Wat betekent de nieuwe M1-chipset voor Macs?
Door eigen chips te gaan gebruiken, is Apple niet meer afhankelijk van de technieken van Intel of AMD, waar ze voorheen gebruik van maakten. Dat maakt het mogelijk om een uniek ecosysteem op te bouwen en te ontwikkelen, speciaal gericht op de producten en diensten van Apple. Een grote en vooral gewaagde stap. Een stap die bovendien flink wat gevolgen heeft voor jou als gebruiker, maar ook het laptoplandschap op zijn kop kan zetten. De nieuwe laptops zijn namelijk in één klap de allersnelste die je kunt krijgen!
Wat is de M1-chip?
De M1 is het product van jarenlange ontwikkeling door Apple, waarmee ze afstand kunnen nemen van grote fabrikanten als Intel. Voor Intel is het dus een flinke klap, aangezien Apple een grote afnemer was. De chip is gebaseerd op de 5 nm ARM processor, die gebruikt wordt in iPhones. Het bijzondere van deze chip is dat het de processor, grafische kaart, maar ook het werkgeheugen combineert. Dat zorgt voor een extreem snelle communicatie onderling, wat de prestaties ten goede komt. En bovendien zijn alle elementen perfect op elkaar afgestemd, waardoor je optimale prestaties hebt tegen een extreem laag energieverbruik. Het nieuwe besturingssysteem van Apple, macOS Big Sur, maakt al optimaal gebruik van de nieuwe technieken.
Sneller dan snel
Het valt direct op dat de snelheid van de M1-processor ongeëvenaard is. De goedkope 13-inch MacBook Air (vanaf 1129 euro) is bijvoorbeeld een stuk sneller dan de 16-inch MacBook Pro met de Intel i9-processor, met een adviesprijs van 3199 euro. Een enorme sprong voorwaarts voor de prestaties, dus. Het bijzondere is bovendien dat in zowel de MacBook Air, de MacBook Pro als de nieuwe Mac Mini dezelfde processor zit. Het grootste verschil zit hem in het feit dat de MacBook Air en de Mac Mini een ventilator hebben, waardoor de processor minder snel warm wordt (en diens snelheid omlaag zet om niet oververhit te raken). Daarnaast beschikt de MacBook Pro over een helderder scherm, een iets grotere accu (waar je twee uur langer mee vooruit kunt) en een Touch Bar in plaats van fysieke functietoetsen.
Niet nieuw
Alle ophef ten spijt, in de basis is dit concept niet nieuw. De ARM-chips, die door een Brits bedrijf worden ontwikkeld en geproduceerd, zijn al eerder gebruikt in laptops. Denk daarbij aan de Microsoft Surface X Pro, Lenovo Yoga 5G en de Samsung Galaxy Book S. Apple is wel de eerste die deze topresultaten haalt: diens voorgangers waren op alle fronten een stuk langzamer dan hun directe concurrenten met chips van Intel en AMD. De grootste bottleneck is het unieke systeem. Voor de ARM-laptops moest een nieuw besturingssysteem ontwikkeld worden, met eigen apps. Daar was het draagvlak simpelweg te klein voor. Maar laat Apple nu eens expert zijn in eigen appstores en het omzetten van software! Dankzij die ARM-chips konden de laptops net wat smaller gemaakt worden en was de accuduur bijzonder goed. Dat zien we ook bij Apple: de MacBook Air heeft een accuduur van 18 uur aan video kijken (het vorige model ging 12 uur mee) en met de MacBook Pro kijk je maar liefst 20 uur films (zijn voorganger hield het 10 uur vol).
Unieke software
Apple heeft een nobel streven: alle Apple laptops en computers moeten binnen de twee jaar vervangen zijn door een M1-versie. Dat houdt ook in dat softwareproducenten vanaf nu aan de slag kunnen met het nieuwe chipset van Apple, voor het behalen van optimale prestaties. Op zich een kleine stap, aangezien ook voor het oude MacOS al een andere versie ontwikkeld moest worden dan voor Windows. De bestaande apps worden middels een ingebouwde Rosetta 2-emulator opgestart, wat de prestaties vooralsnog niet ten goede komt. Daaraan zie je dat het concept zelf nog doorontwikkeld moet worden. Ook blijken er nog een aantal compatibiliteitsproblemen te zijn, waardoor niet alle software goed functioneert. Een gewaagde stap dus, dat Apple het systeem nu al op grote schaal aanbiedt. Deze brutale stap zal het merk echter geen windeieren leggen: zodra meer software-ontwikkelaars hun programma’s optimaliseren voor het M1-systeem, zal het grote sprongen maken. Grappig genoeg zijn alle apps voor je iPhone en iPad ineens compatible met de laptops en computers. De nieuwe M1 schept voor gebruikers veel nieuwe mogelijkheden en kansen!
