Review: Napoleon: Total War
[related_article id=”160734″] Heroriëntatie
De Total War-serie brengt ondertussen ruim tien jaar de betere historische strategiegames. Na het feodale Japan, de Romeinse hoogdagen en tot twee maal toe de middeleeuwen viel in 2009 de eer te beurt aan de 17de en 18de eeuw. De eeuwen waarin het buskruit het slagveld domineerden, maar er ook nog ruimte overbleef voor troepenformaties en cavalerie. Empire: Total War, waarin je als een Europese grootmacht voor economische en militaire dominantie van zowel de Oude als Nieuwe Wereld ging, was op elk vlak een grote en grootse game. Zo groot dat menig speler kopje onder ging in de zee van opties waarmee je een alsmaar groeiend rijk managede.
Napoleon: Total War doet het in dezelfde periode, maar brengt de focus naar de uit zijn voegen barstende formule. De open campagne laat nog altijd toe om met Rusland, Engeland of Pruisen voor de Europese alleenheerschappij te gaan, maar in de twee andere leid je de laatste Franse keizer doorheen twee van zijn succesvolste veldtochten: de Italiaanse en Egyptische.
Neg steeds real-time
De gameplay is haast onveranderd gebleven. Van op de overzichtsmap beheer je je provinciehoofdsteden, doe je aan wetenschappelijk onderzoek en stuur je diplomaten, spionnen, legers en vloten uit. Wanneer zo’n vloot of leger op een van de concurrenten stuit, mag je die zee- of veldslag in real-time uitvechten. Zowel de strategische als tactische opties laten toe om de geschiedenis te herschrijven. Bijvoorbeeld door als Frankrijk Rusland tot een bondgenootschap te dwingen of je tot een zeevarende mogendheid te ontwikkelen die de Britten het nazien geeft.
Nieuw zijn de manieren waarop de ondergrond er na een artilleriebombardement anders gaat bijliggen, meer visuele variatie in units, het verlies van troepen die je op geforceerde marsen doorheen bar terrein dwingt en de grotere impact van je generaals op het moreel van de troepen in zijn directe omgeving.
[related_article id=”160734″] Heroriëntatie
De Total War-serie brengt ondertussen ruim tien jaar de betere historische strategiegames. Na het feodale Japan, de Romeinse hoogdagen en tot twee maal toe de middeleeuwen viel in 2009 de eer te beurt aan de 17de en 18de eeuw. De eeuwen waarin het buskruit het slagveld domineerden, maar er ook nog ruimte overbleef voor troepenformaties en cavalerie. Empire: Total War, waarin je als een Europese grootmacht voor economische en militaire dominantie van zowel de Oude als Nieuwe Wereld ging, was op elk vlak een grote en grootse game. Zo groot dat menig speler kopje onder ging in de zee van opties waarmee je een alsmaar groeiend rijk managede.
Napoleon: Total War doet het in dezelfde periode, maar brengt de focus naar de uit zijn voegen barstende formule. De open campagne laat nog altijd toe om met Rusland, Engeland of Pruisen voor de Europese alleenheerschappij te gaan, maar in de twee andere leid je de laatste Franse keizer doorheen twee van zijn succesvolste veldtochten: de Italiaanse en Egyptische.
Neg steeds real-time
De gameplay is haast onveranderd gebleven. Van op de overzichtsmap beheer je je provinciehoofdsteden, doe je aan wetenschappelijk onderzoek en stuur je diplomaten, spionnen, legers en vloten uit. Wanneer zo’n vloot of leger op een van de concurrenten stuit, mag je die zee- of veldslag in real-time uitvechten. Zowel de strategische als tactische opties laten toe om de geschiedenis te herschrijven. Bijvoorbeeld door als Frankrijk Rusland tot een bondgenootschap te dwingen of je tot een zeevarende mogendheid te ontwikkelen die de Britten het nazien geeft.
Nieuw zijn de manieren waarop de ondergrond er na een artilleriebombardement anders gaat bijliggen, meer visuele variatie in units, het verlies van troepen die je op geforceerde marsen doorheen bar terrein dwingt en de grotere impact van je generaals op het moreel van de troepen in zijn directe omgeving.