Vlamingen zijn meer verslaafd aan digitale media dan ze zelf denken
Jaarlijks tracht Imec met zijn DigiMeter het digitale leven in Vlaanderen op te meten. Dit jaar bracht dat enkele opmerkelijke conclusies naar boven. Zo blijkt dat de Vlaming andermans gebruik van slimme toestellen erger inschat dan zijn eigen gewoonten, lijden steeds meer Vlamingen aan digibesitas en blijken jongeren het best bestand tegen een digitale depressie; het is namelijk de medemens vanaf 20 jaar die vandaag moeite heeft zijn digitale leven te beheersen.
Alles of niets
Lieven De Marez, onderzoeker bij Imec en UGent, geeft tekst en uitleg: “Van zodra mensen uit hun studententijd komen, blijken ze meer moeite te hebben om hun digitale leven onder controle te houden. Plots hebben ze minder tijd en moeten ze op een andere manier leren omgaan met hun digitale diensten.
De generatie boven de twintig jaar doet dat eerder radicaal: alles of niets. Zij zullen zelden kiezen om bijvoorbeeld een Facebook-account te verwijderen, maar Twitter wel te behouden, in de plaats zullen ze alle online accounts sluiten. Jongeren daarentegen kiezen ervoor om slechts één van de vijf accounts te sluiten.”
Jongeren en tijd
Het lijkt symptomatisch doorheen het DigiMeter-rapport. Jongeren van vandaag zijn opgegroeid met computers en het internet, en zijn daardoor sterker in zelfregulering. Oudere generaties hebben het daarentegen veel moeilijker om de overdaad aan informatie in goeie banen te leiden. Het zijn deze generaties die lijden aan FOMO, ‘Fear Of Missing Out’.
“Al moeten we bij de jongeren wel een kanttekening maken,” zegt De Marez. “Zij hebben nu dan wel de tijd om aan zelfregulering te doen zoals zij dat willen, maar weldra komen zij op de jobmarkt, hebben ze minder tijd, maar zitten ze wel vast aan de gewoonten die ze zichzelf hebben aangeleerd. Het wordt zeer interessant om te bekijken hoe ze daarmee omgaan.”
Eigen inschatting
Uit het rapport valt daarnaast ook op dat de Vlaming zijn digitale gewoonten maar slecht kan inschatten. 7 op de 10 respondenten geeft bijvoorbeeld aan dat er in zijn omgeving niet goed genoeg wordt omgegaan met slimme toestellen in sociale situaties. Daar tegenover vindt slechts 4 op de 10 dat hij een probleem heeft met die sociale situaties. Er gaapt dus een gat tussen wat iemand observeert en wat hij zelf durft toegeven.
“Dat is normaal,” meent De Marez. “De meeste mensen proberen zichzelf reguleringen op te leggen in de vorm van afspraken met zichzelf. Bijvoorbeeld: ‘in sociale kring de smartphone wegleggen’, ‘in de auto leg ik mij gsm in de koffer om niet in de verleiding te komen’, en ga zo maar door. De meeste mensen proberen wel, maar slagen er niet meteen in.”
De schuld van de smartphone
Digibesitas, een te grote afhankelijkheid van slimme toestellen, is in opmars (13 procent van de Vlamingen heeft ermee te kampen) en het is de schuld van de smartphone. Tegenwoordig heeft iedereen er eentje, die hij voor zoveel mogelijk zaken probeert te gebruiken. “De smartphone symboliseert vrijheid en maakt vele traditionele zaken contextonafhankelijk,” weet De Marez. “TV kijken kan overal, bankieren kan overal, je bent altijd en overal verbonden. Je ziet dat dat na verloop van tijd leidt tot controle over de mensen in plaats van omgekeerd.”