Door eigen chips te gaan gebruiken, is Apple niet meer afhankelijk van de technieken van Intel of AMD, waar ze voorheen gebruik van maakten. Dat maakt het mogelijk om een uniek ecosysteem op te bouwen en te ontwikkelen, speciaal gericht op de producten en diensten van Apple. Een grote en vooral gewaagde stap. Een stap die bovendien flink wat gevolgen heeft voor jou als gebruiker, maar ook het laptoplandschap op zijn kop kan zetten. De nieuwe laptops zijn namelijk in één klap de allersnelste die je kunt krijgen!
Wat is de M1-chip?
De M1 is het product van jarenlange ontwikkeling door Apple, waarmee ze afstand kunnen nemen van grote fabrikanten als Intel. Voor Intel is het dus een flinke klap, aangezien Apple een grote afnemer was. De chip is gebaseerd op de 5 nm ARM processor, die gebruikt wordt in iPhones. Het bijzondere van deze chip is dat het de processor, grafische kaart, maar ook het werkgeheugen combineert. Dat zorgt voor een extreem snelle communicatie onderling, wat de prestaties ten goede komt. En bovendien zijn alle elementen perfect op elkaar afgestemd, waardoor je optimale prestaties hebt tegen een extreem laag energieverbruik. Het nieuwe besturingssysteem van Apple, macOS Big Sur, maakt al optimaal gebruik van de nieuwe technieken.
Sneller dan snel
Het valt direct op dat de snelheid van de M1-processor ongeëvenaard is. De goedkope 13-inch MacBook Air (vanaf 1129 euro) is bijvoorbeeld een stuk sneller dan de 16-inch MacBook Pro met de Intel i9-processor, met een adviesprijs van 3199 euro. Een enorme sprong voorwaarts voor de prestaties, dus. Het bijzondere is bovendien dat in zowel de MacBook Air, de MacBook Pro als de nieuwe Mac Mini dezelfde processor zit. Het grootste verschil zit hem in het feit dat de MacBook Air en de Mac Mini een ventilator hebben, waardoor de processor minder snel warm wordt (en diens snelheid omlaag zet om niet oververhit te raken). Daarnaast beschikt de MacBook Pro over een helderder scherm, een iets grotere accu (waar je twee uur langer mee vooruit kunt) en een Touch Bar in plaats van fysieke functietoetsen.
Niet nieuw
Alle ophef ten spijt, in de basis is dit concept niet nieuw. De ARM-chips, die door een Brits bedrijf worden ontwikkeld en geproduceerd, zijn al eerder gebruikt in laptops. Denk daarbij aan de Microsoft Surface X Pro, Lenovo Yoga 5G en de Samsung Galaxy Book S. Apple is wel de eerste die deze topresultaten haalt: diens voorgangers waren op alle fronten een stuk langzamer dan hun directe concurrenten met chips van Intel en AMD. De grootste bottleneck is het unieke systeem. Voor de ARM-laptops moest een nieuw besturingssysteem ontwikkeld worden, met eigen apps. Daar was het draagvlak simpelweg te klein voor. Maar laat Apple nu eens expert zijn in eigen appstores en het omzetten van software! Dankzij die ARM-chips konden de laptops net wat smaller gemaakt worden en was de accuduur bijzonder goed. Dat zien we ook bij Apple: de MacBook Air heeft een accuduur van 18 uur aan video kijken (het vorige model ging 12 uur mee) en met de MacBook Pro kijk je maar liefst 20 uur films (zijn voorganger hield het 10 uur vol).
Unieke software
Apple heeft een nobel streven: alle Apple laptops en computers moeten binnen de twee jaar vervangen zijn door een M1-versie. Dat houdt ook in dat softwareproducenten vanaf nu aan de slag kunnen met het nieuwe chipset van Apple, voor het behalen van optimale prestaties. Op zich een kleine stap, aangezien ook voor het oude MacOS al een andere versie ontwikkeld moest worden dan voor Windows. De bestaande apps worden middels een ingebouwde Rosetta 2-emulator opgestart, wat de prestaties vooralsnog niet ten goede komt. Daaraan zie je dat het concept zelf nog doorontwikkeld moet worden. Ook blijken er nog een aantal compatibiliteitsproblemen te zijn, waardoor niet alle software goed functioneert. Een gewaagde stap dus, dat Apple het systeem nu al op grote schaal aanbiedt. Deze brutale stap zal het merk echter geen windeieren leggen: zodra meer software-ontwikkelaars hun programma’s optimaliseren voor het M1-systeem, zal het grote sprongen maken. Grappig genoeg zijn alle apps voor je iPhone en iPad ineens compatible met de laptops en computers. De nieuwe M1 schept voor gebruikers veel nieuwe mogelijkheden en kansen!