verbiest van Proximus een aantal problemen op die telefoneren en internetten in de trein bemoeilijken. Eerst en vooral zijn de treinstellen behoorlijk effectieve filters voor gsm-stralen. Sommige stellen hebben zelfs zonnewerende folie op de ramen die ook radiogolven tegenhoudt. Zo kunnen er bijna helemaal geen signalen in of uit de trein.
Een treinbedding heeft vaak ook hoge bermen, waardoor de gsm-signalen moeilijk tot in de trein geraken. 3G op het spoor is dus niet evident.
Waarom niet meer antennes vlak bij het spoor? Als het hele Belgische wegennet een deftige gsm-dekking kan krijgen, waarom lukt dat dan niet bij de spoorwegen?
Het blijkt niet zo eenvoudig te zijn om gsm-antennes naast een spoorweglijn te plaatsen. Veiligheidsprotocollen zijn daar de grootste oorzaak van. De palen van de elektrische bovenleiding zijn onbruikbaar wegens te gevaarlijk: medewerkers van de operatoren mogen er niet in. Alleenstaande masten mogen om veiligheidsredenen niet te dicht bij de sporen staan, waardoor ze in veel gevallen op landbouwgrond of in een bos moeten staan. Ook geen evidentie.
Waarom kunnen er dan wel zoveel antennes naast autostrades? Omdat de Vlaamse overheid, eigenaar van de autostrades, er werk van maakt. Deze stelt de gronden ter beschikking naast de grote op- en afritten voor masten van de operatoren.
Geen prioriteit
De conclusie is dat niemand wil investeren in internet in de trein. NMBS vindt het haar taak niet, omdat haar reizigers het niet als prioriteit zien. Wie internet op de trein wil, moet maar een draadloos internetabonnement nemen via een mobiele operator.
Maar de mobiele operatoren willen niet investeren in een volledige dekking van het spoorwegnet omdat het niet rendabel genoeg is. “Een bedrijf moet ook keuzes maken,” zegt Frederique Verbiest, “want er is geen onbeperkte hoeveelheid geld om te investeren. Er is dan de keuze tussen een mast langs een spoorweg in onbewoond gebied of investeren op een plaats waar veel mensen komen. We investeren bijvoorbeeld wel in de tunnels onder het Antwerpse centraal station.”
Het ziet er dus niet naar uit dat de Belgische treinreiziger op korte termijn nog zal surfen tijdens het treinen.