Zes uitstekende applicaties voor je Linux-machine
Er is niets wat ik zou willen doen op Windows dat ik ook niet kan op mijn Linux-machines. Zo eenvoudig is het.
Op mijn Linux Mint 17.1-desktop kan ik Windows-games draaien, met dank aan Crossover, naast de duizenden beschikbare native spellen, waaronder verschillende Steam-games. Daarenboven moet ik me geen zorgen maken om antivirussoftware: ondanks alles is er nog steeds geen succesvol Linux-virus geweest voor de desktop.
Dit zijn de zes applicaties die ik elke dag gebruik om te werken en in contact te blijven met vrienden. Tenzij jij één van die mensen bent die met zeer specifieke software moet werken die enkel voor Windows te krijgen is, denk ik dat je snel zult ondervinden dat deze zes programma’s je dagelijkse noden evengoed ondersteunen als hun Windows-tegenhangers.
De beste webbrowser: Chrome
De meeste Linux-distro’s hebben Firefox als standaardbrowser geïnstalleerd. Ik download echter altijd meteen Chrome. Als je het mij vraagt, blijft Chrome immers eenvoudigweg de beste browser die je momenteel kan krijgen – op eender welk platform.
Voor mij is Firefox in z’n laatste versies erg onbetrouwbaar gebleken, terwijl Chrome soepel geolied blijft draaien.
Het is trouwens niet alleen maar mijn persoonlijke mening. Ik draaide net Futuremarks Peacekeeper universele browser-benchmark en, op mijn Dell XPS 8300 PC met 3.4GHz quadcore Intel Core i7-processor, 8GB RAM, en een AMD/ATI Radeon HD 5770 grafische kaart onder Mint Linux 17.1, haalt 64-bit Chrome 39 het met gemak van Firefox 34, met een score van 5,006 tegenover 4,569.
De beste e-mailclient: Evolution
Er wordt wel vaker gezegd dat e-mail dood is. Nu is het zo dat er inderdaad steeds meer gechat en geskypet wordt, maar uiteindelijk vermoed ik dat de meeste gebruikers voor belangrijke of formele zaken nog steeds teruggrijpen naar de oude vertrouwde mail.
Vandaag de dag gebruiken veel mensen daarvoor Gmail of een ander online platform, maar ik geef nog steeds de voorkeur aan een lokale inbox. Meestal krijg je bij Linux-distro’s Thunderbird geleverd als e-mailclient en van dat programma houd ik echt niet.
Dat was vroeger helemaal anders, maar de laatste jaren heeft Mozilla Thunderbird verwaarloosd. Vandaag raad ik mijn Windows- en Mac-gebruikende vrienden aan om Postbox als e-mailclient te gebruiken. Dat programma is gebaseerd op Thunderbird, maar krijgt wél de noodzakelijke zorg en aandacht van z’n ontwikkelaars.
Op Linux daarentegen is Evolution mijn favoriete programma. Het is snel, zelfs als mijn opgeslagen mailcollectie aanzwelt tot een paar gigabytes, en het geeft me een ongeziene controle over mijn e-mail. In combinatie met SpamAssasin zorgt het er daarenboven voor dat ik makkelijk 90 procent minder spam binnenkrijg.
Mijn favoriete feature in Evolution is het feit dat de e-mailfilters me de optie geven om mijn mails automatisch te sorteren volgens parameters die ik heb ingesteld, zodat ik me daar niet zelf mee moet bezighouden. Als ik bijvoorbeeld wil dat alles gesorteerd wordt in mappen, op basis van afzender en het onderscheid tussen werk en privé, dan hoef ik dat maar één keer in te stellen; daarna zorgt Evolution er zelf voor.
Het enige spijtige aan Evolution is dat het programma enkel op Linux bestaat: anders was het de beste e-mailclient op elk platform geweest.
Een uitstekende IM-app: Pidgin
Ik werk meestal van thuis uit en hoewel mijn duo Shih Tzu’s goed gezelschap zijn, zijn ze niet zo praatgraag. Dus om mijn sociale contacten te onderhouden en om werkgerelateerde conversaties te voeren, gebruik ik IM – veelvuldig.
