5G straks beschikbaar op Europese vluchten
Het is aan Europese luchtvaartmaatschappijen om een 5G-netwerk in hun toestellen aan te bieden. Ze zijn niet verplicht zo’n mobiel netwerk te implementeren. Hiermee kunnen reizigers in principe nog sneller internetten tijdens hun vlucht. Overigens is het niet de eerste keer dat maatschappijen hun klanten mobiel internet kunnen aanbieden tijdens vluchten. De Europese Commissie stelt al sinds 2008 radiofrequenties beschikbaar om zulke (mobiele) netwerken te implementeren.
5G aan boord van vliegtuigen
Het blijft overigens maar de vraag of luchtvaartmaatschappijen ooit 5G-netwerken gaan aanbieden. De maatschappijen moeten daarvoor immers een flinke kost absorberen, terwijl ze de klanten niets extra kunnen laten betalen. Zij zullen immers afrekenen bij hun mobiele provider. Bovendien is de luchtvaartindustrie sterk gefocust op de aanleg van wifi in hun toestellen. De overstap op de uitrol van 5G zou deze investeringen ineens tot geld- en tijdverspilling maken.
Maatschappijen die geïnteresseerd zijn in de mogelijkheden moeten een zogenoemde ‘pico-cel’ in hun toestellen plaatsen. Dat is gespecialiseerde netwerkapparatuur die mobiele data, sms’en en oproepen via satellietnetwerken verstuurt naar de grond. Vergelijkbare apparatuur wordt momenteel al gebruikt voor de ontvangst en verzending van data voor wifi-netwerken. De bijkomende kost ligt daarom met name bij de 5G-radio’s om het signaal te verspreiden in het vliegtuig.
- Lees ook: 5G: De g van gevaar?
‘Snellere wifi op de weg’
Het uitvoeringsbesluit voor radiofrequenties werd niet alleen aangepast voor netwerken in de lucht; ook het wegvervoer moet sneller internet kunnen aanbieden. De Europese Commissie heeft daarom vastgelegd dat de 5 GHz-frequentieband uiterlijk op 30 juni 2023 beschikbaar is voor wegvervoer. De wijziging maakt het voor busmaatschappijen mogelijk om 5 GHz-wifi beschikbaar te stellen.
Voor de auto-industrie moet een snellere wifi-verbinding de weg tot innovatie vrijspelen, is het idee van de Commissie. Op welke innovaties het Europese overheidsorgaan precies mikt, is niet duidelijk.
Het is aan Europese luchtvaartmaatschappijen om een 5G-netwerk in hun toestellen aan te bieden. Ze zijn niet verplicht zo’n mobiel netwerk te implementeren. Hiermee kunnen reizigers in principe nog sneller internetten tijdens hun vlucht. Overigens is het niet de eerste keer dat maatschappijen hun klanten mobiel internet kunnen aanbieden tijdens vluchten. De Europese Commissie stelt al sinds 2008 radiofrequenties beschikbaar om zulke (mobiele) netwerken te implementeren.
5G aan boord van vliegtuigen
Het blijft overigens maar de vraag of luchtvaartmaatschappijen ooit 5G-netwerken gaan aanbieden. De maatschappijen moeten daarvoor immers een flinke kost absorberen, terwijl ze de klanten niets extra kunnen laten betalen. Zij zullen immers afrekenen bij hun mobiele provider. Bovendien is de luchtvaartindustrie sterk gefocust op de aanleg van wifi in hun toestellen. De overstap op de uitrol van 5G zou deze investeringen ineens tot geld- en tijdverspilling maken.
Maatschappijen die geïnteresseerd zijn in de mogelijkheden moeten een zogenoemde ‘pico-cel’ in hun toestellen plaatsen. Dat is gespecialiseerde netwerkapparatuur die mobiele data, sms’en en oproepen via satellietnetwerken verstuurt naar de grond. Vergelijkbare apparatuur wordt momenteel al gebruikt voor de ontvangst en verzending van data voor wifi-netwerken. De bijkomende kost ligt daarom met name bij de 5G-radio’s om het signaal te verspreiden in het vliegtuig.
- Lees ook: 5G: De g van gevaar?
‘Snellere wifi op de weg’
Het uitvoeringsbesluit voor radiofrequenties werd niet alleen aangepast voor netwerken in de lucht; ook het wegvervoer moet sneller internet kunnen aanbieden. De Europese Commissie heeft daarom vastgelegd dat de 5 GHz-frequentieband uiterlijk op 30 juni 2023 beschikbaar is voor wegvervoer. De wijziging maakt het voor busmaatschappijen mogelijk om 5 GHz-wifi beschikbaar te stellen.
Voor de auto-industrie moet een snellere wifi-verbinding de weg tot innovatie vrijspelen, is het idee van de Commissie. Op welke innovaties het Europese overheidsorgaan precies mikt, is niet duidelijk.
