Corporate Social Responsibility: wat levert het op?
Corporate social responsibility, corporate governance, duurzaam ondernemen… er bestaan intussen al veel termen om min of meer hetzelfde mee te beschrijven: bedrijven doen hard hun best om zich verantwoordelijk te gedragen en ervoor te zorgen dat ze niet enkel door puur winstbejag worden voortgedreven.
Kernwoorden in de meeste definities van de term CSR zijn ‘ingebouwd’ en ‘zelfregulerend’. Anders gezegd: er wordt verondersteld dat de mechanismen om sociaal bewust, ethisch verantwoord en duurzaam te handelen ingebouwd zitten in de bedrijfsstrategie en dat die mechanismen niet zijn opgelegd door de overheid.
Nochtans is het genoegzaam bekend dat de meeste organisaties pas echt werk zijn beginnen maken van corporate governance toen enkele toonaangevende bedrijfsleiders roemloos achter de tralies waren beland. Enron-baas Jeffrey Skilling en Computer Associates-topman Sanjay Kumar kunnen ervan meepraten. Ineens werd de dreiging wel heel concreet en werd het duidelijk dat zelfregulering onvermijdelijk was, zowel voor het bedrijf – dat hiervoor onder steeds grotere druk van aandeelhouders en andere belanghebbenden kwam te staan – als voor de topman/-vrouw – die persoonlijk aansprakelijk kon worden gesteld en dus alle belang had bij transparantie en andere zelfregulerende mechanismen.
Maar duurzaam ondernemen en CSR gaan nog een stapje verder. Naast transparantie en deugdelijk bestuur zijn ook andere voorwaarden gekoppeld aan het CSR-label. Die kunnen meestal alle onder dezelfde gemeenschappelijke noemer worden geklasseerd: het besef dat men een speler is in zijn omgeving en dat alle handelingen dus ook een impact hebben op die omgeving. De meest besproken subcategorie is uiteraard milieubewust handelen, waarvan "Green IT" – het beperken van de CO2-uitstoot en andere milieubelastende effecten van ICT- het bekendste voorbeeld is geweest.
Drie goede redenen
Volgens een door IDC uitgevoerde studie blijken de voornaamste redenen om aan CSR te doen inderdaad samen te hangen met het milieu. Verreweg de vaakst genoemde reden is om in orde te zijn met lokale of internationale milieureglementering. Al heeft dit tegenwoordig toch weer vooral een financiële interesse gekregen, met de stijgende energieprijzen. En dat is dan meteen de op één na vaakst genoemde reden om aan CSR te doen: de kostenbesparingen die men tegelijk met een lagere CO2-uitstoot of bijvoorbeeld een lager waterverbruik realiseert.
De derde vaakst genoemde reden is al iets minder evident: omdat de klanten organisaties dwingen om duurzaam te handelen. Klanten baseren hun aankoopbeslissingen steeds vaker op het imago van een bedrijf op het vlak van duurzaam handelen. De groeiende populariteit van Fairtrade-producten, bijvoorbeeld, bewijst het belang van een positief imago. Anderzijds kunnen klanten zich afkeren van een bedrijf dat zich aantoonbaar onverantwoord heeft gedragen.
Maar ook andere partijen hebben een impact op de beslissing om aan CSR-activiteiten te doen, en bij de keuze van deze activiteiten. "Naast de klanten worden de investeerders/eigenaars en overheid/wetgeving als belangrijkste belanghebbenden in een organisatie genoemd", aldus IDC-analist Anders Ebbesen, "Prospects, werknemers en het brede publiek komen in een tweede instantie. En pas in laatste instantie volgen concurrenten, leveranciers en media. Al blijven ook zij voor een kwart van de bevraagde bedrijven een belangrijke stem in het bedrijf."
De meerwaarde van CSR-software
ERP (Enterprise Resource Planning) en CSR zijn vanouds goede vrienden. Het invoeren van bedrijfssoftware is vaak al een aanleiding om te werken volgens ‘best practices’, waarin deugdelijk bestuur gelukkig meestal zit ingebakken.