Het probleem met het zwaar gebruik van berichtendiensten is natuurlijk dat niet iedereen in je contactenlijst dezelfde dienst gebruikt. Dat is waar Pidgin, een universele IM-app, in beeld komt.
Met Pidgin kan ik met mijn vrienden, familie en collega’s praten via AIM, Google, Facebook, ICQ, Sametime en Yahoo. Het werkt gewoon probleemloos, en dat is naar mijn mening het belangrijkste compliment dat je een IM-programma kan geven.
En voor die dagen waarop je toch een video-conference of VoIP-gesprek wil voeren, kan je terugvallen op Google+ Hangouts of Skype (ja, dat is beschikbaar voor Linux), al verkies ik meestal het gemak van een korte chatconversatie.
De beste Office-vervanger op elk OS: LibreOffice
Ik werk soms ook als een consultant en spreker, maar het grootste deel van m’n inkomen komt nog steeds uit één activiteit: schrijven. Een tekstverwerker van hoge kwaliteit en in mindere mate goede software voor spreadsheets en presentaties zijn dus onontbeerlijk. Daarom gebruik ik LibreOffice.
Het is niet alleen de beste gratis kantoorsuite die je kan vinden – z’n voorouder OpenOffice is qua features niet meer up-to-date – het is naar mijn mening gewoon de beste kantoorsuite, punt.
Ja, omdat ik constant software en besturingssystemen uittest heb ik Microsoft Office op al mijn machines draaien, zowel Windows-pc’s als Macs. Maar als het erop aankomt vind ik LibreOffice efficiënter. Veel gebruikers vinden dat de Office 2003-achtige interface van LibreOffice er gedateerd uitziet. Mijn antwoord daarop is: “Precies, en zo zie ik het graag!” Van mij mogen die linten en variabele menu’s weer verdwijnen: ik houd ervan dat ik exact weet wat waar zit op het moment dat ik het nodig heb.
Eerste keus voor programmeurs: Bluefish
Ooit in een ver verleden ging het als volgt: ik schreef een artikel, dat dan werd doorgestuurd naar een eindredacteur, nog een redacteur, een proeflezer, en uiteindelijk – ja, ik ben oud – naar een Linotype-operator die de tekst dan zou zetten zodat die gedrukt kon worden.
Vandaag vliegt mijn werk heel vaak rechtstreeks van mijn toetsenbord naar een contentmanagementsysteem en van daaruit naar jouw scherm. Dat houdt in dat ik mijn tekst ergens moet vertalen van een tekstdocument naar HTML. Om dat te doen – en in die zeldzame gevallen dat ik nog echt code schrijf – gebruik ik Bluefish.
Ik heb een massa code-editors getest in mijn tijd, maar dankzij z’n perfecte combinatie van lichtheid, snelheid en features is Bluefish moeilijk te kloppen. Ik wil eigenlijk absoluut niet terug naar de tijd waarin ik tientallen programma’s tegelijk moest aanpassen, verspreid over lokale schijven, netwerkschijven en ftp-sites, maar als ik zou moeten, weet ik dat Bluefish dat moeiteloos aan zou kunnen.
Bijna even goed als Photoshop: Gimp
Ik ben een schrijver. En zoals de grafische mensen van de publicaties waar ik voor werk kunnen getuigen, heb ik absoluut geen verstand van grafisch ontwerp. De laatste jaren ben ik echter begonnen mezelf wat basis-beeldbewerking aan te leren, en daar gebruik ik Gimp voor.
Nee, het is geen Photoshop, maar voor een geoefende gebruiker werkt het net zo goed. Eerlijk is eerlijk, ik ben geen geoefende gebruiker, maar Gimp stelt me in staat om afbeeldingen bij te snijden, te vergroten of verkleinen, licht te bewerken, en te herformatteren, zonder gedoe en volledig gratis. Voor de gemiddelde gebruiker is dat volgens mij wat er echt toe doet.
Een historisch weetje om mee af te sluiten: de jonge vrouw in mijn voorbeeldfoto is Margaret Hamilton, de hoofdsoftware-ingenieur van het ruimteschip Apollo in 1969. De stapel papier die boven op haar dreigt te vallen? Een stukje van haar broncode. Een beetje perspectief voor wie dacht dat programmeren vandaag moeilijk is…
Er is niets wat ik zou willen doen op Windows dat ik ook niet kan op mijn Linux-machines. Zo eenvoudig is het.
