Vrouwen programmeren beter ondanks sterke discriminatie
We stampen niemand tegen de schenen hopen we, wanneer we de computerwereld een mannenwereld noemen. In 2013 waren slechts 11,2 procent van de softwareontwikkelaars vrouwen, en echt drastische vooruitgang werd er sindsdien niet gemaakt. Intussen is het 2016, en een hoopvolle naïeveling kan denken dat seksisme in computerland op z’n minst geen groot probleem is. Een nieuwe studie gepubliceerd op de vakwebsite PeerJ bewijst helaas het tegendeel.
Github als onderzoekslab
Onderzoekers keken naar GitHub, een gigantisch online magazijn van code dat gebruikt wordt door meer dan twaalf miljoen mensen. Via GitHub kunnen ontwikkelaars samenwerken aan projecten, elkaars code bekijken en die waar nodig bekritiseren of verbeteren. Op GitHub bestaat er zoiets als een ‘pull request’, waarbij een programmeur code kan schrijven voor het project van iemand anders. De eigenaar van het project kan dan kiezen of hij of zij de code accepteert.
Professor Josh Terrell en zijn collega’s van de staatsuniversiteit van North Carolina bladerden door drie miljoen pull requests. Ze onderzochten de ratio van aanvaarde code versus het geslacht van de programmeur en kwamen tot twee vaststellingen en bijhorende trieste conclusie.
Vrouwen programmeren beter
Eerst en vooral bleek code van vrouwelijke hand statistisch een grotere kans op aanvaarding te hebben: 78,6 procent van de stukjes software van vrouwen werden aanvaard, tegenover slechts 74,6 procent van de code geschreven door mannen. De wetenschappers keken na of vrouwen meer thuis waren in populairdere talen, maar dat bleek niet het geval: in de top 10 van gebruikte talen werd vrouwelijke code geprefereerd. Ook wanneer de researchers het werk van gekende en gerespecteerde GitHub-leden buiten beschouwing lieten, behielden vrouwen de overhand. Bij anonieme programmeurs werd 64,4 procent van de lijnen code geschreven door vrouwen aanvaard tegenover slechts 62,7 procent van de code geschreven door mannen.
Stevige discriminatie
Dat verschil is, toegegeven, niet erg spectaculair. Wel spectaculair is de val in het percentage aanvaarde code van 78,6 naar amper 62,5 procent die zich voordeed wanneer de eigenaars van een project op de hoogte waren van het geslacht achter de programmeur die een pull request indiende. De vrouwen bleken enkel kampioen zolang niemand wist dat het om vrouwen ging: een bedroevende statistiek.
De onderzoekers wijzen er op dat het niet noodzakelijk om een bewuste vorm van seksisme gaat, maar eerder om een latente vorm van discriminatie die terug te vinden is doorheen heel de technologiesector. Mannen hebben blijkbaar de neiging om overdreven kritisch te zijn wanneer ze werk beoordelen dat afkomstig is van een vrouw. Ze houden de prestaties al dan niet opzettelijk tegen een hogere standaard in vergelijking met het werk van hun geslachtsgenoten.
Peer-review
De studie werd nog niet beoordeeld door collega-wetenschappers, maar de cijfers lijken voor zich te spreken. Zelfs al nemen we de inhoud met een korreltje zout en stellen we dat geslacht irrelevant is voor de kwaliteit van afgeleverde code (al is vier procent gezien de omvang van het onderzoek wel significant), dan nog blijft de discriminatie overduidelijk aanwezig.
We stampen niemand tegen de schenen hopen we, wanneer we de computerwereld een mannenwereld noemen. In 2013 waren slechts 11,2 procent van de softwareontwikkelaars vrouwen, en echt drastische vooruitgang werd er sindsdien niet gemaakt. Intussen is het 2016, en een hoopvolle naïeveling kan denken dat seksisme in computerland op z’n minst geen groot probleem is. Een nieuwe studie gepubliceerd op de vakwebsite PeerJ bewijst helaas het tegendeel.
Github als onderzoekslab
Onderzoekers keken naar GitHub, een gigantisch online magazijn van code dat gebruikt wordt door meer dan twaalf miljoen mensen. Via GitHub kunnen ontwikkelaars samenwerken aan projecten, elkaars code bekijken en die waar nodig bekritiseren of verbeteren. Op GitHub bestaat er zoiets als een ‘pull request’, waarbij een programmeur code kan schrijven voor het project van iemand anders. De eigenaar van het project kan dan kiezen of hij of zij de code accepteert.
Professor Josh Terrell en zijn collega’s van de staatsuniversiteit van North Carolina bladerden door drie miljoen pull requests. Ze onderzochten de ratio van aanvaarde code versus het geslacht van de programmeur en kwamen tot twee vaststellingen en bijhorende trieste conclusie.
Vrouwen programmeren beter
Eerst en vooral bleek code van vrouwelijke hand statistisch een grotere kans op aanvaarding te hebben: 78,6 procent van de stukjes software van vrouwen werden aanvaard, tegenover slechts 74,6 procent van de code geschreven door mannen. De wetenschappers keken na of vrouwen meer thuis waren in populairdere talen, maar dat bleek niet het geval: in de top 10 van gebruikte talen werd vrouwelijke code geprefereerd. Ook wanneer de researchers het werk van gekende en gerespecteerde GitHub-leden buiten beschouwing lieten, behielden vrouwen de overhand. Bij anonieme programmeurs werd 64,4 procent van de lijnen code geschreven door vrouwen aanvaard tegenover slechts 62,7 procent van de code geschreven door mannen.
Stevige discriminatie
Dat verschil is, toegegeven, niet erg spectaculair. Wel spectaculair is de val in het percentage aanvaarde code van 78,6 naar amper 62,5 procent die zich voordeed wanneer de eigenaars van een project op de hoogte waren van het geslacht achter de programmeur die een pull request indiende. De vrouwen bleken enkel kampioen zolang niemand wist dat het om vrouwen ging: een bedroevende statistiek.
De onderzoekers wijzen er op dat het niet noodzakelijk om een bewuste vorm van seksisme gaat, maar eerder om een latente vorm van discriminatie die terug te vinden is doorheen heel de technologiesector. Mannen hebben blijkbaar de neiging om overdreven kritisch te zijn wanneer ze werk beoordelen dat afkomstig is van een vrouw. Ze houden de prestaties al dan niet opzettelijk tegen een hogere standaard in vergelijking met het werk van hun geslachtsgenoten.
Peer-review
De studie werd nog niet beoordeeld door collega-wetenschappers, maar de cijfers lijken voor zich te spreken. Zelfs al nemen we de inhoud met een korreltje zout en stellen we dat geslacht irrelevant is voor de kwaliteit van afgeleverde code (al is vier procent gezien de omvang van het onderzoek wel significant), dan nog blijft de discriminatie overduidelijk aanwezig.