Europa zet netneutraliteit in de kou met zwakke wetgeving
Het Europees Parlement heeft vandaag nieuwe wetgeving goedgekeurd over hoe het internetverkeer moet worden beheerd. Die wetgeving had tot doel om een vorm van netneutraliteit te garanderen voor heel Europa, maar schiet volgens critici tekort.
Netneutraliteit is het principe dat alle internetverkeer gelijkwaardig is en dat elke byte dus ook gelijk moet worden behandeld. De Europese Commissie legde in juni van dit jaar een wetsvoorstel op tafel om het principe van netneutraliteit te stroomlijnen over de hele Europese Unie.
Dat voorstel stond echter bol van de uitzonderingen, waardoor echte netneutraliteit volgens tegenstanders niet werd gegarandeerd. Heel wat belangrijke figuren, waaronder de vader van het web Tim Berners-Lee, spraken zich uit tegen de wetgeving en er werden verschillende amendementen ingediend om het wetsvoorstel aan te passen. Die werden door de stemming van vandaag echter teniet gedaan. De nieuwe wetgeving is goedgekeurd zoals deze in juni werd opgesteld.
De uitzonderingen in de wetgeving laten internetproviders toe om bepaalde ‘gespecialiseerde diensten’ een voorkeursbehandeling te geven, zodat ze niet onder de normale regels vallen. Wat die ‘gespecialiseerde diensten’ precies inhouden, wordt echter niet voldoende gedefinieerd en dat baart heel wat mensen zorgen.
Het houdt steek dat providers voorrang geven aan bijvoorbeeld de communicatie van noodhulpdiensten of zelfrijdende wagens, maar de wetgeving is zo vaag verwoord dat er volgens tegenstanders ook misbruik van zou kunnen worden gemaakt voor commerciële doeleinden. Ook het aanbieden van zogenaamde “zero-rating” wordt als gevolg van de vele achterpoortjes niet door de wetgeving uitgesloten. Een provider zou dan in ruil voor betaling kunnen besluiten om het dataverbruik van bijvoorbeeld Spotify niet te laten meetellen bij het maandelijkse downloadvolume van zijn klanten, maar dat van Deezer of Rdio wel. Dat leidt tot oneerlijke concurrentie, in het bijzonder tegenover kleine spelers die dergelijke deals niet kunnen afsluiten.
Daarnaast kunnen internetproviders naar eigen goeddunken het internetverkeer dichtknijpen als ze denken dat er congestie zou kunnen optreden. Tot slot mogen ze ook onderscheid maken op basis van het type verkeer. Zo zou videobellen prioriteit kunnen krijgen op e-mails, omdat de kwaliteit daar erg afhankelijk is van een stabiele snelle verbinding. De vrees is dat dit echter zou kunnen leiden tot het vertragen van versleuteld verkeer, omdat de provider daar niet kan uitmaken over welk soort data het gaat.
Van netneutraliteit in de strikte zin van het woord lijkt er in de nieuwe wetgeving dus geen sprake. Nochtans was het Europees Parlement in eerste instantie wel te vinden voor strengere regels. Het is niet helemaal duidelijk waarom die er dan toch niet zijn gekomen. Volgens sommige stemmen zou vermoeidheid bij de beleidsmakers hebben geleid tot de ontbetwiste adoptie van de wetgeving. Na jarenlang overleg, wilden ze er snel een einde aan maken. Dat het wetsvoorstel samen met het voorstel voor de afschaffing van de roamingkosten werd gestemd, en politici die wetgeving er liefst zo snel mogelijk wilden laten komen, heeft er wellicht ook iets mee te maken. Volgens Andrus Ansip, Europees commissaris voor de Digitale Eengemaakte Markt en voorstander van de wetgeving, zouden amendementen de wetgeving opnieuw op de lange baan hebben geschoven, al wordt dat door tegenstanders ontkracht.
Nu de wetgeving is goedgekeurd door het Europees Parlement, is het aan het BEREC (Body of European Regulators of Electronic Communications) om richtlijnen op te zetten voor de lidstaten, die de Europese regels uiteindelijk in nationale wetgeving zullen moeten omzetten. De interpretatie van de wetgeving door het BEREC zal nog een belanrijke rol spelen in de mate waarin de netneutraliteit uiteindelijk door deze nieuwe regels wordt beschermd.
