Test

Dit is een popup

Hybrides plaveien de weg voor elektrisch rijden

[Opinie] Volledig elektrisch rijden is vandaag voor veel mensen niet interessant. Hybrides kunnen mee de weg plaveien naar een volledig elektrische toekomst.

Elektrisch rijden klonk enkele jaren geleden nog als verre toekomstmuziek in de oren, maar sinds Tesla zijn Model S op de wereld heeft losgelaten, wordt die toekomst steeds meer realiteit. Bijna elke autofabrikant heeft ondertussen een elektrische wagen in zijn assortiment.

Die elektrische wagens komen in verschillende vormen en maten, maar allemaal – met uitzondering van bovengenoemde Tesla – hebben ze één eigenschap gemeen. Ze bieden allemaal een (theoretische) actieradius van een goeie 130 tot 140 kilometer, daarna houdt de batterij het voor bekeken. Dat staat in schril contrast met de afstanden die je met een benzine- of dieselmotor kan afleggen, en vormt één van de voornaamste obstakels die de doorbraak van elektrische wagens in de weg staan.

Kilometervreter

Mijn eerste ervaring met een elektrische wagen was de Smart ForTwo Electric Drive. De elektrische Smart is een uitstekende wagen voor stadslui die weinig kilometers vreten, maar voor ondergetekende is de actieradius van de auto simpelweg te klein. Ik woon op zo’n 70 kilometer van onze redactie, wat betekent dat ik in ideale omstandigheden, en met een kleine dosis geluk, net op één batterijlading zou kunnen toekomen voor mijn dagelijkse woon-werkverkeer.

Dat is de theorie. In praktijk hoefde ik er niet op te rekenen om die afstand af te leggen zonder de batterij tussendoor op te laden. Mijn traject verloopt voornamelijk over de autosnelweg, wat hoe dan ook tot een hoger verbruik en een kleinere actieradius leidt. Een goeie 80 kilometer lukte nog net zonder de meter die de batterijcapaciteit aanduidt in de rode zone te jagen, maar veel verder durfde ik niet te gaan.

Met een volle batterij raakte ik dus zonder problemen op het werk, maar dan moest ik de auto wel de hele werkdag aan het stopcontact hangen om ‘s avonds weer thuis te raken. Allemaal goed en wel, tot je na een lange werkdag richting auto wandelt en tot de vaststelling komt dat de batterij door een probleem of defect niet heeft opgeladen. Dan sta je daar mooi. Bovendien moest ik de wagen ook elke nacht opnieuw thuis aan het stopcontact hangen om de volgende dag weer richting het werk te bollen.

Kopzorgen

Je auto dagelijks opladen tot daar aan toe, we moeten onze smartphone ook elke dag aan de lader hangen, maar twee keer per dag opladen wordt na verloop van tijd wel erg vermoeiend. Ik heb tijdens mijn testperiode gelukkig geen problemen ondervonden met de elektrische Smart, maar het kost me weinig moeite om scenario’s in te beelden waarbij het niet lukt om de wagen op tijd op te laden, en daar sta je dan. Via een regulier stopcontact kost het al snel 6 tot 7 uur om de batterij van een elektrische auto op te laden. Je moet je routes dus altijd goed plannen, zeker wanneer de af te leggen afstand flirt met je maximale actieradius, of die zelfs overschrijdt.

Publieke laadpalen beginnen gelukkig her en der in het straatbeeld op te duiken, maar over het algemeen schiet de infrastructuur toch nog te kort. Zeker als meer mensen een elektrische wagen beginnen te overwegen, zal de infrastructuur snel moeten volgen. Niet alleen moeten er meer laadpalen worden voorzien op strategische plaatsen, de laadtechnologie moet ook nog verder op punt worden gesteld zodat batterijen sneller kunnen worden opgeladen.

Het zal je stilaan duidelijk worden dat met een elektrische auto rijden niet zonder de nodige kopzorgen is. Het is een plezier om elektrisch te rijden, dat wel, maar de beperkte actieradius en frequente nood aan nieuwe energie strooiden in mijn geval roet in het eten. Een elektrische auto functioneert prima als tweede of derde wagen, maar als primair voertuig voor het gezin schiet hij voorlopig nog te kort.

Tussenweg

Mijn volgende wagen zal dus nog geen elektrisch exemplaar zijn, maar misschien wel een hybride. Na de Smart ForTwo Electric Drive kreeg ik de kans om met een Toyota Prius Plug-In Hybrid de baan op te gaan. Die verhielp de voornaamste beperkingen van de elektrische Smart, zonder veel aan voordelen in te boeten.

Door een elektromotor op een efficiënte manier met een verbrandingsmotor te combineren, wordt de actieradius bijna tien keer groter, terwijl je nog altijd zuiniger en milieuvriendelijker rijdt dan met een gewone benzine- of dieselwagen. In het geval van een Plug-In kan je bovendien ook volledig elektrisch rijden, waardoor je korte afstanden zonder enige CO2-uitstoot kan afleggen. Wil je de CO2-uitstoot helemaal naar nul herleiden, dan kan je natuurlijk niet anders dan voor een volledig elektrische wagen te kiezen, maar zelfs dan ben je nog altijd minder groen dan je denkt.

