Test

Dit is een popup

Nieuws

Ouders willen dat scholen digitaal les blijven geven

Uit een studie bij 1500 Belgen blijkt dat er onder ouders veel vraag is dat scholen ook na de coronacrisis digitaal les blijven geven.

Kinderen in de lagere en middelbare scholen gaan met mondjesmaat terug naar de schoolbanken, maar de voorbije maanden verliep het onderwijs digitaal. Hoe dat verliep, vroeg het onderzoeksbureau Indiville in opdracht aan Telenet aan 1500 Belgen. Bij de steekproef zaten 500 ouders met kinderen.

Vooral de ouders blijken positief terug te blikken op die digitale lessen. 37% van de respondenten antwoordde dat scholen ook na de coronacrisis moeten blijven inzetten op digitale lesmethoden. 31% zegt dat lessen op zijn minst tot het einde van dit schooljaar voornamelijk digitaal moeten blijven verlopen, 15% wil dat dat zelfs zo blijft tot er een vaccin tegen het virus ontwikkeld is. Uit de ondervraging blijkt zelfs dat 1 op 6 kinderen liever online naar school gaat.

Te vroeg voor conclusies

Is digitaal lesgeven dan de toekomst van het onderwijs? Pedagoog Pedro De Bruyckere zegt aan Knack dat het nog veel te vroeg is om het digitale onderwijs te beoordelen. De omschakeling naar van fysiek naar digitaal lesgeven moest snel en onvoorbereid gebeuren, en dat verliep niet zonder beginnerspijntjes. De Bruyckere is van mening dat de wil voor digitaal onderwijs zal afnemen als de nood er niet meer toe is. Hij ziet dus nog niet meteen een definitieve omschakeling naar digitale lesmethoden. Uit de studie blijkt ook dat tegenover de 1 op 6 kinderen die liever online naar school gaat 60% van de kinderen nog wel verkiest om plaats te nemen achter de schoolbank.

Het grootste probleem dat digitaal onderwijs op dit moment nog tegenhoudt om de norm te worden, is dat niet alle gezinnen in België het nodige technische materiaal in huis hebben. Dat gaf 17% van de ondervraagde deelnemers aan, de vele goedbedoelde initiatieven ten spijt. Digitaal onderwijs is dus nog niet voor meteen als het van De Bruyckere zou afhangen, maar in een nieuwe noodsituatie moet de omschakeling wel vlotter kunnen verlopen.

“Digitaal onderwijs moet een plaats krijgen op het juiste moment. Ik geloof nog sterk in de kracht van ons fysieke onderwijs.”

Pedro De Bruyckere, pedagoog

Versoepelde afspraken rond schermtijd

Een andere opvallende vaststelling uit de studie is dat ouders tijdens deze lockdownperiode veel toleranter zijn voor het schermgebruik van hun kinderen. Hoewel in de meeste gezinnen duidelijke afspraken gelden voor de tijd die kinderen met apparaten mogen doorbrengen, werden die tijdelijk versoepeld of zelfs helemaal overboord gegooid. Slechts drie procent van de ouders koos voor een strengere aanpak.

Die versoepeling kan volgens de pedagoog zeker geen kwaad als elektronische apparatuur gebruikt voor sociale interactie, zoals het videocallen met vrienden en familie. Het blijft wel belangrijk dat ouders kinderen voldoende buiten laten spelen, zeker wanneer ze dat niet tijdens de speeltijd op school kunnen doen.

Kinderen in de lagere en middelbare scholen gaan met mondjesmaat terug naar de schoolbanken, maar de voorbije maanden verliep het onderwijs digitaal. Hoe dat verliep, vroeg het onderzoeksbureau Indiville in opdracht aan Telenet aan 1500 Belgen. Bij de steekproef zaten 500 ouders met kinderen.

Vooral de ouders blijken positief terug te blikken op die digitale lessen. 37% van de respondenten antwoordde dat scholen ook na de coronacrisis moeten blijven inzetten op digitale lesmethoden. 31% zegt dat lessen op zijn minst tot het einde van dit schooljaar voornamelijk digitaal moeten blijven verlopen, 15% wil dat dat zelfs zo blijft tot er een vaccin tegen het virus ontwikkeld is. Uit de ondervraging blijkt zelfs dat 1 op 6 kinderen liever online naar school gaat.

Te vroeg voor conclusies

Is digitaal lesgeven dan de toekomst van het onderwijs? Pedagoog Pedro De Bruyckere zegt aan Knack dat het nog veel te vroeg is om het digitale onderwijs te beoordelen. De omschakeling naar van fysiek naar digitaal lesgeven moest snel en onvoorbereid gebeuren, en dat verliep niet zonder beginnerspijntjes. De Bruyckere is van mening dat de wil voor digitaal onderwijs zal afnemen als de nood er niet meer toe is. Hij ziet dus nog niet meteen een definitieve omschakeling naar digitale lesmethoden. Uit de studie blijkt ook dat tegenover de 1 op 6 kinderen die liever online naar school gaat 60% van de kinderen nog wel verkiest om plaats te nemen achter de schoolbank.

Het grootste probleem dat digitaal onderwijs op dit moment nog tegenhoudt om de norm te worden, is dat niet alle gezinnen in België het nodige technische materiaal in huis hebben. Dat gaf 17% van de ondervraagde deelnemers aan, de vele goedbedoelde initiatieven ten spijt. Digitaal onderwijs is dus nog niet voor meteen als het van De Bruyckere zou afhangen, maar in een nieuwe noodsituatie moet de omschakeling wel vlotter kunnen verlopen.

“Digitaal onderwijs moet een plaats krijgen op het juiste moment. Ik geloof nog sterk in de kracht van ons fysieke onderwijs.”

Pedro De Bruyckere, pedagoog

Versoepelde afspraken rond schermtijd

Een andere opvallende vaststelling uit de studie is dat ouders tijdens deze lockdownperiode veel toleranter zijn voor het schermgebruik van hun kinderen. Hoewel in de meeste gezinnen duidelijke afspraken gelden voor de tijd die kinderen met apparaten mogen doorbrengen, werden die tijdelijk versoepeld of zelfs helemaal overboord gegooid. Slechts drie procent van de ouders koos voor een strengere aanpak.

Die versoepeling kan volgens de pedagoog zeker geen kwaad als elektronische apparatuur gebruikt voor sociale interactie, zoals het videocallen met vrienden en familie. Het blijft wel belangrijk dat ouders kinderen voldoende buiten laten spelen, zeker wanneer ze dat niet tijdens de speeltijd op school kunnen doen.

coronacrisisdigitaal leerplatformmaatschappijonderwijsslider

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!