Op mijn Linux Mint 17.1-desktop kan ik Windows-games draaien, met dank aan Crossover, naast de duizenden beschikbare native spellen, waaronder verschillende Steam-games. Daarenboven moet ik me geen zorgen maken om antivirussoftware: ondanks alles is er nog steeds geen succesvol Linux-virus geweest voor de desktop.
Dit zijn de zes applicaties die ik elke dag gebruik om te werken en in contact te blijven met vrienden. Tenzij jij één van die mensen bent die met zeer specifieke software moet werken die enkel voor Windows te krijgen is, denk ik dat je snel zult ondervinden dat deze zes programma’s je dagelijkse noden evengoed ondersteunen als hun Windows-tegenhangers.
De beste webbrowser: Chrome
De meeste Linux-distro’s hebben Firefox als standaardbrowser geïnstalleerd. Ik download echter altijd meteen Chrome. Als je het mij vraagt, blijft Chrome immers eenvoudigweg de beste browser die je momenteel kan krijgen – op eender welk platform.
Voor mij is Firefox in z’n laatste versies erg onbetrouwbaar gebleken, terwijl Chrome soepel geolied blijft draaien.
Het is trouwens niet alleen maar mijn persoonlijke mening. Ik draaide net Futuremarks Peacekeeper universele browser-benchmark en, op mijn Dell XPS 8300 PC met 3.4GHz quadcore Intel Core i7-processor, 8GB RAM, en een AMD/ATI Radeon HD 5770 grafische kaart onder Mint Linux 17.1, haalt 64-bit Chrome 39 het met gemak van Firefox 34, met een score van 5,006 tegenover 4,569.
De beste e-mailclient: Evolution
Er wordt wel vaker gezegd dat e-mail dood is. Nu is het zo dat er inderdaad steeds meer gechat en geskypet wordt, maar uiteindelijk vermoed ik dat de meeste gebruikers voor belangrijke of formele zaken nog steeds teruggrijpen naar de oude vertrouwde mail.
Vandaag de dag gebruiken veel mensen daarvoor Gmail of een ander online platform, maar ik geef nog steeds de voorkeur aan een lokale inbox. Meestal krijg je bij Linux-distro’s Thunderbird geleverd als e-mailclient en van dat programma houd ik echt niet.
Dat was vroeger helemaal anders, maar de laatste jaren heeft Mozilla Thunderbird verwaarloosd. Vandaag raad ik mijn Windows- en Mac-gebruikende vrienden aan om Postbox als e-mailclient te gebruiken. Dat programma is gebaseerd op Thunderbird, maar krijgt wél de noodzakelijke zorg en aandacht van z’n ontwikkelaars.
Op Linux daarentegen is Evolution mijn favoriete programma. Het is snel, zelfs als mijn opgeslagen mailcollectie aanzwelt tot een paar gigabytes, en het geeft me een ongeziene controle over mijn e-mail. In combinatie met SpamAssasin zorgt het er daarenboven voor dat ik makkelijk 90 procent minder spam binnenkrijg.
Mijn favoriete feature in Evolution is het feit dat de e-mailfilters me de optie geven om mijn mails automatisch te sorteren volgens parameters die ik heb ingesteld, zodat ik me daar niet zelf mee moet bezighouden. Als ik bijvoorbeeld wil dat alles gesorteerd wordt in mappen, op basis van afzender en het onderscheid tussen werk en privé, dan hoef ik dat maar één keer in te stellen; daarna zorgt Evolution er zelf voor.
Het enige spijtige aan Evolution is dat het programma enkel op Linux bestaat: anders was het de beste e-mailclient op elk platform geweest.
Een uitstekende IM-app: Pidgin
Ik werk meestal van thuis uit en hoewel mijn duo Shih Tzu’s goed gezelschap zijn, zijn ze niet zo praatgraag. Dus om mijn sociale contacten te onderhouden en om werkgerelateerde conversaties te voeren, gebruik ik IM – veelvuldig.