Zo ging er ooit een gerucht de ronde dat een grote Belgische wederverkoper ontevreden was met SAP, officieel om een verbroken belofte rond service of functionaliteit, maar in de wandelgangen werd een heel andere reden genoemd: de leverancier kon er zijn zwarte geldstromen niet in kwijt. Ook al zou het verhaal zelf verzonnen zijn, het principe klopt wel: deze en vele andere pakketten laten geen ruimte meer voor “creatieve boekhouding”.
Toch gaan de meeste leveranciers nog heel wat verder in hun aanbod rond sociaal verantwoord of duurzaam ondernemen. Svend Erik Kundby-Nielsen, Director STG Platforms bij IBM, haalt een totaal ander voorbeeld aan: "CSR is ook: maatregelen nemen tegen misdaad op basis van informatie over vroegere misdaden: waar vonden ze plaats, op welke locaties, bij welk weer, enzovoort. Wie zo nieuwe misdaden kan voorkomen is ook duurzaam bezig."
Inzicht in de bedrijfsactiviteiten vormt inderdaad een aparte categorie binnen CSR-verwante software: BI en analytics hebben meestal meer financieel gerichte motieven zoals kostenbesparing of hogere omzet, maar een beter inzicht in de bedrijfsactiviteiten leidt ook tot een vermindering van de risico"s, wat ook weer tot een duurzamere omgeving leidt. "Als je een wereldspeler bent, word je ook verondersteld om op de hoogte te zijn wat er gebeurt in elk van jouw filialen", zo verwoordt Ebbesen het.
Zo ziet men software verschijnen om allerlei aspecten van CSR te meten en op te volgen. Je ecologische voetafdruk is wellicht het vaakst gemeten criterium voor duurzaamheid. Maar er bestaat ook software voor het opvolgen van producten waarop exportbeperkingen bestaan, om te zorgen dat die niet naar regio"s worden uitgevoerd waar dit product verboden is. En ook de software om operationele risico"s te beheren en dus ook te beperken (Operational Risk Management) kan gerust tot de CSR-verwante software gerekend worden.
Eén stap verder is dan de software die de impact meet van de CSR-initiatieven die uw organisatie heeft ondernomen. Zo kunt u de totaalkost van deze initiatieven meten, en indien ze ook financieel hebben gerendeerd, zelfs een ROI berekenen. IFS heeft ook zulke tools maar Anders Lif, Industry Director bij IFS, waarschuwt: "We kunnen wel de tools bieden om TCO en ROI te meten, maar we kunnen geen ROI garanderen."
IDC deed overigens een opmerkelijke vaststelling in dit verband, vertelt Anders Ebbesen: "63 procent van de bevraagde bedrijven heeft geprobeerd om de financiële impact te kwantificeren van hun inspanningen om de impact van het bedrijf op de omgeving te reduceren. Dat is meer dan het dubbele dan in 2010, toen slechts 28 procent hiervoor een poging waagde. Maar wanneer we hen vroegen of ze zeker zijn dat ze de financiële voordelen van hun inspanningen konden berekenen, antwoordde slechts 66 procent positief. slechts, zeg ik, want dat is tien procent minder dan twee jaar geleden."
Anders gezegd: hoe meer bedrijven geprobeerd hebben om het rendement van CSR-inspanningen te meten, hoe minder ze ervan overtuigd zijn dat het ook daadwerkelijk te meten valt.
Wat op termijn met de volgende generatie software wel mogelijk zal zijn, voorspelt Lif, is een meer geïntegreerde aanpak van de CSR-meetinstrumenten, zodat u continu kunt opvolgen wat de gevolgen zijn van specifieke maatregelen. Een toekomst waarnaar volgens Anders Ebbesen reikhalzend wordt uitgekeken: "Voortgaand op onze studie kunnen we vaststellen dat CSR alleen maar aan belang toeneemt, en dat de behoefte aan technologie die niet-financiële rapportering van een uitdaging kan omvormen tot een businessopportuniteit, steeds groter wordt."
Anders gezegd: we doen aan CSR omdat het moet, maar als het enigszins ook nog eens een financieel voordeel oplevert, zullen we het beste van beide werelden zeker niet versmaden.
