Europa mag trots zijn op succesvolle lancering Vega-raket
Afgelopen nacht, rond half vier onze tijd, vertrok een Vega-raket vanaf de lanceerbasis van Frans Guyana naar een baan om de aarde. Aan boord: een Kazachstanse aardobservatiesatelliet. De lancering, die plaatsvond onder het toeziend oog van het Franse ruimtevaartbedrijf Arianespace en ESA, is een zoveelste succes voor de Europese ruimtevaart.
Vega VV03 was slechts de derde vlucht van de nieuwe Vega-raket. Als Europeanen mogen we trots zijn op de succesvolle lancering: Vega is immers een op en top Europees project.
De raket werd ontwikkeld in opdracht van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, die het werk uitbesteedde aan kleinere Europese ruimtevaartbedrijven. Het globale design was in Italiaanse handen, maar ook Nederland droeg z’n steentje bij.
Dutchspace
Dutchspace bouwde de tweede trap van de drietrapsraket: de insterstage 1/2. De Vega-lanceerder bestaat uit drie trappen met een vaste brandstof, en een bovenste trap met vloeibare brandstof. Vaste brandstoftrappen hebben enkel een aanknop en zijn niet meer te stoppen als ze eenmaal geactiveerd zijn. Daarom maakt het bovenste stuk van Vega, dat de vracht op een specifieke plaats in een baan om de aarde moet injecteren, gebruik van een vloeibare variant. Dat biedt meer controle.
ESA en bijgevolg ook VEGA staan erop om de ruimte rond de aarde proper te houden. Ieder stuk van de raket zal dan ook naar de aarde terugvallen en opbranden in de dampkring. Wat de lanceerder verder speciaal maakt is de mogelijkheid om meerdere satellieten in één keer naar verschillende banen om de aarde te brengen. Er kunnen naast twee grotere modellen nog een handvol kleine satellietjes mee, zogenaamde cubesats die nauwelijks groter zijn dan tien kubieke centimeter. Die dingen worden vaak ontwikkeld door universiteiten omdat ze niet zo duur zijn.
Trots
De vorige lancering van een Vega-raket vond een jaar geleden plaats. Toen was het aan België om in de schijnwerpers te staan. De hoofdvracht was immers de aardobservatiesatelliet Proba-V: een Belgisch product dat dezer dagen hoog boven onze hoofden de verandering in vegetatie op de aarde in kaart brengt.
Lanceringen als deze verdwijnen vaak (onterecht) onder de radar. De Europese ruimtevaart wordt maar al te vaak afgedaan als een afkooksel van de Amerikaanse, en dat is jammer. Europa’s missies zijn vaak minder spectaculair, maar daarom niet minder belangrijk. Een lanceerder als Vega is, met z’n capaciteit om meerdere satellieten te vervoeren, uniek in de wereld en een economische invalshoek bij het design maakt dat lanceringen erg betaalbaar zijn, ook voor landen als Kazachstan. Verder is op te merken dat het commerciële ruimtebedrijf Arianespace al in 1980 het licht zag, en daarmee de oudste niet-gouvernementele organisatie is die vracht naar een baan om de aarde kan brengen.
Herbekijk hier de lancering van Vega VV03. Wie de spaceshuttle gewend is zal even schrikken bij de aftelling in het Frans. Let verder op de acceleratie van de raket. Die is opvallend snel, zelfs voor een kleiner exemplaar.
Afgelopen nacht, rond half vier onze tijd, vertrok een Vega-raket vanaf de lanceerbasis van Frans Guyana naar een baan om de aarde. Aan boord: een Kazachstanse aardobservatiesatelliet. De lancering, die plaatsvond onder het toeziend oog van het Franse ruimtevaartbedrijf Arianespace en ESA, is een zoveelste succes voor de Europese ruimtevaart.
Vega VV03 was slechts de derde vlucht van de nieuwe Vega-raket. Als Europeanen mogen we trots zijn op de succesvolle lancering: Vega is immers een op en top Europees project.
De raket werd ontwikkeld in opdracht van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, die het werk uitbesteedde aan kleinere Europese ruimtevaartbedrijven. Het globale design was in Italiaanse handen, maar ook Nederland droeg z’n steentje bij.
Dutchspace
Dutchspace bouwde de tweede trap van de drietrapsraket: de insterstage 1/2. De Vega-lanceerder bestaat uit drie trappen met een vaste brandstof, en een bovenste trap met vloeibare brandstof. Vaste brandstoftrappen hebben enkel een aanknop en zijn niet meer te stoppen als ze eenmaal geactiveerd zijn. Daarom maakt het bovenste stuk van Vega, dat de vracht op een specifieke plaats in een baan om de aarde moet injecteren, gebruik van een vloeibare variant. Dat biedt meer controle.
ESA en bijgevolg ook VEGA staan erop om de ruimte rond de aarde proper te houden. Ieder stuk van de raket zal dan ook naar de aarde terugvallen en opbranden in de dampkring. Wat de lanceerder verder speciaal maakt is de mogelijkheid om meerdere satellieten in één keer naar verschillende banen om de aarde te brengen. Er kunnen naast twee grotere modellen nog een handvol kleine satellietjes mee, zogenaamde cubesats die nauwelijks groter zijn dan tien kubieke centimeter. Die dingen worden vaak ontwikkeld door universiteiten omdat ze niet zo duur zijn.
Trots
De vorige lancering van een Vega-raket vond een jaar geleden plaats. Toen was het aan België om in de schijnwerpers te staan. De hoofdvracht was immers de aardobservatiesatelliet Proba-V: een Belgisch product dat dezer dagen hoog boven onze hoofden de verandering in vegetatie op de aarde in kaart brengt.
Lanceringen als deze verdwijnen vaak (onterecht) onder de radar. De Europese ruimtevaart wordt maar al te vaak afgedaan als een afkooksel van de Amerikaanse, en dat is jammer. Europa’s missies zijn vaak minder spectaculair, maar daarom niet minder belangrijk. Een lanceerder als Vega is, met z’n capaciteit om meerdere satellieten te vervoeren, uniek in de wereld en een economische invalshoek bij het design maakt dat lanceringen erg betaalbaar zijn, ook voor landen als Kazachstan. Verder is op te merken dat het commerciële ruimtebedrijf Arianespace al in 1980 het licht zag, en daarmee de oudste niet-gouvernementele organisatie is die vracht naar een baan om de aarde kan brengen.
Herbekijk hier de lancering van Vega VV03. Wie de spaceshuttle gewend is zal even schrikken bij de aftelling in het Frans. Let verder op de acceleratie van de raket. Die is opvallend snel, zelfs voor een kleiner exemplaar.