Europol vindt versleutelde online communicatie gevaarlijk
Het opsporen van beveiligingen tegen de nationale en Europese veiligheid wordt steeds moeilijker, waarschuwt Europol. De Europese politie-instantie zegt bij monde van Directeur Rob Wainwright dat gesofisticeerde en versleutelde online communicatie, samen met verborgen plaatsen op het web, problemen oplevert voor het traceren en monitoren van potentiële terroristen. Wainwright lichtte zijn standpunt toe in een gesprek met de BBC.
Privacy en risico
Volgens de man moeten technologiebedrijven meer rekening houden met de veiligheidsrisico’s die privacyvriendelijke encryptie met zich mee brengt. “De versleuteling heeft counterterrorisme grondig veranderd”, verduidelijkt Wainwright. “De stiel vertrouwt traditioneel op de mogelijkheid om communicatie grondig te monitoren, en die mogelijkheid bestaat intussen niet meer.”
[related_article id=”158578″]
Volgens Europol is versleutelde communicatie vandaag een hoeksteen van terroristische operaties. Zowel Al Qaeda als ISIS gebruiken beschikbare communicatietools om onzichtbaar te blijven voor veiligheidsdiensten. Ver moeten ze daar voor niet zoeken: onder andere WhatsApp is uitgerust met een uitstekend encryptieprotocol.
Snowden
De klacht van Wainwright brengt een lastige kwestie op de voorgrond: hoe ver mogen technologiebedrijven gaan in de bescherming van privacy wanneer die bescherming veiligheidsproblemen met zich mee brengt? Anderzijds zal het niet eenvoudig zijn voor Europol om een sympathiserend oor te vinden bij de publieke opinie. Edward Snowden toonde aan hoe ’s werelds grootste inlichtingendiensten omgingen met de mogelijkheid om communicatie vlot in het oog te houden. Zowel de Amerikaanse NSA als Het Britse GCHQ maakten het, op z’n zachtst gezegd, te bont.
Dat houdt andere gezagsdragers niet tegen om zich ook uit te spreken tegen encryptie. Onder andere de Britse premier Cameron wil de wetten rond toegestane encryptie verstrengen. Frappant, aangezien de man onrechtstreekse verantwoordelijkheid draagt voor de wanpraktijken van de GCHQ. Ook de Belgische minister van Justitie Koen Geens zou privégesprekken op onlinediensten zoals Facebook, Whatsapp en Skype liever aftappen.
Geen vertrouwen
Wegens een gebrek aan genuanceerd kader en de perceptie dat de (internationale) inlichtingendiensten hun voeten toch vegen aan een dergelijk kader is het niet verwonderlijk dat consumenten voorlopig liever hebben dat privacy meer doorweegt dan het gemak waarmee counterterroristen hun job uitoefenen. Da oplossing ligt ongetwijfeld ergens in het midden, maar wie geloofd nog dat een GCHQ ook daadwerkelijk binnen de lijntjes zal kleuren wanneer encryptie verplicht lakser wordt gemaakt?
Europol blijft in ieder geval niet bij de pakken zitten en werkt momenteel aan een European Internet Referral Unit. Die moet websites, gebruikt voor terroristische groeperingen, identificeren en verwijderen van het net.
Het opsporen van beveiligingen tegen de nationale en Europese veiligheid wordt steeds moeilijker, waarschuwt Europol. De Europese politie-instantie zegt bij monde van Directeur Rob Wainwright dat gesofisticeerde en versleutelde online communicatie, samen met verborgen plaatsen op het web, problemen oplevert voor het traceren en monitoren van potentiële terroristen. Wainwright lichtte zijn standpunt toe in een gesprek met de BBC.
Privacy en risico
Volgens de man moeten technologiebedrijven meer rekening houden met de veiligheidsrisico’s die privacyvriendelijke encryptie met zich mee brengt. “De versleuteling heeft counterterrorisme grondig veranderd”, verduidelijkt Wainwright. “De stiel vertrouwt traditioneel op de mogelijkheid om communicatie grondig te monitoren, en die mogelijkheid bestaat intussen niet meer.”
[related_article id=”158578″]
Volgens Europol is versleutelde communicatie vandaag een hoeksteen van terroristische operaties. Zowel Al Qaeda als ISIS gebruiken beschikbare communicatietools om onzichtbaar te blijven voor veiligheidsdiensten. Ver moeten ze daar voor niet zoeken: onder andere WhatsApp is uitgerust met een uitstekend encryptieprotocol.
Snowden
De klacht van Wainwright brengt een lastige kwestie op de voorgrond: hoe ver mogen technologiebedrijven gaan in de bescherming van privacy wanneer die bescherming veiligheidsproblemen met zich mee brengt? Anderzijds zal het niet eenvoudig zijn voor Europol om een sympathiserend oor te vinden bij de publieke opinie. Edward Snowden toonde aan hoe ’s werelds grootste inlichtingendiensten omgingen met de mogelijkheid om communicatie vlot in het oog te houden. Zowel de Amerikaanse NSA als Het Britse GCHQ maakten het, op z’n zachtst gezegd, te bont.
Dat houdt andere gezagsdragers niet tegen om zich ook uit te spreken tegen encryptie. Onder andere de Britse premier Cameron wil de wetten rond toegestane encryptie verstrengen. Frappant, aangezien de man onrechtstreekse verantwoordelijkheid draagt voor de wanpraktijken van de GCHQ. Ook de Belgische minister van Justitie Koen Geens zou privégesprekken op onlinediensten zoals Facebook, Whatsapp en Skype liever aftappen.
Geen vertrouwen
Wegens een gebrek aan genuanceerd kader en de perceptie dat de (internationale) inlichtingendiensten hun voeten toch vegen aan een dergelijk kader is het niet verwonderlijk dat consumenten voorlopig liever hebben dat privacy meer doorweegt dan het gemak waarmee counterterroristen hun job uitoefenen. Da oplossing ligt ongetwijfeld ergens in het midden, maar wie geloofd nog dat een GCHQ ook daadwerkelijk binnen de lijntjes zal kleuren wanneer encryptie verplicht lakser wordt gemaakt?
Europol blijft in ieder geval niet bij de pakken zitten en werkt momenteel aan een European Internet Referral Unit. Die moet websites, gebruikt voor terroristische groeperingen, identificeren en verwijderen van het net.