Ik ben ervan overtuigd dat elektrische wagens een mooie toekomst tegemoet gaan, maar wil je vandaag al proeven van die toekomst dan kies je beter voor een hybride. Voor kilometervreters zoals mezelf bieden ze een voldoende grote actieradius, met het voordeel dat ze heel wat zuiniger en milieuvriendelijker zijn dan de meerderheid van de auto’s die nu op de baan zijn.

Hoge kost

Alleen het prijskaartje valt tegen. Voor bedrijven of zelfstandigen zijn er fiscale voordelen om een elektrische of hybride wagen in huis te halen, maar voor particulieren is dat niet het geval. Dat is waarschijnlijk één van de voornaamste redenen waarom er nog zo weinig elektrische en hybride auto’s in het straatbeeld opduiken.

De technologie is er, maar het prijskaartje ligt voor veel mensen nog te hoog. Onder de 25.000 euro hoef je niets te zoeken, en voor dat geld moet je het stellen met een kleine elektrische Smart. 35.000  euro is een realistischer bedrag voor een nieuwe hybride wagen, type Prius. Zelfs als je de besparing op je brandstofkosten in rekening neemt, moeten er dus al heel wat kilometers op de teller staan vooraleer je het verschil hebt teruggewonnen. Ik ben eens op tweedehandssites beginnen rondsnuisteren en daar vond ik bedragen rond de 17.000 euro voor een hybride wagen met 40.000 kilometer op de teller. Dat is al iets schappelijker, maar voor hetzelfde geld koop je evengoed een splinternieuwe wagen met een verbrandingsmotor. Als onze principes te zwaar doorwegen op onze portemonnee, durven we ze al wat makkelijker overboord te gooien.

Het is niet de vraag of elektrische en hybride auto’s een succes zullen worden, maar wel wanneer. Als binnen enkele jaren de technologie en infrastructuur verder op punt staan, en de prijzen naar een meer betaalbaar punt zijn gezakt, zullen we met zijn allen met lichte weemoed terugdenken aan die vervuilende brandstofkarren van weleer.

Dit opiniestuk verscheen als onderdeel van het gloednieuwe automagazine van onze uitgeverij: Connected Car. Daarin vind je naast enkele opinies vooral dossiers, achtergrond en maar liefst 40 bladzijden gevuld met reviews van elektrische wagens en hybrides. Klik hier voor meer informatie.

Elektrisch rijden klonk enkele jaren geleden nog als verre toekomstmuziek in de oren, maar sinds Tesla zijn Model S op de wereld heeft losgelaten, wordt die toekomst steeds meer realiteit. Bijna elke autofabrikant heeft ondertussen een elektrische wagen in zijn assortiment.

Die elektrische wagens komen in verschillende vormen en maten, maar allemaal – met uitzondering van bovengenoemde Tesla – hebben ze één eigenschap gemeen. Ze bieden allemaal een (theoretische) actieradius van een goeie 130 tot 140 kilometer, daarna houdt de batterij het voor bekeken. Dat staat in schril contrast met de afstanden die je met een benzine- of dieselmotor kan afleggen, en vormt één van de voornaamste obstakels die de doorbraak van elektrische wagens in de weg staan.

Kilometervreter

Mijn eerste ervaring met een elektrische wagen was de Smart ForTwo Electric Drive. De elektrische Smart is een uitstekende wagen voor stadslui die weinig kilometers vreten, maar voor ondergetekende is de actieradius van de auto simpelweg te klein. Ik woon op zo’n 70 kilometer van onze redactie, wat betekent dat ik in ideale omstandigheden, en met een kleine dosis geluk, net op één batterijlading zou kunnen toekomen voor mijn dagelijkse woon-werkverkeer.

Dat is de theorie. In praktijk hoefde ik er niet op te rekenen om die afstand af te leggen zonder de batterij tussendoor op te laden. Mijn traject verloopt voornamelijk over de autosnelweg, wat hoe dan ook tot een hoger verbruik en een kleinere actieradius leidt. Een goeie 80 kilometer lukte nog net zonder de meter die de batterijcapaciteit aanduidt in de rode zone te jagen, maar veel verder durfde ik niet te gaan.

Met een volle batterij raakte ik dus zonder problemen op het werk, maar dan moest ik de auto wel de hele werkdag aan het stopcontact hangen om ‘s avonds weer thuis te raken. Allemaal goed en wel, tot je na een lange werkdag richting auto wandelt en tot de vaststelling komt dat de batterij door een probleem of defect niet heeft opgeladen. Dan sta je daar mooi. Bovendien moest ik de wagen ook elke nacht opnieuw thuis aan het stopcontact hangen om de volgende dag weer richting het werk te bollen.