Corporate social responsibility, corporate governance, duurzaam ondernemen… er bestaan intussen al veel termen om min of meer hetzelfde mee te beschrijven: bedrijven doen hard hun best om zich verantwoordelijk te gedragen en ervoor te zorgen dat ze niet enkel door puur winstbejag worden voortgedreven.
Kernwoorden in de meeste definities van de term CSR zijn ‘ingebouwd’ en ‘zelfregulerend’. Anders gezegd: er wordt verondersteld dat de mechanismen om sociaal bewust, ethisch verantwoord en duurzaam te handelen ingebouwd zitten in de bedrijfsstrategie en dat die mechanismen niet zijn opgelegd door de overheid.
Nochtans is het genoegzaam bekend dat de meeste organisaties pas echt werk zijn beginnen maken van corporate governance toen enkele toonaangevende bedrijfsleiders roemloos achter de tralies waren beland. Enron-baas Jeffrey Skilling en Computer Associates-topman Sanjay Kumar kunnen ervan meepraten. Ineens werd de dreiging wel heel concreet en werd het duidelijk dat zelfregulering onvermijdelijk was, zowel voor het bedrijf – dat hiervoor onder steeds grotere druk van aandeelhouders en andere belanghebbenden kwam te staan – als voor de topman/-vrouw – die persoonlijk aansprakelijk kon worden gesteld en dus alle belang had bij transparantie en andere zelfregulerende mechanismen.
Maar duurzaam ondernemen en CSR gaan nog een stapje verder. Naast transparantie en deugdelijk bestuur zijn ook andere voorwaarden gekoppeld aan het CSR-label. Die kunnen meestal alle onder dezelfde gemeenschappelijke noemer worden geklasseerd: het besef dat men een speler is in zijn omgeving en dat alle handelingen dus ook een impact hebben op die omgeving. De meest besproken subcategorie is uiteraard milieubewust handelen, waarvan "Green IT" – het beperken van de CO2-uitstoot en andere milieubelastende effecten van ICT- het bekendste voorbeeld is geweest.
Drie goede redenen
Volgens een door IDC uitgevoerde studie blijken de voornaamste redenen om aan CSR te doen inderdaad samen te hangen met het milieu. Verreweg de vaakst genoemde reden is om in orde te zijn met lokale of internationale milieureglementering. Al heeft dit tegenwoordig toch weer vooral een financiële interesse gekregen, met de stijgende energieprijzen. En dat is dan meteen de op één na vaakst genoemde reden om aan CSR te doen: de kostenbesparingen die men tegelijk met een lagere CO2-uitstoot of bijvoorbeeld een lager waterverbruik realiseert.
De derde vaakst genoemde reden is al iets minder evident: omdat de klanten organisaties dwingen om duurzaam te handelen. Klanten baseren hun aankoopbeslissingen steeds vaker op het imago van een bedrijf op het vlak van duurzaam handelen. De groeiende populariteit van Fairtrade-producten, bijvoorbeeld, bewijst het belang van een positief imago. Anderzijds kunnen klanten zich afkeren van een bedrijf dat zich aantoonbaar onverantwoord heeft gedragen.
Maar ook andere partijen hebben een impact op de beslissing om aan CSR-activiteiten te doen, en bij de keuze van deze activiteiten. "Naast de klanten worden de investeerders/eigenaars en overheid/wetgeving als belangrijkste belanghebbenden in een organisatie genoemd", aldus IDC-analist Anders Ebbesen, "Prospects, werknemers en het brede publiek komen in een tweede instantie. En pas in laatste instantie volgen concurrenten, leveranciers en media. Al blijven ook zij voor een kwart van de bevraagde bedrijven een belangrijke stem in het bedrijf."
De meerwaarde van CSR-software
ERP (Enterprise Resource Planning) en CSR zijn vanouds goede vrienden. Het invoeren van bedrijfssoftware is vaak al een aanleiding om te werken volgens ‘best practices’, waarin deugdelijk bestuur gelukkig meestal zit ingebakken.