Het probleem met het zwaar gebruik van berichtendiensten is natuurlijk dat niet iedereen in je contactenlijst dezelfde dienst gebruikt. Dat is waar Pidgin, een universele IM-app, in beeld komt.
Met Pidgin kan ik met mijn vrienden, familie en collega’s praten via AIM, Google, Facebook, ICQ, Sametime en Yahoo. Het werkt gewoon probleemloos, en dat is naar mijn mening het belangrijkste compliment dat je een IM-programma kan geven.
En voor die dagen waarop je toch een video-conference of VoIP-gesprek wil voeren, kan je terugvallen op Google+ Hangouts of Skype (ja, dat is beschikbaar voor Linux), al verkies ik meestal het gemak van een korte chatconversatie.
De beste Office-vervanger op elk OS: LibreOffice
Ik werk soms ook als een consultant en spreker, maar het grootste deel van m’n inkomen komt nog steeds uit één activiteit: schrijven. Een tekstverwerker van hoge kwaliteit en in mindere mate goede software voor spreadsheets en presentaties zijn dus onontbeerlijk. Daarom gebruik ik LibreOffice.
Het is niet alleen de beste gratis kantoorsuite die je kan vinden – z’n voorouder OpenOffice is qua features niet meer up-to-date – het is naar mijn mening gewoon de beste kantoorsuite, punt.
Ja, omdat ik constant software en besturingssystemen uittest heb ik Microsoft Office op al mijn machines draaien, zowel Windows-pc’s als Macs. Maar als het erop aankomt vind ik LibreOffice efficiënter. Veel gebruikers vinden dat de Office 2003-achtige interface van LibreOffice er gedateerd uitziet. Mijn antwoord daarop is: “Precies, en zo zie ik het graag!” Van mij mogen die linten en variabele menu’s weer verdwijnen: ik houd ervan dat ik exact weet wat waar zit op het moment dat ik het nodig heb.
Eerste keus voor programmeurs: Bluefish
Ooit in een ver verleden ging het als volgt: ik schreef een artikel, dat dan werd doorgestuurd naar een eindredacteur, nog een redacteur, een proeflezer, en uiteindelijk – ja, ik ben oud – naar een Linotype-operator die de tekst dan zou zetten zodat die gedrukt kon worden.
Vandaag vliegt mijn werk heel vaak rechtstreeks van mijn toetsenbord naar een contentmanagementsysteem en van daaruit naar jouw scherm. Dat houdt in dat ik mijn tekst ergens moet vertalen van een tekstdocument naar HTML. Om dat te doen – en in die zeldzame gevallen dat ik nog echt code schrijf – gebruik ik Bluefish.
Ik heb een massa code-editors getest in mijn tijd, maar dankzij z’n perfecte combinatie van lichtheid, snelheid en features is Bluefish moeilijk te kloppen. Ik wil eigenlijk absoluut niet terug naar de tijd waarin ik tientallen programma’s tegelijk moest aanpassen, verspreid over lokale schijven, netwerkschijven en ftp-sites, maar als ik zou moeten, weet ik dat Bluefish dat moeiteloos aan zou kunnen.
Bijna even goed als Photoshop: Gimp
Ik ben een schrijver. En zoals de grafische mensen van de publicaties waar ik voor werk kunnen getuigen, heb ik absoluut geen verstand van grafisch ontwerp. De laatste jaren ben ik echter begonnen mezelf wat basis-beeldbewerking aan te leren, en daar gebruik ik Gimp voor.
Nee, het is geen Photoshop, maar voor een geoefende gebruiker werkt het net zo goed. Eerlijk is eerlijk, ik ben geen geoefende gebruiker, maar Gimp stelt me in staat om afbeeldingen bij te snijden, te vergroten of verkleinen, licht te bewerken, en te herformatteren, zonder gedoe en volledig gratis. Voor de gemiddelde gebruiker is dat volgens mij wat er echt toe doet.
Een historisch weetje om mee af te sluiten: de jonge vrouw in mijn voorbeeldfoto is Margaret Hamilton, de hoofdsoftware-ingenieur van het ruimteschip Apollo in 1969. De stapel papier die boven op haar dreigt te vallen? Een stukje van haar broncode. Een beetje perspectief voor wie dacht dat programmeren vandaag moeilijk is…