België hinkt achterop met mobiele dataverbruik
België is vierde laatste in de rangschikking van mobiel dataverbruik binnen de OESO-landen. De organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling deelt de cijfers bij de lancering van zijn jaarlijkse rapport over de digitale economie. “Ongelijke toegang en gebruik van mobiele data kunnen het potentieel van de digitale economie remmen”, klinkt het bij de organisatie.
De Belg gebruikt gemiddeld 0,86 gigabyte aan mobiele data per maand volgens het rapport. Het gemiddelde voor de OESO-landen ligt op 1,89 gigabyte. Onder België vinden we enkel Mexico, Griekenland en Slovakije, met respectievelijk 740 MB, 720 MB en 660 MB aan dataverbruik. Onze Noorderburen doen het slechts een klein beetje beter dan ons. Hun gemiddelde verbruik strandt op 1,02 GB. De absolute koplopers zijn Finland en Letland met 10,96 GB en 8,21 GB. Zij trekken het gemiddelde flink naar boven.
De OESO ziet over het algemeen een goede evolutie in digitale technologie met interessante sprongen vooruit. Dat is op zich goed nieuws, maar vanuit een economisch perspectief is de grote diversiteit in dataverbruik tussen de verschillende landen een pijnpunt. “De digitale transformatie gebeurt niet aan dezelfde snelheid in alle landen, bedrijven en gezinnen”, stelt OESO-Secretaris-Generaal Angel Gurria vast. “Dat vertaalt zich naar ongelijke kansen.” Gurria wil dat alle bedrijven en alle burgers betaalbare toegang krijgen tot digitale tools, en dat ze daarnaast ook de vaardigheden aangereikt krijgen om die tools goed te gebruiken.
“Mobiel dataverbruik is een belangrijke drijfveer binnen de digitale economie”, klinkt het. “Mensen gebruiken hun mobiele telefoon steeds meer om te chatten, kaarten- en transportdiensten te gebruiken en video te streamen.” De organisatie vreest het digitale economische potentieel in landen met een laag gemiddeld mobiel dataverbruik zal achterblijven vergeleken met de koplopers.
De OESO constateert dat er verder een discrepantie bestaat in de manier waarop bedrijven de digitale economie omarmen. Vooral KMO’s hebben het moeilijk om middelen zoals big data analytics en cloud computing vlot te omarmen. Over het algemeen zet de helft van de grote bedrijven in op die nieuwigheden, 32 procent van de middelgrote bedrijven doen dat ook terwijl slechts 22 procent van de kleine bedrijven al op de kar gesprongen is. Het valt de organisatie verder op dat het regeringsbeleid in de meeste landen niet is afgestemd op de realiteit.
België is vierde laatste in de rangschikking van mobiel dataverbruik binnen de OESO-landen. De organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling deelt de cijfers bij de lancering van zijn jaarlijkse rapport over de digitale economie. “Ongelijke toegang en gebruik van mobiele data kunnen het potentieel van de digitale economie remmen”, klinkt het bij de organisatie.
De Belg gebruikt gemiddeld 0,86 gigabyte aan mobiele data per maand volgens het rapport. Het gemiddelde voor de OESO-landen ligt op 1,89 gigabyte. Onder België vinden we enkel Mexico, Griekenland en Slovakije, met respectievelijk 740 MB, 720 MB en 660 MB aan dataverbruik. Onze Noorderburen doen het slechts een klein beetje beter dan ons. Hun gemiddelde verbruik strandt op 1,02 GB. De absolute koplopers zijn Finland en Letland met 10,96 GB en 8,21 GB. Zij trekken het gemiddelde flink naar boven.
De OESO ziet over het algemeen een goede evolutie in digitale technologie met interessante sprongen vooruit. Dat is op zich goed nieuws, maar vanuit een economisch perspectief is de grote diversiteit in dataverbruik tussen de verschillende landen een pijnpunt. “De digitale transformatie gebeurt niet aan dezelfde snelheid in alle landen, bedrijven en gezinnen”, stelt OESO-Secretaris-Generaal Angel Gurria vast. “Dat vertaalt zich naar ongelijke kansen.” Gurria wil dat alle bedrijven en alle burgers betaalbare toegang krijgen tot digitale tools, en dat ze daarnaast ook de vaardigheden aangereikt krijgen om die tools goed te gebruiken.
“Mobiel dataverbruik is een belangrijke drijfveer binnen de digitale economie”, klinkt het. “Mensen gebruiken hun mobiele telefoon steeds meer om te chatten, kaarten- en transportdiensten te gebruiken en video te streamen.” De organisatie vreest het digitale economische potentieel in landen met een laag gemiddeld mobiel dataverbruik zal achterblijven vergeleken met de koplopers.
De OESO constateert dat er verder een discrepantie bestaat in de manier waarop bedrijven de digitale economie omarmen. Vooral KMO’s hebben het moeilijk om middelen zoals big data analytics en cloud computing vlot te omarmen. Over het algemeen zet de helft van de grote bedrijven in op die nieuwigheden, 32 procent van de middelgrote bedrijven doen dat ook terwijl slechts 22 procent van de kleine bedrijven al op de kar gesprongen is. Het valt de organisatie verder op dat het regeringsbeleid in de meeste landen niet is afgestemd op de realiteit.