Naast een smartphone heeft iedere Vlaming steevast meerdere slimme toestellen in huis. Vandaag heeft slechts 6 procent van de respondenten geen enkel slim toestel in huis. “Al moeten we opnieuw een kanttekening maken: het is niet omdat iemand een slim toestel bezit, dat dat ook slim gebruikt wordt. Hoeveel mensen maken bijvoorbeeld gebruik van de slimme mogelijkheden van hun smart tv?” kadert De Marez.
Nintendo is onze schuld
We zien meer en meer dat onze vraatzucht voor informatie allesbepalend wordt. De onderzoekers van de DigiMeter menen dat dat verregaande gevolgen heeft voor alles, ook voor bijvoorbeeld Nintendo. “We zien dat Nintendo met zijn nieuwste console gehoor geeft aan die contextonafhankelijkheid,” zegt De Marez, “met de Switch kan je dan ook overal gamen.” Als Nintendo faalt en consoles moet opgeven, is dat met andere woorden onze eigen schuld.
Laat ze in vrede
Ten slotte komt uit de DigiMeter nog één opmerkelijk fenomeen naar boven: 26 procent van alle Vlamingen bieden weerwerk tegen slimme toestellen, zogenaamde ‘resistors’. Zij leveren hun smartphone terug in voor een klassiek model zonder slimme functies, en ze doen hun best on onafhankelijk te zijn van alle slimmigheden. In combinatie met de klasse van de ‘strugglers’ (11 procent van de Vlamingen), mensen die moeite hebben om de digitale revolutie bij te benen, vormt zich een vrij grote groep die hulp nodig heeft met de technologische ontwikkelingen.
“Bij de strugglers zien we een groot aantal jongeren, vaak zijn zij grootgebracht met de traditionele waarden van hun ouders, die misschien resistors zijn,” zegt De Marez. “Er is niets mis met mensen die onafhankelijk willen blijven van technologie, maar het is belangrijk dat we jongeren hierbij opvolgen, zodat zij later hun mannetje kunnen staan tussen alle slimme toestellen en diensten. We moeten in elk geval voorkomen dat zij resistors worden zonder dat ze dat zelf willen.”
Jaarlijks tracht Imec met zijn DigiMeter het digitale leven in Vlaanderen op te meten. Dit jaar bracht dat enkele opmerkelijke conclusies naar boven. Zo blijkt dat de Vlaming andermans gebruik van slimme toestellen erger inschat dan zijn eigen gewoonten, lijden steeds meer Vlamingen aan digibesitas en blijken jongeren het best bestand tegen een digitale depressie; het is namelijk de medemens vanaf 20 jaar die vandaag moeite heeft zijn digitale leven te beheersen.
Alles of niets
Lieven De Marez, onderzoeker bij Imec en UGent, geeft tekst en uitleg: “Van zodra mensen uit hun studententijd komen, blijken ze meer moeite te hebben om hun digitale leven onder controle te houden. Plots hebben ze minder tijd en moeten ze op een andere manier leren omgaan met hun digitale diensten.
De generatie boven de twintig jaar doet dat eerder radicaal: alles of niets. Zij zullen zelden kiezen om bijvoorbeeld een Facebook-account te verwijderen, maar Twitter wel te behouden, in de plaats zullen ze alle online accounts sluiten. Jongeren daarentegen kiezen ervoor om slechts één van de vijf accounts te sluiten.”
Jongeren en tijd
Het lijkt symptomatisch doorheen het DigiMeter-rapport. Jongeren van vandaag zijn opgegroeid met computers en het internet, en zijn daardoor sterker in zelfregulering. Oudere generaties hebben het daarentegen veel moeilijker om de overdaad aan informatie in goeie banen te leiden. Het zijn deze generaties die lijden aan FOMO, ‘Fear Of Missing Out’.
“Al moeten we bij de jongeren wel een kanttekening maken,” zegt De Marez. “Zij hebben nu dan wel de tijd om aan zelfregulering te doen zoals zij dat willen, maar weldra komen zij op de jobmarkt, hebben ze minder tijd, maar zitten ze wel vast aan de gewoonten die ze zichzelf hebben aangeleerd. Het wordt zeer interessant om te bekijken hoe ze daarmee omgaan.”
