iPhone XS Max blijkt duurder te zijn om te fabriceren vergeleken met de iPhone X
High-endtelefoons worden vaker uit elkaar getrokken om de waarde van onderdelen en fabricagekosten te kunnen berekenen. Dit is nu ook gebeurd bij de iPhone XS Max, TechInsights nam de iPhone XS Max onder de loep en deed een niet al te verrassende conclusie: de iPhone XS Max is duurder om te produceren dan de iPhone X uit 2017. De adviesprijs ligt tegelijkertijd ook weer een stuk hoger, zo begint de iPhone X bij 1.150 euro voor het goedkoopste model, waar de iPhone XS Max minimaal 1.250 euro mag kosten.
Productiekosten
De iPhone X kon vorig jaar nog geproduceerd worden voor ongeveer 395,44 dollar, dat ligt nu met 443 dollar een stuk hoger bij de iPhone XS Max. De iPhone XS Max waar TechInsights de prijzen van heeft weten op te lijsten heeft 256 GB intern opslaggeheugen en wordt in vergelijking gesteld met de 256 GB-variant van de iPhone X. Alle onderdelen, van de processor, tot aan het scherm, en zelfs de kosten om een telefoon in elkaar te zetten zijn meegerekend. TechInsights heeft er een behoorlijk onderzoek van gemaakt, al blijft het altijd belangrijk om mee te nemen dat Apple niet altijd de marktprijzen betaalt en grote kortingen kan bedingen bij zijn partners.
Het scherm blijft elk jaar nog veruit het duurste onderdeel. De iPhone XS Max heeft een 6,5-inch OLED-paneel uit de fabrieken van Samsung en LG (mogelijk om kosten te verminderen). Samsung heeft immers geen monopolie meer op de aanlevering. De kosten voor het scherm gingen nog altijd wel omhoog van 77,27 dollar naar 80,50 dollar, al komt dat deels ook door het grotere scherm van de iPhone XS Max. Het onderdeel wat vervolgens het duurste is, is de Apple A12 Bionic SoC. Deze wordt intern geleverd voor een slordige 72 dollar, waar de A11 SoC van de iPhone X nog voor 66,22 dollar geleverd werd.
Ook is de stijging van de NAND-prijzen te zien in de grafieken van TechInsights, zo is de prijs van 45,34 dollar gestegen naar van 64,50 dollar. Dit terwijl er waarschijnlijk nog altijd UFS 2.1 geheugen uit de fabrieken van Samsung wordt gebruikt met dezelfde 256 GB-capaciteit. De afgelopen tijd wordt er juist van een overschot in capaciteit gesproken, dus de kans is ook groot dat de daadwerkelijke prijs van het NAND-geheugen lager ligt dan TechInsights weet te vermelden, helemaal gezien de grote orders die Apple plaatst voor zijn smartphones.
Winstmarge
De kosten om de iPhone te produceren zijn dus zeker wel gestegen, eigenlijk ondervond elk onderdeel wel enige vorm van inflatie. Toch kan gezegd worden dat de prijsstijging groter is dan de stijging van de kostprijs van de smartphone. Al met al weet Apple nog altijd een winstmarge tussen de 60-70 procent te behouden, daarbij moet wel vermeld worden dat dit een bruto winstmarge is. Kosten van Research en Development worden zo niet meegenomen, evenals de winstmarges die buiten de handen van Apple liggen, onder andere bij distributeurs.
High-endtelefoons worden vaker uit elkaar getrokken om de waarde van onderdelen en fabricagekosten te kunnen berekenen. Dit is nu ook gebeurd bij de iPhone XS Max, TechInsights nam de iPhone XS Max onder de loep en deed een niet al te verrassende conclusie: de iPhone XS Max is duurder om te produceren dan de iPhone X uit 2017. De adviesprijs ligt tegelijkertijd ook weer een stuk hoger, zo begint de iPhone X bij 1.150 euro voor het goedkoopste model, waar de iPhone XS Max minimaal 1.250 euro mag kosten.
Productiekosten
De iPhone X kon vorig jaar nog geproduceerd worden voor ongeveer 395,44 dollar, dat ligt nu met 443 dollar een stuk hoger bij de iPhone XS Max. De iPhone XS Max waar TechInsights de prijzen van heeft weten op te lijsten heeft 256 GB intern opslaggeheugen en wordt in vergelijking gesteld met de 256 GB-variant van de iPhone X. Alle onderdelen, van de processor, tot aan het scherm, en zelfs de kosten om een telefoon in elkaar te zetten zijn meegerekend. TechInsights heeft er een behoorlijk onderzoek van gemaakt, al blijft het altijd belangrijk om mee te nemen dat Apple niet altijd de marktprijzen betaalt en grote kortingen kan bedingen bij zijn partners.
Het scherm blijft elk jaar nog veruit het duurste onderdeel. De iPhone XS Max heeft een 6,5-inch OLED-paneel uit de fabrieken van Samsung en LG (mogelijk om kosten te verminderen). Samsung heeft immers geen monopolie meer op de aanlevering. De kosten voor het scherm gingen nog altijd wel omhoog van 77,27 dollar naar 80,50 dollar, al komt dat deels ook door het grotere scherm van de iPhone XS Max. Het onderdeel wat vervolgens het duurste is, is de Apple A12 Bionic SoC. Deze wordt intern geleverd voor een slordige 72 dollar, waar de A11 SoC van de iPhone X nog voor 66,22 dollar geleverd werd.
Ook is de stijging van de NAND-prijzen te zien in de grafieken van TechInsights, zo is de prijs van 45,34 dollar gestegen naar van 64,50 dollar. Dit terwijl er waarschijnlijk nog altijd UFS 2.1 geheugen uit de fabrieken van Samsung wordt gebruikt met dezelfde 256 GB-capaciteit. De afgelopen tijd wordt er juist van een overschot in capaciteit gesproken, dus de kans is ook groot dat de daadwerkelijke prijs van het NAND-geheugen lager ligt dan TechInsights weet te vermelden, helemaal gezien de grote orders die Apple plaatst voor zijn smartphones.
Winstmarge
De kosten om de iPhone te produceren zijn dus zeker wel gestegen, eigenlijk ondervond elk onderdeel wel enige vorm van inflatie. Toch kan gezegd worden dat de prijsstijging groter is dan de stijging van de kostprijs van de smartphone. Al met al weet Apple nog altijd een winstmarge tussen de 60-70 procent te behouden, daarbij moet wel vermeld worden dat dit een bruto winstmarge is. Kosten van Research en Development worden zo niet meegenomen, evenals de winstmarges die buiten de handen van Apple liggen, onder andere bij distributeurs.