Kopzorgen

Je auto dagelijks opladen tot daar aan toe, we moeten onze smartphone ook elke dag aan de lader hangen, maar twee keer per dag opladen wordt na verloop van tijd wel erg vermoeiend. Ik heb tijdens mijn testperiode gelukkig geen problemen ondervonden met de elektrische Smart, maar het kost me weinig moeite om scenario’s in te beelden waarbij het niet lukt om de wagen op tijd op te laden, en daar sta je dan. Via een regulier stopcontact kost het al snel 6 tot 7 uur om de batterij van een elektrische auto op te laden. Je moet je routes dus altijd goed plannen, zeker wanneer de af te leggen afstand flirt met je maximale actieradius, of die zelfs overschrijdt.

Publieke laadpalen beginnen gelukkig her en der in het straatbeeld op te duiken, maar over het algemeen schiet de infrastructuur toch nog te kort. Zeker als meer mensen een elektrische wagen beginnen te overwegen, zal de infrastructuur snel moeten volgen. Niet alleen moeten er meer laadpalen worden voorzien op strategische plaatsen, de laadtechnologie moet ook nog verder op punt worden gesteld zodat batterijen sneller kunnen worden opgeladen.

Het zal je stilaan duidelijk worden dat met een elektrische auto rijden niet zonder de nodige kopzorgen is. Het is een plezier om elektrisch te rijden, dat wel, maar de beperkte actieradius en frequente nood aan nieuwe energie strooiden in mijn geval roet in het eten. Een elektrische auto functioneert prima als tweede of derde wagen, maar als primair voertuig voor het gezin schiet hij voorlopig nog te kort.

Tussenweg

Mijn volgende wagen zal dus nog geen elektrisch exemplaar zijn, maar misschien wel een hybride. Na de Smart ForTwo Electric Drive kreeg ik de kans om met een Toyota Prius Plug-In Hybrid de baan op te gaan. Die verhielp de voornaamste beperkingen van de elektrische Smart, zonder veel aan voordelen in te boeten.

Door een elektromotor op een efficiënte manier met een verbrandingsmotor te combineren, wordt de actieradius bijna tien keer groter, terwijl je nog altijd zuiniger en milieuvriendelijker rijdt dan met een gewone benzine- of dieselwagen. In het geval van een Plug-In kan je bovendien ook volledig elektrisch rijden, waardoor je korte afstanden zonder enige CO2-uitstoot kan afleggen. Wil je de CO2-uitstoot helemaal naar nul herleiden, dan kan je natuurlijk niet anders dan voor een volledig elektrische wagen te kiezen, maar zelfs dan ben je nog altijd minder groen dan je denkt.

Ik ben ervan overtuigd dat elektrische wagens een mooie toekomst tegemoet gaan, maar wil je vandaag al proeven van die toekomst dan kies je beter voor een hybride. Voor kilometervreters zoals mezelf bieden ze een voldoende grote actieradius, met het voordeel dat ze heel wat zuiniger en milieuvriendelijker zijn dan de meerderheid van de auto’s die nu op de baan zijn.

Hoge kost

Alleen het prijskaartje valt tegen. Voor bedrijven of zelfstandigen zijn er fiscale voordelen om een elektrische of hybride wagen in huis te halen, maar voor particulieren is dat niet het geval. Dat is waarschijnlijk één van de voornaamste redenen waarom er nog zo weinig elektrische en hybride auto’s in het straatbeeld opduiken.

De technologie is er, maar het prijskaartje ligt voor veel mensen nog te hoog. Onder de 25.000 euro hoef je niets te zoeken, en voor dat geld moet je het stellen met een kleine elektrische Smart. 35.000  euro is een realistischer bedrag voor een nieuwe hybride wagen, type Prius. Zelfs als je de besparing op je brandstofkosten in rekening neemt, moeten er dus al heel wat kilometers op de teller staan vooraleer je het verschil hebt teruggewonnen. Ik ben eens op tweedehandssites beginnen rondsnuisteren en daar vond ik bedragen rond de 17.000 euro voor een hybride wagen met 40.000 kilometer op de teller. Dat is al iets schappelijker, maar voor hetzelfde geld koop je evengoed een splinternieuwe wagen met een verbrandingsmotor. Als onze principes te zwaar doorwegen op onze portemonnee, durven we ze al wat makkelijker overboord te gooien.

Het is niet de vraag of elektrische en hybride auto’s een succes zullen worden, maar wel wanneer. Als binnen enkele jaren de technologie en infrastructuur verder op punt staan, en de prijzen naar een meer betaalbaar punt zijn gezakt, zullen we met zijn allen met lichte weemoed terugdenken aan die vervuilende brandstofkarren van weleer.

Dit opiniestuk verscheen als onderdeel van het gloednieuwe automagazine van onze uitgeverij: Connected Car. Daarin vind je naast enkele opinies vooral dossiers, achtergrond en maar liefst 40 bladzijden gevuld met reviews van elektrische wagens en hybrides. Klik hier voor meer informatie.

elektrischhybrideNot Connected Caropinierijdenwagen

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!