Zo ging er ooit een gerucht de ronde dat een grote Belgische wederverkoper ontevreden was met SAP, officieel om een verbroken belofte rond service of functionaliteit, maar in de wandelgangen werd een heel andere reden genoemd: de leverancier kon er zijn zwarte geldstromen niet in kwijt. Ook al zou het verhaal zelf verzonnen zijn, het principe klopt wel: deze en vele andere pakketten laten geen ruimte meer voor “creatieve boekhouding”.
Toch gaan de meeste leveranciers nog heel wat verder in hun aanbod rond sociaal verantwoord of duurzaam ondernemen. Svend Erik Kundby-Nielsen, Director STG Platforms bij IBM, haalt een totaal ander voorbeeld aan: "CSR is ook: maatregelen nemen tegen misdaad op basis van informatie over vroegere misdaden: waar vonden ze plaats, op welke locaties, bij welk weer, enzovoort. Wie zo nieuwe misdaden kan voorkomen is ook duurzaam bezig."
Inzicht in de bedrijfsactiviteiten vormt inderdaad een aparte categorie binnen CSR-verwante software: BI en analytics hebben meestal meer financieel gerichte motieven zoals kostenbesparing of hogere omzet, maar een beter inzicht in de bedrijfsactiviteiten leidt ook tot een vermindering van de risico"s, wat ook weer tot een duurzamere omgeving leidt. "Als je een wereldspeler bent, word je ook verondersteld om op de hoogte te zijn wat er gebeurt in elk van jouw filialen", zo verwoordt Ebbesen het.
Zo ziet men software verschijnen om allerlei aspecten van CSR te meten en op te volgen. Je ecologische voetafdruk is wellicht het vaakst gemeten criterium voor duurzaamheid. Maar er bestaat ook software voor het opvolgen van producten waarop exportbeperkingen bestaan, om te zorgen dat die niet naar regio"s worden uitgevoerd waar dit product verboden is. En ook de software om operationele risico"s te beheren en dus ook te beperken (Operational Risk Management) kan gerust tot de CSR-verwante software gerekend worden.
Eén stap verder is dan de software die de impact meet van de CSR-initiatieven die uw organisatie heeft ondernomen. Zo kunt u de totaalkost van deze initiatieven meten, en indien ze ook financieel hebben gerendeerd, zelfs een ROI berekenen. IFS heeft ook zulke tools maar Anders Lif, Industry Director bij IFS, waarschuwt: "We kunnen wel de tools bieden om TCO en ROI te meten, maar we kunnen geen ROI garanderen."
IDC deed overigens een opmerkelijke vaststelling in dit verband, vertelt Anders Ebbesen: "63 procent van de bevraagde bedrijven heeft geprobeerd om de financiële impact te kwantificeren van hun inspanningen om de impact van het bedrijf op de omgeving te reduceren. Dat is meer dan het dubbele dan in 2010, toen slechts 28 procent hiervoor een poging waagde. Maar wanneer we hen vroegen of ze zeker zijn dat ze de financiële voordelen van hun inspanningen konden berekenen, antwoordde slechts 66 procent positief. slechts, zeg ik, want dat is tien procent minder dan twee jaar geleden."
Anders gezegd: hoe meer bedrijven geprobeerd hebben om het rendement van CSR-inspanningen te meten, hoe minder ze ervan overtuigd zijn dat het ook daadwerkelijk te meten valt.
Wat op termijn met de volgende generatie software wel mogelijk zal zijn, voorspelt Lif, is een meer geïntegreerde aanpak van de CSR-meetinstrumenten, zodat u continu kunt opvolgen wat de gevolgen zijn van specifieke maatregelen. Een toekomst waarnaar volgens Anders Ebbesen reikhalzend wordt uitgekeken: "Voortgaand op onze studie kunnen we vaststellen dat CSR alleen maar aan belang toeneemt, en dat de behoefte aan technologie die niet-financiële rapportering van een uitdaging kan omvormen tot een businessopportuniteit, steeds groter wordt."
Anders gezegd: we doen aan CSR omdat het moet, maar als het enigszins ook nog eens een financieel voordeel oplevert, zullen we het beste van beide werelden zeker niet versmaden.