Eigen inschatting
Uit het rapport valt daarnaast ook op dat de Vlaming zijn digitale gewoonten maar slecht kan inschatten. 7 op de 10 respondenten geeft bijvoorbeeld aan dat er in zijn omgeving niet goed genoeg wordt omgegaan met slimme toestellen in sociale situaties. Daar tegenover vindt slechts 4 op de 10 dat hij een probleem heeft met die sociale situaties. Er gaapt dus een gat tussen wat iemand observeert en wat hij zelf durft toegeven.
“Dat is normaal,” meent De Marez. “De meeste mensen proberen zichzelf reguleringen op te leggen in de vorm van afspraken met zichzelf. Bijvoorbeeld: ‘in sociale kring de smartphone wegleggen’, ‘in de auto leg ik mij gsm in de koffer om niet in de verleiding te komen’, en ga zo maar door. De meeste mensen proberen wel, maar slagen er niet meteen in.”
De schuld van de smartphone
Digibesitas, een te grote afhankelijkheid van slimme toestellen, is in opmars (13 procent van de Vlamingen heeft ermee te kampen) en het is de schuld van de smartphone. Tegenwoordig heeft iedereen er eentje, die hij voor zoveel mogelijk zaken probeert te gebruiken. “De smartphone symboliseert vrijheid en maakt vele traditionele zaken contextonafhankelijk,” weet De Marez. “TV kijken kan overal, bankieren kan overal, je bent altijd en overal verbonden. Je ziet dat dat na verloop van tijd leidt tot controle over de mensen in plaats van omgekeerd.”
Naast een smartphone heeft iedere Vlaming steevast meerdere slimme toestellen in huis. Vandaag heeft slechts 6 procent van de respondenten geen enkel slim toestel in huis. “Al moeten we opnieuw een kanttekening maken: het is niet omdat iemand een slim toestel bezit, dat dat ook slim gebruikt wordt. Hoeveel mensen maken bijvoorbeeld gebruik van de slimme mogelijkheden van hun smart tv?” kadert De Marez.
Nintendo is onze schuld
We zien meer en meer dat onze vraatzucht voor informatie allesbepalend wordt. De onderzoekers van de DigiMeter menen dat dat verregaande gevolgen heeft voor alles, ook voor bijvoorbeeld Nintendo. “We zien dat Nintendo met zijn nieuwste console gehoor geeft aan die contextonafhankelijkheid,” zegt De Marez, “met de Switch kan je dan ook overal gamen.” Als Nintendo faalt en consoles moet opgeven, is dat met andere woorden onze eigen schuld.
Laat ze in vrede
Ten slotte komt uit de DigiMeter nog één opmerkelijk fenomeen naar boven: 26 procent van alle Vlamingen bieden weerwerk tegen slimme toestellen, zogenaamde ‘resistors’. Zij leveren hun smartphone terug in voor een klassiek model zonder slimme functies, en ze doen hun best on onafhankelijk te zijn van alle slimmigheden. In combinatie met de klasse van de ‘strugglers’ (11 procent van de Vlamingen), mensen die moeite hebben om de digitale revolutie bij te benen, vormt zich een vrij grote groep die hulp nodig heeft met de technologische ontwikkelingen.
“Bij de strugglers zien we een groot aantal jongeren, vaak zijn zij grootgebracht met de traditionele waarden van hun ouders, die misschien resistors zijn,” zegt De Marez. “Er is niets mis met mensen die onafhankelijk willen blijven van technologie, maar het is belangrijk dat we jongeren hierbij opvolgen, zodat zij later hun mannetje kunnen staan tussen alle slimme toestellen en diensten. We moeten in elk geval voorkomen dat zij resistors worden zonder dat ze dat zelf willen.”