Het Europees Parlement heeft vandaag nieuwe wetgeving goedgekeurd over hoe het internetverkeer moet worden beheerd. Die wetgeving had tot doel om een vorm van netneutraliteit te garanderen voor heel Europa, maar schiet volgens critici tekort.
Netneutraliteit is het principe dat alle internetverkeer gelijkwaardig is en dat elke byte dus ook gelijk moet worden behandeld. De Europese Commissie legde in juni van dit jaar een wetsvoorstel op tafel om het principe van netneutraliteit te stroomlijnen over de hele Europese Unie.
Dat voorstel stond echter bol van de uitzonderingen, waardoor echte netneutraliteit volgens tegenstanders niet werd gegarandeerd. Heel wat belangrijke figuren, waaronder de vader van het web Tim Berners-Lee, spraken zich uit tegen de wetgeving en er werden verschillende amendementen ingediend om het wetsvoorstel aan te passen. Die werden door de stemming van vandaag echter teniet gedaan. De nieuwe wetgeving is goedgekeurd zoals deze in juni werd opgesteld.
De uitzonderingen in de wetgeving laten internetproviders toe om bepaalde ‘gespecialiseerde diensten’ een voorkeursbehandeling te geven, zodat ze niet onder de normale regels vallen. Wat die ‘gespecialiseerde diensten’ precies inhouden, wordt echter niet voldoende gedefinieerd en dat baart heel wat mensen zorgen.
Het houdt steek dat providers voorrang geven aan bijvoorbeeld de communicatie van noodhulpdiensten of zelfrijdende wagens, maar de wetgeving is zo vaag verwoord dat er volgens tegenstanders ook misbruik van zou kunnen worden gemaakt voor commerciële doeleinden. Ook het aanbieden van zogenaamde “zero-rating” wordt als gevolg van de vele achterpoortjes niet door de wetgeving uitgesloten. Een provider zou dan in ruil voor betaling kunnen besluiten om het dataverbruik van bijvoorbeeld Spotify niet te laten meetellen bij het maandelijkse downloadvolume van zijn klanten, maar dat van Deezer of Rdio wel. Dat leidt tot oneerlijke concurrentie, in het bijzonder tegenover kleine spelers die dergelijke deals niet kunnen afsluiten.
Daarnaast kunnen internetproviders naar eigen goeddunken het internetverkeer dichtknijpen als ze denken dat er congestie zou kunnen optreden. Tot slot mogen ze ook onderscheid maken op basis van het type verkeer. Zo zou videobellen prioriteit kunnen krijgen op e-mails, omdat de kwaliteit daar erg afhankelijk is van een stabiele snelle verbinding. De vrees is dat dit echter zou kunnen leiden tot het vertragen van versleuteld verkeer, omdat de provider daar niet kan uitmaken over welk soort data het gaat.
Van netneutraliteit in de strikte zin van het woord lijkt er in de nieuwe wetgeving dus geen sprake. Nochtans was het Europees Parlement in eerste instantie wel te vinden voor strengere regels. Het is niet helemaal duidelijk waarom die er dan toch niet zijn gekomen. Volgens sommige stemmen zou vermoeidheid bij de beleidsmakers hebben geleid tot de ontbetwiste adoptie van de wetgeving. Na jarenlang overleg, wilden ze er snel een einde aan maken. Dat het wetsvoorstel samen met het voorstel voor de afschaffing van de roamingkosten werd gestemd, en politici die wetgeving er liefst zo snel mogelijk wilden laten komen, heeft er wellicht ook iets mee te maken. Volgens Andrus Ansip, Europees commissaris voor de Digitale Eengemaakte Markt en voorstander van de wetgeving, zouden amendementen de wetgeving opnieuw op de lange baan hebben geschoven, al wordt dat door tegenstanders ontkracht.
Nu de wetgeving is goedgekeurd door het Europees Parlement, is het aan het BEREC (Body of European Regulators of Electronic Communications) om richtlijnen op te zetten voor de lidstaten, die de Europese regels uiteindelijk in nationale wetgeving zullen moeten omzetten. De interpretatie van de wetgeving door het BEREC zal nog een belanrijke rol spelen in de mate waarin de netneutraliteit uiteindelijk door deze nieuwe regels wordt beschermd.